KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-2 formaliseerd moet worden, wordt er gebruik gemaakt van de zogenaamde 'Boolean logica': de meeste algoritmen die in ruimtelijke analyses worden toegepast zijn hierop gebaseerd. Boolean logica projecteert een tweedeling op de geraad- pleegde verzameling gegevens: gegevens zijn geschikt of onge schikt, ze overschrijden een bepaalde drempelwaarde wel of niet, ze behoren wel of niet tot een bepaalde klasse. Deze vorm van kennisintegratie vindt plaats bij selectie en classifi- caties van gegevens: beide bewerkingen behoren tot de meest voorkomende analyse-operaties binnen een gis. Ze vormen 00k de basis voor 'zeefanalyses', zoals bij de rpd wordt toe gepast met de Backyard verkennen Een groot nadeel van Boolean logica is het feit dat de oor- spronkelijke variabiliteit in de gegevens wordt vereenvou- digd tot een zwart-wit beeld dat weliswaar de belangrijkste patronen zichtbaar maakt, maar aan de andere kant een se- rieus risico kan inhouden voor beslissingen die op dat resul- taat gebaseerd worden. Immers, in het resultaat is niet meer zichtbaar of de gegevens vlakbij of ver van een belangrijke drempelwaarde liggen. Sinds het begin van de jaren tachtig is de aandacht voor fuzzy set theorie als alternatief voor Boolean logica voor toepassing in een gis sterk gegroeid. Fuzzy set theorie is in feite een algemenere benadering dan Boolean logica. Boole an logica accepteert slechts twee extremen: wel of niet, juist of onjuist of wiskundig gezien o of 1. Fuzzy set theorie ac cepteert echter 00k tussenliggende waarden, met andere woorden gradaties van waarheid: bijv. zeer juist, bijna juist, meer juist dan onjuist enz. Wiskundig gezien betekent het dat alle waarden tussen o en 1 mogelijk zijn. In de praktijk blijkt dit 00k de wijze te zijn waarop mensen kaarten interpreteren. Een kaart met kwantitatieve kansper- centages wordt in het hoofd door een kwalitatieve filter ge- haald. Er zijn maar weinig mensen die kunnen uitleggen wat een kans van 83% precies inhoudt, en wat het verschil is met een kans van 21%. Velen zullen niet veel verder komen dan dat de eerste kans groot is en de tweede kans klein: twee overduidelijk relatieve begrippen. Op dezelfde wijze wordt bij classificaties vaak gekozen voor niet-exacte omschrijvingen: een geschiktheidskaart kan zodoende opge- bouwd zijn uit de klassen zeer geschikt, geschikt, matig ge schikt, nogal ongeschikt, zeer ongeschikt enz. Het mag dui- delijk zijn dat deze klassen ogenschijnlijk niet scherp be- grensd kunnen worden. Toch blijkt de onderliggende classi- ficatiemethode gebaseerd te zijn op exacte grenswaarden omdat dit voor formalisatie noodzakelijk wordt geacht. Fuzzy set theorie is in Staat om op basis van deze grenswaar den rekening te houden met de geleidelijke overgang tussen klassen, en om de daaruit voortvloeiende informatie be- schikbaar te houden voor het eirtdresultaat van de oor- spronkelijk Boolean classificatiemethode. In Burrough en Frank [1996] worden door verscheidene auteurs methoden besproken om deze geleidelijke overgangen tussen ogen schijnlijk exact gedefinieerde ruimtelijke objecten te be- schrijven. In Hootsmans [1996] wordt meer specifiek inge- gaan op de volgende aspecten: Illustratie van de huidige formalisatie van kennis in infor- matiesystemen met behulp van Boolean logica. Zowel classificaties op een variabele (univariaat) als op meerdere variabelen (multivariaat) worden behandeld. Uitleg van het 'Semantic import model' dat gebruikt kan worden om bestaande Boolean classi- ficatiemethoden met behulp van fuzzy set analyse te evalueren. Begrip pen als drempelwaarde (threshold value) en dispersiewaarde, die mini- maal nodig zijn om een fuzzy set te beschrijven, worden hier gei'ntrodu- ceerd. Uitleg van de vorm en het gedrag van verschallende typen overgangszones, die voor het toepassen van fuzzy set analyses gedefinieerd moeten wor den. Veel publicaties waarin fuzzy set theorie wordt toegepast laten de be- schrijving van de gebruikte analyse- functies achterwege, waardoor het re sultaat feitelijk geen waarde heeft. Het is belangrijk dat de keuze voor het type functie verantwoord wordt. Uit case-studies blijkt verder dat het meest eenvoudige type overgangszo- ne, beschreven door een lineaire functie, voldoende mogelijkheden biedt. Functies met vloeiende krom- men vereisen meer parameters en zijn zonder aanvullende kennis rond die parameters onvermijdelijk nogal sug- gestief. Kwaliteitsindices Een fuzzy set analyse vertaalt de be- schikbare gegevens feitelijk in alle mo- gelijke waarden tussen o en 1. Waarden in de buurt van 1 corresponderen met '(bijna) overeenkomend met de ge- zochte klasse', terwijl waarden in de buurt van o corresponderen met '(vrij- wel) niet overeenkomend met de ge- zochte klasse'. Wanneer meerdere klas sen onderscheiden worden, betekent dit 00k dat elk object in de kaart (po- lygoon of rastercel) even zovele fuzzy waarden toegekend krijgt, vaak aange- duid met de Engelse termen mem- bership grades' of 'possibilities'. Deze waarden moeten niet verward worden met 'probabilities' of waarschijnlijkhe- den die gebaseerd zijn op numerieke statistische analyse. Een probability geeft weer met welke kans een object wel of niet tot een bepaalde klasse behoort. Een possibility geeft weer in welke mate een object binnen een klasse of zelfs binnen meerdere klassen tegelijk valt (iets dat binnen de waarschijn- lijkheidsstatistiek niet geoorloofd is). Dit kan gei'llustreerd worden met een voorbeeld uit de meteorologie. Wan neer een kans van 50% wordt uitge- sproken voor zonnig weer, wat wordt hier dan eigenlijk mee bedoeld? 'Zon nig' is namelijk een fuzzy begrip: op welk punt slaat een weertype om van 16

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 18