KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
nazawa, met vooral logistieke steun
van het 'Japan Map Center', de distri-
butieorganisatie van topografische
kaarten in Japan, en financieel moge-
lijk gemaakt door deze organisatie, de
provincie Gifu en de Japanse organisa
tie voor wetenschappelijk onderzoek.
Voor de vertalingen Engels-Japans en
omgekeerd zorgden Hiroslii Ota en
Ayako Kagama. Ik moet zeggen dat de
meticuleuze wijze waarop men alles
van minuut tot minuut georganiseerd
had een gelteel nieuwe ervaring voor
mij was. Het lioogtepunt was dat men
na een gehele excursiedag op de mi
nuut af precies op tijd bij de eindbe-
stemming aankwam: het Station van
de Shinkansen (hoge snelheidstrein).
Figuur 5. Borstbeeld van ing. Johannes de
Rijke.
Normaal zal de beschrijving van een
excursie die bij een congresje hoort
niet voor zo'n verslag in aanmerking
komen, maar in dit geval dient een
uitzondering gemaakt: op 10 novem-
ber bezochten de deelnemers de Neo-
dani-breuk, dat wil zeggen de plaats
waar in 1906 längs een breuk het aard-
oppervlak 6 meter verticaal en 3 meter
horizontaal verschoof. Men slaat daar
nu geld uit met een museum dat in
een soort cake-walk echte aardbevin-
gen nabootst. Daarna ging de tocht
längs de Nagararivier naar het zuiden
totdat we in een Hollands polderland-
schap arriveerden. In het waterstaat-
kundig museum in Kaizu (zie 00k fi
guur 2) bleek dat in 1873 hier een
Zeeuwse ingenieur uit Colijnsplaat
kwam helpen in de strijd tegen over-
stromingen veroorzaakt door drie hier
samenkomende rivieren. Er Staat een
standbeeld van deze Johannes de Rijke
(figuur 3), wiens waterstaatkundige
kaarten deels nog bewaard zijn. Het
duurde tot 1903 voordat hij weer naar
huis ging; ikzelf kon helaas maar vier
dagen blijven.
F.J. Ormeling
Verslag Themadag Topografi
sche bestanden 1:10.000
Op vrijdag 29 november 1996 vond
weer de traditionele themadag plaats,
georganiseerd door de NVK-werkgroep
Nieuwe Visualisatie Technologie. Dit-
maal was gekozen voor de nieuwe lo-
catie van het ITC in Enschede. Dit is
een fraai gebouw geworden, met een
inspirerende architectuur. Daarom
bood het programma als extra een
rondleiding door het gebouw. Dit was
voorafgaand aan de lezingen, dus al-
leen voor vroege vogels. En ondanks
regen en sneeuw waren er toch nog
bijna 40 deelnemers, die werden rond-
geleid door de enthousiaste bouwheer
zelfi E.S. Bos.
Bij de lezingen zelf waren ruim 90
mensen aanwezig, wat veel is gezien
het toch wat specialistische onderwerp.
AI deze mensen konden makkelijk in
het comfortabele auditorium, dat is
voorzien van de nieuwste audiovisuele
hulpmiddelen. Het mooiste was wel de
digitale overheadprojector, waarmee
00k boeken en andere voorwerpen ge-
projecteerd kunnen worden.
Het onderwerp van het lezingenpro-
gramma was Topografische bestanden
1:10.000. Door het toenemend gebruik
van gis neemt 00k de vraag naar de
wat grotere kaartschalen toe. En de
markt voor de autonavigatiesystemen
heeft het bedrijfsleven er toe gebracht
om wegennetwerken uit te geven.
Daarnaast zijn er vele andere toepass-
ingen die om een gedetailleerde topo-
grafie vragen, zoals ruimtelijke orde-
ning en milieubeheer. Gebruikers hier-
van zijn bij de rijksoverheid te vinden,
maar meer nog bij gemeenten, provin-
cies en alarmdiensten. Ook het be
drijfsleven toont in toenemende mate
belangstelling voor grootschaliger Gis-
toepassingen.
Om alle facetten van de topografische
bestanden 1:10.000 te belichten, was
het lezingenprogramma in drie blok-
ken verdeeld, met ieder steeds drie
sprekers. In eerste blok kwamen de be-
leidsmakers en producenten aan het
woord, in het tweede blok de gebrui
kers in de wegensector en het derde
blok de overige gebruikers. Door om-
1997-xxin-i
standigheden moesten de lezingen in
iets andere volgorde worden gepresen-
teerd, hetgeen soepel werd opgevangen
door de dagvoorzitter R.O. Koop. In
het nu volgende overzicht is de oor-
spronkelijke volgorde aangehouden.
Blok 1 werd geopend door J. Berends
van de ravi (Overlegorgaan voor vast-
goedinformatie). Hij schetste de ont-
wikkelingen rond het Kernbestand
1:10.000 en de initierende rol daarin
van de ravi. Ook wees hij erop, dat
voor de updating in de toekomst de
Gbkn en TOPiovector goed op elkaar
moeten aansluiten.
E. Kolk van de Topografische Dienst
ging uitvoerig in op de productie van
de TOPiovector, dat thans voor 75%
compleet is, en op de groeiende groep
gebruikers. Hij vermeed daarbij niet te
vermelden dat afnemers klagen over de
prijs: die is hoog, maar de productie-
kosten zijn ook hoog. Ook de conver-
sieproblemen voor niet-Intergraph ge
bruikers kwamen aan de orde en de
oplossingen die daarvoor geboden
worden.
E.N. Meijer van Geodan gaf aan dat
marktonderzoekers hoge eisen stellen
aan de kartografische weergave van
grootschalig digitaal kaartmateriaal.
Hieraan voldoen rasterbestanden beter,
vooral als zij worden gegenereerd uit
recente vectorbestanden. Een voor-
beeld hiervan is het GeoStreets be
stand.
In blok 2 beschreef L. Heres van äw
(Rijkswaterstaat) de totstandkoming
van het Nationaal Wegenbestand
(nwb). Hiervoor werkt aw samen met
de Topografische Dienst, Navigation
Technologies en Tele Atlas. Het stre-
ven is om het nwb eind 1997, begin
1998 gereed te hebben. Gebruikers zijn
onder meer Rijkswaterstaat, anwb en
regionale meldkamers.
Mv. E. Gaspar-Awater ging in op de
ontwikkeling van digitale wegenkaar-
ten bij Tele Atlas. Werd aanvankelijk
alleen de wegengeometrie opgenomen,
nu wordt voor de herkenbaarheid ook
de geometrie van onder meer gebou-
wen en parken meegenomen, aange-
vuld met allerlei verkeers- en toeristi-
sche informatie. Verder wordt ook to-
pologie toegevoegd. Mede hierdoor
groeit het aantal gebruiksmogelijkhe-
den nog steeds.
F. van Haaren beschreef de ontwikke
ling door Navigation Technologies/
EGT van databestanden voor het Euro-
pese wegennetwerk. In Nederland
wordt daarbij uitgegaan van de geome-
50