KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
de exoniemen die (nog) min of meer
gebruikelijk zijn, zijn opgenomen,
waarbij actuele verschuivingen van
voorkeur van exoniem naar endoniem
zijn aangegeven. Door tevens de endo-
niemen op te nemen, biedt het boekje
de mogelijkheid aan de gebruiker om
een eigen eindselectie toe te passen.
Een kanttekening wil ik daarbij plaat-
sen. In de inleiding wordt terecht op-
gemerkt dat de mate van gebruik van
exoniemen afhangt van de context.
Met name voor de toepassing in cul-
tuurhistorische werken en kaarten zou
een inventarisatie van verouderde exo
niemen zeker welkom zijn, zoals 'Bata-
via (Jakarta) en 'Spiers' (Speyer). Een
aantal van dergelijke historiserende
namen is wel gehandhaafd als het gaat
om exoniemen die zelf ook weer een
buitenlands jasje aan hebben en daar-
om moeilijker als exoniem herkenbaar
zijn. Sprekende voorbeelden vinden we
bij Griekenland: exoniemen zijn via de
klassiek-latijnse traditie tot ons geko-
men, zoals 'Boeotie', 'Delphi' en 'Spar
ta. In het Nederlands zal zieh weinig
verzetten tegen 'Voiotia', 'Delfoi' en
'Sparti'. De lijst sluit hierin aan bij de
bestaande praktijk.
Voor ik tot een afrondend oordeel
kom, nog even wat casui'stiek. Onder
historiserende namen moeten volgens
mij zeker ook 'Auschwitz' en 'Oost-
Pruisen gerekend worden. De eerste
plaats is onder zijn Duitse naam dusda-
nig berucht dat voor alle synchrone be-
schrijvingen de Poolse versie de voor
keur verdient. Oost-Pruisen Staat niet
meer voor een bestaande entiteit. De
betreffende landstreek aan Poolse zijde
van de Pools-Russische grens kan beter
met 'Mazuren' (of 'Mazoeren') aange-
duid worden.
Onder Noorwegen ontbreekt mijns in-
ziens 'Spitsbergen'. Weliswaar komt de
naam op Noorse kaarten ook zo voor,
maar dan slechts als naam van het
hoofdeiland van de eilandengroep. De
eilandengroep als geheel heet daar
'Svalbard'.
Verheugend vind ik het om te zien dat
het hardnekkig verkeerd gespelde
'Duinkerken' nu correct als 'Duinker-
ke' in de lijst Staat. De plaatsnaam is
vergelijkbaar met Zeeuwse plaatsna-
men als 'Meliskerke' en 'Koudekerke'.
Bij de endoniemen over het kopje 'Eu
ropa - Faeröer' Staat voor de eilanden
groep de Faeröerse vorm, voor de
hoofdplaats de Deense.
Onder het kopje 'Europa - Nederland'
is op zijn minst het exoniem 'Friesland'
vergeten. De provincie heet sinds 1 ja-
1997-XX111-2
nuari van dit jaar officieel 'Fryslän'.
Het begrip 'buitenland' heeft men,
aldus de inleiding, "taalkundig-staat-
kundig" opgevat. Het gewest Wallonie
viel er dus buiten, maar de samenstel-
lers hebben over het hoofd gezien dat
Friesland - dan wel niet maatschappe-
lijk - maar wel op het gebied van
naamgeving in sommige gevallen ver
gelijkbaar is met Wallonie, namelijk
dat daar namen officieel in een andere
taal dan de Nederlandse vastgesteld
zijn. Een publicatie hierover is in voor-
bereiding en zal hier te zijner djd aan-
gekondigd worden.
Samenvattend mag gezegd dat het
boekje een nuttige vraagbaak is voor
het gebruik van exoniemen. Gezien de
(kartografische) praktijk om op con-
temporaine kaarten zoveel mogelijk en
doniemen te gebruiken, zijn het voor-
namelijk de namen voor grote grens-
overschrijdende entiteiten, zoals zeeen
en gebergten, die bruikbaar zijn. Voor
wie, om welke praktische of ideologi
sche reden dan ook, de voorkeur geeft
aan het gebruik van exoniemen blijft
het een wat waterig compromis.
