BESPREKINGEN
57
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
De Atlas der Provincielanden van
Groningen (1722-1736).
Inleiding door drs. M. Schroor.
[Facsimile-uitgave van een collectie
kaarten van landerijen in eigendom
van de provincie Groningen, ver-
vaardigd in opdracht van Thomas
van Seeratt.] Formaat 33 x 24 cm,
272 pp., waarvan 221 pp. kaarten in
kleur. Groningen: REGiO-projekt
Uitgevers, 1996.
isbn 90-5028-079-X. Prijs /i49,95.
Deze goed verzorgde facsimile-uitgave
behelst een set pre-kadastrale kaarten
vervaardigd in opdracht van de rent-
meester van de vaste goederen van de
provincie, Thomas van Seeratt, in de
periode 1722-1736. In Groningen was
vöör de Reformatie bijna een kwart
van de cultuurgrond in bezit van de
kloosters. Dat bezit kwam in 1595 aan
de provincie, die een deel aan de stad
en een deel aan de Ommelanden af-
stond, en de rest van de landerijen ge-
meenschappelijk beheerde. Die rest is
in deze atlas afgebeeld; naast de hier-
voor gefacsimileerde kaartcollectie uit
het Groningse Rijksarchief bestaat er
00k nog een atlas van de Stadslanden
(door de stad Groningen beheerd) en
een collectie kaarten van voormalige
kloosterlanderijen in bezit van de Om
melanden.
De goederen die hier zijn afgebeeld
zijn over de hele provincie verdeeld,
met uitzondering van Westerwolde.
De oorspronkelijke kaarten in het
Rijksarchief hebben voor meer dan de
helft (62%) een schaal van rond de
1:4000 (het hele bestand varieert van
1:1000 tot 1:8600). Voor deze uitgave
zijn ze verkleind, het merendeel 60%
(het 'modale' kaartblad is dus van
schaal 1:4000 tot schaal 1:6600 ver
kleind). Door de verkleining en de
kleurenscheiding zijn de in opstand
getekende boerderijen die de origine-
len juist een extra dimensie geven, een
beetje platgeslagen. De druk van de
atlas is helaas niet zo mooi krisp als de
glossy folder (zie afbeelding). Behalve
boerderijen zijn 00k boomgaarden,
fraaie windrozen en dorpskerken en
fraai gemarmerde schaalbalken op de
kaarten afgebeeld.
De kaarten geven een idee van de lig-
ging en de omvang van de boerenbe-
drijven en van de daar voorkomende
boerderijtypen. De landerijen zijn in-
gekleurd, maar de betekenis daarvan
wordt niet duidelijk gemaakt - infor-
matie over de aard van het grondge-
bruik valt daardoor vooral uit de lijs-
ten van de percelen die vaak 00k op de
kaartbladen zijn opgenomen, af te
lezen. 1 let afgebeelde gebied is ca
11.000 ha groot, dat is ca 8% van de
cultuurgrond van de provincie in 1722.
In feite gaat het om een groter deel
van de provincie omdat 00k vaak een
deel van de omliggende landerijen is
opgenomen. De kaarten bevatten ver-
der informatie over de opdrachtgever,
de datum van de opname, en de om
vang van de afgebeelde landerijen.
Het werk begint met een inleiding van
Meindert Schroor, die de aanleiding
beschrijft tot de kartering, en de soci-
aal-economische achtergronden. In
feite is er sprake van een zelfde aanlei
ding als later in 1808 als Napoleon
probeert het kadaster in onze streken
in te voeren: men heeft geld nodig en
wil de heflingen voor de grondbelas-
ting op een betrouwbare grondslag ba-
seren. Schroor gaat 00k in op de per-
soon van Seeratt en op die van de
landmeters, Hindrik Warner Folckers
en Henricus Teijsinga, die de kaarten
hebben vervaardigd. Tot de inleiding
hoort 00k een register van de afgebeel
de kaarten, waarin de landmeters, het
jaar van vervaardiging, de locatie en
het oppervlak zijn opgenomen.
Het tweede deel omvat de beschrijving
van de afzonderlijke kaarten, voorafge-
gaan door een locatie-kaart die wat te-
genvalt: met die kaart alleen is het niet
mogelijk de afgebeelde landerijen op
de huidige topografische kaart te loka-
liseren. Dat gaat wel wanneer men
hem in combinatie met de afzonderlij
ke kaartbeschrijvingen gebruikt. Wel-
licht had getracht kunnen worden om
de gekarteerde percelen duidelijker in
de overzichtskaart in te tekenen. Bij
het bestuderen van deze atlas blijkt
trouwens weer wat een geweidige Sti
mulans voor historisch onderzoek de
beschikbaarheid in atlasvorm van de
topografische kaart 1:25.000 is.
De kaartbeschrijvingen zijn het resul-
taat van bronnenonderzoek en kaart-
studie, waarbij de afgebeelde situatie
aan de huidige toestand wordt gerela-
teerd. De pachters worden genoemd,
de vervaardiger van de kaart, de schaal
van het origineel en van de facsimile-
versie, het formaat van het origineel,
de orientatie en het archiefnummer.
Relevante informatie uit andere ar-
chiefstukken is vaak toegevoegd, wat
het geheel 00k een menselijke dimen
sie geeft: de situatie tijdens de opname
wordt door Schroor knap tot leven ge-
wekt. Er Staat 00k steeds bij vermeld
van welk klooster de landerijen oor-
Fragment uit De Atlas der Provincielan
den van Groningen.
'■di/rir/ J,,