BESPREKINGEN KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Atlas van de Friese pendel. Leeuwarden: Provinsje Fryslän/Provincie Friesland, 1995. 5 pp. toelichting, 2 pp. tabellen en 12 pp. kaarten in Ideur. Formaat oblong A4. Rapport no. PO95/013. Prijs /15,-. Voor deze atlas is uitgegaan van de werkpendel, en hij toont dus uit welke gemeenten de beroepsbevolking in een bepaalde gemeente afkomstig is. De ge- gevens zijn bepaald aan de hand van een steekproef uit het werkgelegen- heidsregister Friesland van de Kamer van Koophandel, waarbij alle vestigin- gen met meer dan 10 werkzame perso- nen buiten de land- en tuinbouw be- trokken zijn. Om per gemeente ten- minste 50% van de werkgelegenheid af te dekken zijn als aanvulling 00k klei nere vestigingen benaderd. Op basis van de respons (meer dan 50%) zijn de resultaten van de steekproef naar een schatting voor de totale werkpendel in Friesland geextrapoleerd. Bij alle kaarten hoort een aparte toe lichting, die behalve het beschrijven van de gebruikte methode 00k de ge- bruikte omschrijvingen definieert. Bo- vendien worden de in de kaarten zicht- bare patronen verklaard. Kaart 1 toont met proportionele cirkeldiagrammen het aantal van de per gemeente bezette arbeidsplaatsen en het aandeel van de werknemers dat hiervoor van buiten de gemeente afkomstig is. De nadruk valt daarbij meer op de totale aantallen dan op het aandeel, dat met deze methode altijd moeilijker te zien is dan aan de hand van een choropleet-weergave. An dere kaarten in de atlas tonen de pen- delsaldi, het deel van de werkzame be roepsbevolking van gemeenten dat in een bepaalde gemeente werkzaam is, het deel van de werkzame beroepsbe volking van een gemeente dat in de eigen gemeente werkt, het deel dat ei ders werkt, en de absolute hoeveelhe- den werknemers die heen en weer pen- delen. De op zieh soms verwarrende begrippen zijn goed uitgelegd. De voor choropleten en bewegings- kaarten gekozen klassenindelingen zijn prima; de voor de weergave daarvan ge bruikte kleurenschalen zijn wat onge- lukkig gekozen: ze tonen de progressie geel-oranje-rood (tot zover alles goed)- lichtpaars-donkerpaars. Dat laatste deel sluit niet goed aan op het eerste en be- moeilijkt het aflezen van trends van de kaart. De meeste pijlenkaarten zijn re- delijk geslaagd; degene die het deel aangeeft van de beroepsbevolking dat eiders werkt toont eigenlijk vooral een wirwar van op Leeuwarden gerichte pijlen. Het inschatten van de door de pijlen weergegeven hoeveelheden is soms moeilijk omdat een kleine oranje pijl een tweemaal zo hoge waarde kan weergeven dan een tot driemaal längere gele pijl. De kaarten zijn geprodueeerd door het Bureau Databank/Kartografie (R. Hel lingwerf en A. Veldhuis) van de provin- cie; de inleiding en commentaren zijn van A. van der Horn, T. van der Meu- len, M. Tamminga en M.F. de Vries. Het is een eenvoudig maar aardig en mede dankzij de goede commentaren over het algemeen duidelijk atlasje, dat op een paar punten (kleurschalen, pijl- symbolen) verbetering behoeft. Voor ge'fnteresseerden in de Friese economie en vervoer is het een bron van nuttige informatie. Het atlasje is te bestellen bij Provincie Friesland, Afdeling Bestuurszaken, cluster Voorlichting, Postbus 20120, 8900 hm Leeuwarden. F.J. Ormeling The New Atlas of Israel. Redactie: A. Shachar; kartografie: T. Soffer. Jeruzalem: Survey of Israel en Hebreeuwse Universiteit Jeruzalem, 1995. Formaat 33 x 23 cm. 88 pp. kaarten in kleur. ISBN 965 90016 o 6. Prijs $20,- Israel heeft een nieuwe Strategie geko zen voor het distribueren van de kennis die in een nationale atlas gebracht wordt: de informatie uit de derde editie van de nationale atlas (1985) is, in geac- tualiseerde vorm, nu uitgegeven in een gecondenseerde paperback-uitgave, in vereenvoudigde ontwerpen, en zo voor een groter publiek toegankelijk ge- maakt. Het is niet voor het eerst dat men zoiets doet - de stadsatlas van Pa- rijs is bijvoorbeeld 00k in een gepopu- lariseerde vorm als Atlas pour tous' uit- gebracht; het is wel een novum voor een nationale atlas. In plaats van een nationale atlas als onderzoeksinstru- ment hanteert men het concept hier primair als opvoedkundig instrument. Tot nu toe bestaat deze vierde editie van de nationale atlas alleen in een Ivriet-editie; het ligt wel in de bedoe- ling 00k een Engelstalige editie te laten verschijnen. De inhoud is de volgende: eerst wordt Israel in een vijftal zeer ge- detailleerde topografische kaarten met zeer plastische reliefwerking op de schaal 1:400.000 afgebeeld, met de overeenkomstige satellietbeeldafbeel- dingen ernaast (pp. 2-11). Dan volgen 8 pagina's met voorbeelden van oude en recente kaartseries van het land. De bladzijden 20-33 bevatten fysische kaar ten: geologie, bodemkunde, klimaat, vegetatie en natuurlijk irrigatie. De vol gende 10 pagina's behandelen de bevol- king, met natuurlijk nadruk op de im- migratiegolven (aliya's). De pagina's 44- 51 behandelen de stedelijke en rurale nederzetting(svorm)en, terwijl op de bladzijden 52 t/m 63 op de grote Steden wordt ingegaan: Jeruzalem, Haifa en Tel Aviv. De pagina's 64-71 behandelen landbouw, industrie, transport en bui- tenlandse handel. De volgende 6 blad zijden tonen vooral de uitbouw van de infrastruetuur voor de verschillende re- gio's sedert 1948, en daarna komen landschapsveranderingen in dezelfde periode aan de orde: bij het Hoeleh- meer, Beisan, Beersheva, Tel Aviv-Jafo en aan de kust bij Caesarea. De pagi na's 82-88 behandelen tenslotte milieu- problemen in voorbeeldgebieden, ruimtelijke ordening en toerisme. De sociaal-economische sector is een beetje stiefmoederlijk behandeld; ik had graag wat meer sociaal-economische kaarten gezien in plaats van al de voorbeelden van topografische kaarten. De atlas biedt een grafisch zeer geva- rieerd portret van het land. De basis wordt gevormd door een serie kaarten (18) op de schaal 1:1.400.000, waarvan er net twee op een bladzij passen. Geo logie, geomorfologie en bevolkings- spreiding worden op de schaal 1:700.000 getoond (dus over twee pa gina's), en er zijn 4 pagina's met elk 8 kaartjes 1:3.000.000. Buiten dit duide- lijke stramien (dat vooral voor vergelij- king van de kaarten nuttig is) zijn er vele detailkaarten en een aantal over- zichtskaarten van het Nabije Oosten (met name van fysische onderwerpen). Veel kaarten zijn chorochromaten, en er zijn nogal wat diagramkaarten, die door hun aard niet uitmunten door goede leesbaarheid. Leeftijdsstructuur, inkomensklassen, beroepsstruetuur en dergelijke worden ermee weergegeven, maar er treedt weinig beeldvorming bij op. Afgezien van de diagramkaarten munt de atlas uit door een goede lees baarheid - zeker in vergelijking met de voorgaande derde editie. Het is duide lijk dat een helder ontwerp een van de aandachtspunten bij de transformatie van de derde naar de vierde editie ge- weest is. Hierbij is er onder andere sterk gegeneraliseerd; bij de confronta- 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 43