Eni schede
jijijiilgisi
KERNKATERN 6
I997-XXIII-I
rbr
Liinonderb
Li)nonderbreking
het puntsymbool zodanig is gesitueerd dat plaatsing van de
bijbehorende naam een lijnsymbool op twee plaatsen te
dicht zou benaderen wanneer de genoemde afstand wordt
aangehouden (figuur 23). Het samenklonteringseffect ont-
staat. Wanneer in dit geval de naam op een grotere afstand,
maximaal tot ongeveer kapitaalhoogte, wordt geplaatst, zal
de grotere afstand niet als zodanig door de kaartlezer wor
den ervaren (figuur 24). De zwarting van het omgevende
lijnelement compenseert de grotere afstand, onderbreking
van de lijn is niet nodig.
Nantes
Figuur 21 (l). De
onderbroken lijn
loopt optisch door
achter de tekst.
Figuur 22 (r). Bij
te grote onderbre
king ontstaat een
zichtbaar gat in de
Zwart tussen tekst en symbool
Er zijn gevallen waarbij het onvermijdelijk is de tekst bij
een puntsymbool te plaatsen met een lijnelement er tussen
in. Het zwart van de lijn vermindert de hoeveelheid wit tus
sen symbool en tekst, daarom moet extra wit worden toege-
voegd. Hiertoe vergroot men de halve kapitaalafstand tot de
withoeveelheid optisch dezelfde is als die tussen andere
Symbolen (figuur 25). Men komt dan meestal uit op de
dubbele afstand, dus kapitaalhoogte. Bij handhaving van de
halve kapitaalhoogte lijkt de afstand ogenschijnlijk minder.
Figuur 23 (l). Sa-
menklontering bij
toepassing van de
halve kapitaalaf
stand.
Figuur 24 (r). Fiele
kapitaalafitand
wordt aLs logisch er
varen door de
kaartlezer.
Figuur 23. De gro
tere afitand tussen
tekst en symbool
wordt niet als zoda
nig ervaren.
Beinvloeding van de achtergrond
Doordat lettertekens snel door andere dementen worden
be'invloed en daardoor aan leesbaarheid inboeten, moeten
andere kaartelementen soms wijken voor teksten. Hierdoor,
en 00k door bij voorkeur teksten in zwart of in donkere
kleuren te gebruiken, ontstaat een optisch niveauverschil
tussen het kaartbeeld en de kaarttekst. Bij goed ontworpen
kaarten lijkt het alsof de tekst boven het kaartbeeld zweeft,
tenzij het uitdrukkelijk de bedoeling is geweest teksten naar
de achtergrond te brengen. Dit loskomen van het kaart
beeld wordt ernstig verstoord door oppervlakte-symbolen
van een enigszins grove structuur, min of meer onafhanke-
lijk van de toegepaste kleur. Onder grof wordt verstaan
structuren of rasters, waarvan de afzonderlijke dementen
nog net met het blote 00g zijn waar te nemen. Zodra dit
het geval is dient de achtergrond van de tekst vrijgesteld te
Kapitaalafstand
Kapitaalafstand
Kapitaalafstand
worden. Alleen wanneer zodanig grote
of vette teksten worden gebruikt, dat
de leesbaarheid niet nadelig wordt
be'invloed, kan het oppervlaktesym-
bool blijven staan (figuur 26).
Dit zal per geval moeten worden be-
oordeeld en bij twijfelgevallen verdient
vrijstellen steeds de voorkeur. Zolang
dit vrijstellen niet verder gaat dan de
ruimte die de tekst beslaat, zal de ach-
tergrondsignatuur visueel ononderbro-
ken worden waargenomen. Bij te roya-
le vrijstelling ontstaat een zichtbaar gat
in de achtergrondsignatuur, hetgeen
ongewenst is.
Iwli" B'.w
Figuur 26. Beinvloeding van de leesbaar
heid door de achtergrondsignatuur.
Leesbaarheid
Wanneer over leesbaarheid wordt ge-
sproken dient hieronder makkelijk
leesbaar te worden verstaan. Kaarttek-
sten worden lang niet altijd onder
ideale omstandigheden gelezen en 00k
is het gezichtsvermogen van kaartge-
bruikers niet altijd optimaal. Daar
komt nog bij dat namen in kaarten
vaak volslagen vreemd zijn voor de
kaartlezer, zodat ze letter voor letter
worden gespeld, hetgeen de eis van
makkelijke leesbaarheid van elk afzon-
derlijk letterteken te meer benadrukt.
Een andere belangrijke factor voor
goede leesbaarheid is het plaatsen van
de teksten in horizontale positie.
Zodra men hiervan afwijkt wordt een
mindere leesbaarheid verkregen. In een
aantal gevallen ontkomt men er niet
aan van de horizontale richting af te
wijken. Zo zal bij kleinschalige kaarten
de tekst met de richting van de gebo
gen parallellen mee worden geplaatst.
Teksten behorend bij lijnelementen
volgen de richting van die dementen.
Streek- en gebergtenamen volgen de
hoofdas van deze gebieden.
Ook bij min of meer horizontale kus-
ten met veel plaatsnamen zullen deze
namen niet altijd horizontaal geplaatst
kunnen worden. Bij gevallen als deze
wordt gekozen voor een plaatsing
onder een hoek van ongeveer 60° naar
rechts, zodat de beginletter zieh bij het
symbool bevindt. Door deze namen
iets weg te buigen naar de horizontale
richting wordt de leesbaarheid iets
minder geweld aangedaan en zal het
tekstbeeld ook minder stijf aandoen.
22