A.P. Versloot
Knowledge-based interpretation
of aerial images for updating of
road maps.
Ir. M.E. De Gunst. Ph.D. thesis,
Delft Technische Universiteit,
1996. Verkrijgbaar bij Nederlandse
Commissie voor Geodesie,
Thijsseweg 11, 2629 ja Delft.
New Series, nr. 44.
ISBN 90-6132-259-6
Op maandag 11 november 1996 heeft
Marlies de Gunst haar proefschrift geti-
teld Knowledge-based interpretation of
aerial images for updating of road maps
met succes verdedigd. Zij heeft hier-
mee de graad van doctor aan de Tech
nische Universiteit in Delft gekregen.
Hieronder volgt een ingekorte versie
van de samenvatting uit de publicatie.
In het moderne kaartvervaardigings-
proces heeft een verschuiving plaatsge-
vonden van analoge kaarten naar kaar
ten in digitaal formaat, die kunnen
worden gebruikt in geografische infor-
matiesystemen (gis). Door de extra
mogelijkheden die gis biedt, is het ge
bruik van topografische informatie toe-
genomen en daarmee ook de vraag er-
naar. Om de effectiviteit te kunnen
waarborgen, is gis afhankelijk van
nauwkeurige en actuele gegevens als in-
voer. Het grootste gedeelte van deze
data wordt ingewonnen uit luchtfoto's
en satellietopnamen. Echter, het foto-
grammetrische verwerkingsproces van
deze gegevens is het knelpunt in de
geografische informatievoorziening. In
zijn huidige vorm waarbij elk topogra-
fisch object handmatig wordt aange-
meten in de luchtfoto, is dit een ar-
beidsintensief en tijdrovend proces.
Als wordt gekeken naar de huidige
stand van de automatisering van het
fotogrammetrische proces, kan de con-
clusie worden getrokken dat taken,
waarbij de Operateur de foto moet in-
terpreteren om te kunnen karteren,
moeilijk op te lossen zijn met behulp
van een Computer. Een belangrijke oor-
zaak van de tegenvallende resultaten is
de complexe inhoud van luchtfoto's.
Binnen het vakgebied Computer vision
wordt men bij de automatisering van
interpretatietaken geconfronteerd met
soortgelijke problemen. Kennisgestuur-
de concepten worden beschouwd als
meestbelovende oplossing voor de au
tomatische uitvoering van deze taken.
De filosofie voor het ontwerp van Sys
temen is de eigenschappen van objec-
ten vooraf zo duidelijk mogelijk te
maken door kennis hierover te verza-
melen en om deze kennis te combine-
ren met algemene oplossingsgerichte
procedures. Het onderzoeken van de
mogelijkheden van kennisgestuurde
concepten voor de interpretatie van
luchtfoto's is het onderwerp van het
proefschrift. Het doel is om een inter-
pretatiestrategie te ontwikkelen en te
testen op complexe luchtfoto's.
Als basis dienen verouderde of incom-
plete wegenkaarten waarmee het zoek-
proces naar nieuwe delen van het we-
gennetwerk wordt gestart. Er worden
hypothesen gegenereerd over mogelijke
veranderingen in het wegennetwerk.
De nieuw gedetecteerde nieuwe wegen
genereren op hun beurt hypothesen
om verder te zoeken naar andere wegen
in de omgeving. Zo ontstaat een keten
van opeenvolgende zoekacties. Vooraf
gedeßnieerde eigenschappen van het
gezochte wegtype in de kennisdatabase
worden gebruikt om hypothesen te tes
ten en leiden tot het herkennen van
objecten.
De inhoud van de database speelt een
belangrijke rol in het wel of niet slagen
van de interpretatie. Objectdefinities
43