KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-2 zonnig naar niet-zonnig? Hetzelfde geldt voor begrippen als 'bewölkt' of 'regenachtig'. Het zijn termen die zeer subjectief ge'interpreteerd kunnen wor den, omdat ze afhankelijk zijn van het belevingspatroon van elk individueel mens. Het uitspreken van een statisti sche kans heeft dus alleen zin bij abso lute begrippen, zoals de kans 'dat het vandaag precies 15 °C wordt' of 'dat er 20 mm regen zal vallen'. In de geografie zijn er echter minstens zoveel begrippen die allerminst abso- luut genoemd kunnen worden: bij- voorbeeld urbaan versus ruraal, dicht- bevolkt versus dunbevolkt, heuvelach- tig versus vlak enz. Daarnaast bestaan er hele reeksen met kwalitatieve be grippen op een ordinale of nominale schaal die al lange tijd voor classifica- tiedoeleinden worden gebruikt en doelmatig blijken. Voor elk object kan een vector met bij- behorende possibility-waarden opge- steld worden. Deze vector vormt nu de basis voor het afleiden van verschillen- de kwaliteitsindices die gebruikt kun nen worden voor de evaluatie van een Boolean versus een fuzzy classificatie- methode. In Hootsmans [1996] wor den de volgende kwaliteitsindices gei'ntroduceerd en beschreven: Methoden voor de berekening van 'fuzziness': fuzziness beschrijft de af- wijking van de beschikbare possibili ty-waarden ten opzichte van het Boolean 'optimum', de waarde 1. Met andere woorden, deze kwaliteitsindex illustreert hoe goed (of hoe siecht) een object tot een of meerdere Mas sen uit de classificatiemethode toe te kennen is. Naast methoden uit de al- gemene informatietechnologie ('Hamming distance', 'Eulidean dis- tance'), die voor de hele vector een enkele index berekenen, wordt een vereenvoudigde methode beschreven: 'indistinctness'. Deze laatste methode vergelijkt iedere possibility-waarde apart met het Boolean optimum. Methoden voor de berekening van 'ambiguity': ambiguity beschrijft het verschil tussen de maximale en alle andere beschikbare possibility-waar den uit de vector. Met andere woor den, deze kwaliteitsindex illustreert hoe goed (of hoe siecht) de toeken- ning aan een bepaalde klasse te on- derscheiden is van toekenning aan andere klassen uit de classificatieme thode. Naast methoden uit de alge- mene informatietechnologie ('U-un- certainty', 'a-uncertainty'), die voor de hele vector een enkele index berekenen, wordt een ver eenvoudigde methode beschreven: confusion'. Deze laat ste methode vergelijkt het verschil van steeds twee possibi lity-waarden apart. Methoden voor de evaluatie van de stabiliteit van een kaartbeeld. Door het varieren van de dispersiewaarde tus sen 0 en een bepaald maximum kan de overgangszone in een fuzzy set analyse verschuiven van exact Boolean tot zeer fuzzy. Met behulp van geschikte visualisatiemethoden kan dit worden verbeeld tot een dynamische gevoelig- heidsanalyse, waaruit men kan afleiden welke gebieden in de kaart gevoelig dan wel ongevoelig zijn voor fuzzy set analyse. Deze kennis vormt weer een belangrijke onder- steuning van beslissingen gebaseerd op het classificatiere- sultaat. De 'credibility-index' wordt gei'ntroduceerd als maat voor bovengenoemde kaartstabiliteit. Visualisatie Het afleiden van kwaliteitsinformatie in de vorm van kwali teitsindices en andere vormen van meta-informatie is niet voldoende. Is de communicatie van deze informatie vanuit het informatiesysteem naar de gebruiker niet goed, dan heeft de afgeleide kwaliteitsinformatie praktisch geen waar de. Door misinterpretatie zou men zelfs onbedoelde fouten kunnen maken. Het is daardoor van groot belang dat men 00k aandacht schenkt aan een ondubbelzinnige visualisatie- methode [Van der Wel et ah, 1994]. Elke specifieke vorm van kwaliteitsinformatie kan een eigen, optimale visualisatie bezitten. Hootsmans [1996] geeft een voorstel voor een aan- tal mogelijke visualisatietechnieken waarmee de onderschei- den kwaliteitsindices naast een kaart of ge'fntegreerd in de kaart worden weergegeven. Bij de integratie van kwaliteitsinformatie in de oorspronke- lijke kaartinformatie kan men verschillende methoden vol- gen. Bij een geclassificeerd kaartbeeld is het mogelijk om de kleuren meer of minder verzadigd te maken, al naar gelang de zekerheid toe- dan wel afneemt. Heldere kleuren corres- ponderen met zekerheid, vage kleuren met onzekerheid. Voor dit effect kan men kiezen uit: kleur en verzadiging: varierend van zuiver grijs tot zuivere kleur kleur en intensiteit varierend van zuiver wit tot zuivere kleur kleur en intensiteit (-): varierend van zuiver zwart tot zuivere kleur. Uit perceptiestudies blijkt dat de laatste optie (waarbij vol- ledige onzekerheid gepaard gaat met volledig zwart) in de praktijk het meest gekozen wordt, hoewel er nog onvol- doende onderzoek gedaan is naar de juistheid van die keuze [o.a. Jiang, 1996]. Bij al deze methoden is men echter tot een läge graad van zekerheid in Staat om de oorspronkelijke kleur te herkennen, waardoor men misleid kan worden om toch die klasse voor juist aan te nemen. In het proefschrift van Hootsmans [1996] wordt een nieuwe methode gei'ntroduceerd waarbij er binnen een kaartbeeld zowel pure kleuren als grijstinten zichtbaar zijn. De gebie den met een acceptabele onzekerheid worden weergegeven met de zuivere klassekleur, terwijl de overige gebieden met verlopende grijstinten worden weergegeven (hoe donkerder, des te onzekerder). De grens tussen acceptabele en niet-ac- ceptabele onzekerheid is natuurlijk vaag, maar kan met be hulp van dynamische computertechnieken in de vorm van 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 19