Q
I
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
paalde kleurtint kunnen verschillen in verzadiging of grijs-
waarde verschillen in zekerheid aanduiden. Een voor de
hand liggend principe is 'hoe meer verzadigd, hoe zekerder'.
De eerdergenoemde onzekerheid over de klasse waartoe een
helling gerekend moet worden, kan op deze manier worden
weergegeven. Om de oorspronkelijke classificatie in combi-
natie met onzekerheid weer te geven kan ook gebruik wor
den gemaakt van zogenaamde dubbelvariabele kleurensche-
Om na te gaan hoe de perceptie van onzekerheid verloopt
via verschillende kleurenschema's en hoe dubbelvariabele
Schemas kunnen worden gebruikt voor het weergeven van
een combinatie van geclassificeerde gegevens en onzeker
heid is een aantal perceptietests uitgevoerd. Het doel was
om te kunnen vaststellen wat de waarnemingseigenschap-
pen van kleurvariabelen zijn bij het weergeven van onzeker-
heidsinformatie. Hier worden slechts de resultaten van de
tests vermeld. De gei'nteresseerde lezer wordt verwezen naar
Jiang et.al., [1996], voor meer gedetailleerde informatie.
In totaal werden vijf verschillende kleurschalen en vier dub
belvariabele kleurenschema's gebruikt voor het weergeven
van resp. onzekerheid en de geclassificeerde gegevens ge-
combineerd met onzekerheid. Alhoewel in enkele eerdere
onderzoeken gepoogd is om een verzadigingsschaal te ge-
bruiken, blijkt dat een grijswaardenschaal die begint met
wit (grijswaarde relatief gemakkelijk wordt waargeno-
men, en een van de beste oplossingen is. De willekeurig
verdeelde stippenschaal bewerkstelligd als alternatief voor
de kleurenschaal een intui'tief goed begrip van de onzeker
heid. Tevens blijkt dat dubbelvariabele kleurenschema's met
een willekeurig verdeelde stippenschaal längs beide assen of
met willekeurig verdeelde stippen längs een en een tint-
schaal längs de andere as voordelen hebben boven spectraal
gecodeerde Schemas voor de visualisatie van geclassificeerde
gegevens in combinatie met onzekerheid en voor de combi
natie van attribuutinformatie van verschillende fenomenen.
Exploratie van de gegevens
Om efficiente communicatie van onzekerheidsinformatie
mogelijk te maken zijn voorzieningen nodig om te kunnen
begrijpen wat er eigenlijk wordt bedoeld met de weergege
ven informatie. Dankzij vorderingen die zijn gemaakt in in-
teractieve computertechnieken, vooral op multimedia- en
hypermedia-gebied, is dat mogelijk. Er zijn twee basisprin-
cipes gebruikt om de exploratie van onzekerheidsgegevens
mogelijk te maken. Ten eerste moet een sublaag met onze
kerheidsgegevens interactief kunnen worden gemanipu-
leerd. Daartoe is een set exploratiehandelingen gedefinieerd.
Ten tweede is rekening gehouden met de veronderstelling
dat het onderscheidingsvermogen van persoon tot persoon
verschilt.
De sublaag met onzekerheidsgegevens kan worden gemani-
puleerd om potentiele ruimtelijke patronen en structuren te
ontdekken. Exploratiehandelingen waarvoor in het verken-
ningsproces expliciete (fysieke en cognitieve) menselijke ca-
paciteiten vereist zijn - zoals onthouden en opmerken - zijn
hieronder omschreven (zie ook figuur 7).
Knipperen. het oplichten in een bepaalde frequentie. Als het
wordt toegepast voor een object op het scherm trekt dat de
aandacht.
Figuur 7. Explora
tiehandelingen
waarmee gegevens
kunnen worden
verkend.
1997-XX111-2
Oplichten. laat geselecteerde gebieden
of categorieen van een beeld of foto
zien door ze licht weer te geven.
In- en uitzoomen. verändert de grootte
van een object; inzoomen vergroot,
terwijl uitzoomen verkleind.
Meedraaien (pannen): verändert de po-
sitie van een beeld ten opzichte van
het scherm van de monitor via knop-
pen waarmee het beeld binnen een
venster gemanipuleerd kan worden.
Slepem het oppakken van een object
en naar een andere positie brengen
voor verdere exploratie.
Klikken (zowel enkel als dubbel
klikken}. een basishandeling met de
Cursor. Andere exploratiehandelingen
beginnen hier vaak mee.
Zoals de visuele variabelen worden ge
bruikt voor statische grafische weerga-
ve kunnen de exploratiehandelingen
worden gebruikt om de gegevens te
onderzoeken. Naar de mening van de
auteur kunnen deze handelingen wor
den gebruikt in combinatie met dyna
mische variabelen zoals moment van
weergave, duur, frequentie, volgorde,
mate van verandering en synchronisa-
tie [DiBiase, 1990; MacEachren, 1994].
Algemene conclusies
In dit artikel is ingegaan op twee be-
langrijke aspecten van onzekerheid,
namelijk modellering en visualisatie.
Er kan worden geconcludeerd dat
fuzzy overlay een nuttige aanvulling
vormt op de traditionele overlay-ope-
ratie. Het genereren van fuzzy gege
vens en combinatie ervan met de oor
spronkelijke geclassificeerde gegevens
kunnen worden beschouwd als basis-
slepen
in- en uitzoomen
Exploratie
handelingen
meedraaien ('pannen')
knipperen
klikken
oplichten
12