KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-2 Figuur 2. Combi- natie van classifica tie en onzekerheids- informatie: a. kleur en grijstint, b. kleur en kleurin- tensiteit. Voordelen van optie a zijn: in grijstinten zijn meer gradaties waarneembaar dan in kleurintensiteit, met grijstinten wordt niet een on- terechte klassekeuze een animatie verkend worden. Deze visualisatievorm geeft op een doordringende manier een indruk van de stabiliteit van het kaartbeeld: daar waar de classificatie onzeker is vindt veel verandering van kleurstelling plaats, terwijl ge- bieden met een zekere classificatie worden weergegeven met een stabiele kleurstelling (figuur 2). Er wordt onderscheid gemaakt naar visualisatie in een stati sche of een dynamische omgeving, respectievelijk op een papieren kaart of op een computerbeeldscherm. Een anima tie van een gevoeligheidsanalyse leent zieh bijvoorbeeld al- leen goed voor een dynamische omgeving, de veranderin- gen die zieh in de kaart afspelen kunnen beter gevolgd wor den dan wanneer alle kaartbeelden naast elkaar gezet zou- den worden (in een statische omgeving). Daardoor is het mogelijk dat voor een type kwaliteitsindex verschillende vi- sualisaties de voorkeur verdienen, afhankelijk van de werk- omgeving. Prototype module voor fiuzzy set analyse DIFFUSE De in het proefschrift van Hootsmans [1996] behandelde (en nieuw gei'ntroduceerde) methoden voor de afleiding en visualisatie van kwaliteitsinformatie zijn ondergebracht in een prototype onzekerheidsmodule, zoals dat parallel aan een bestaand GIS zou kunnen funetioneren. Dit prototype, genaamd diffuse (Display of Fuzzy sets and Fuzzy SEries), is geprogrammeerd in Microsoft Visual Basic 3.0 (vanwege hoge eisen aan de grafische weergave) en funetioneert onder Windows 3.1 en hoger. Momenteel is alleen invoer van ge- gevens op een gridbasis (rasterbestanden) mogelijk. Verder is aandacht besteed aan de gebruiksvriendelijkheid van de user interface. Een vereenvoudigde demonstratieversie is be- schikbaar op de World Wide Web site van de vakgroep kar- tografie in Utrecht: http://kartoserver.frw.ruu.nl/html/staff/robh/robh.htm (c) Figuur 3. Drie ver schillende classifica- tiemethoden toege- past op hetzelfde gegevensbestand. Ze kunnen tot ver schillende interpre- tatie leiden: a. ge- lijke klassebreedte, b. gelijk aantal waamemingen per klasse, c. willekeu- rige grenzen. m 12-108 cm 108-204 cm I I 204-300 cm 12-56 cm 56-76 cm 76-300 cm 12-40 cm I I 40-85 cm I I 85-300 cm Toepassing In de inleiding is reeds vermeld dat het onderzoek vooral waarde heeft voor zoekruimtestudies, zoals destijds actu- eel was bij de Backyard verkennet en Koersen landelijk gebied. Deze studies vinden 00k buiten de planologie mo menteel veelvuldig plaats in milieu-on- derzoek, bijvoorbeeld bij het toetsen van milieu-effecten volgens strikte cri- teria. Voortdurend dient men zieh te realiseren dat er Boolean selectiecrite- ria gehanteerd worden, waardoor het eindresultaat geen recht doet aan de beschikbare informatie over variabili- teit. Het selectieresultaat behelst een zware vereenvoudiging van de oor- spronkelijke informatie, en is daardoor slechts een mogelijke weergave van de werkelijkheid in een lange reeks alter- natieve weergaven. Figuur 3 geeft een voorbeeld van drie verschillende Bool ean classificaties gebaseerd op eenzelf- de gegevensbestand met bodemdiep- ten. De verschillen ogen spectaculair omdat bij de interpretatie kwalitatieve vertalingen worden gemaakt: de klasse met de laagste waarden heeft bij elk van de drie kaarten een zeer verschil lende breedte, die echter moeilijk te interpreteren is. De grenzen die ogen- schijnlijk exaet getrokken worden, blij- ken slechts relatieve waarde te hebben en ondermijnen daardoor het nemen van een verantwoorde beslissing. Het toepassen van fuzzy set analyses biedt een instrument om uit de be schikbare, originele informatie het risi- co van bepaalde beslissingen te halen. Dit kan gei'llustreerd worden met een hypothetisch voorbeeld waarbij de grens tussen urbaan en ruraal gebied gezocht wordt in een verstedelijkings- onderzoek. Volgens een Boolean classi- ficatiemethode zou men de grens bij een bepaalde waarde voor de bevol- kingsdichtheid kunnen leggen: een waarde die niet in alle gevallen even goed verantwoord kan worden. Figuur 4 toont allereerst twee Boolean selec- ties, met als grenswaarden respectieve lijk 150 en 175 inwoners per km2. De resulterende classificaties tonen een grote verschuiving tussen de klassen ru raal en urbaan. Dit betekent dat het verschilgebied met name inwoneraan- tallen tussen 150 en 175 per km2 betreft. Voor beide grenswaarden is eveneens een fuzzy classificatie uitgevoerd (in dit geval met een constante dispersiewaar- de van 50 inwoners per km2). Beide re- sultaten geven het algehele, uniforme patroon beter weer en het blijkt dat er 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 20