44
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I997-XXIII-2
worden gebruikt in de interpretatiestra-
tegie voor objectherkenning en object-
relaties voor het genereren van hypo-
thesen, doelgerichr segmenteren en het
detecteren van inconsistenties.
De complexe inhoud van luchtfoto's
vereist het definieren van betekenisvol-
le delen van het wegennetwerk in
plaats van lijnvormige structuren.
De richtlijnen voor het ontwerp van
autosnelwegen kunnen worden ge
bruikt om eigenschappen te definieren
van specialistische wegtypen.
In een casestudie zijn de concepten ge-
test en is bekeken of de onderzoeksdoe-
len zijn gehaald: er is een situatie on-
derzocht waarin de verouderde kaart
alleen een autosnelweg bevat en waarin
de verbindingswegen op de luchtfoto
nieuw geconstrueerd zijn. Voor deze si
tuatie zijn experimenten uitgevoerd op
negen gescande luchtfoto's uit de foto-
grammetrische praktijk van de Meet-
kundige Dienst van Rijkswaterstaat.
Om de invloed van de resolutie op het
resultaat te testen zijn de experimenten
uitgevoerd met foto's die een resolutie
van 0,4 en 1,6 m hebben.
Het effect van het gebruik van richtlij
nen voor het ontwerp van autosnelwe
gen is getest door twee verschillende
wegmodellen te definieren in de ken-
nisdatabase. Het ene model definieert
algemene delen van het wegennetwerk
als object, zoals onvertakte stukken
weg en knooppunten, en het bevat al
gemene eigenschappen van wegen. Het
andere model definieert specifieke ob-
jecten, zoals twee-, drie- en vierbaans-
snelwegen en viaducten als objecten en
gebruikt eigenschappen uit de richtlij
nen voor het wegontwerp. De kennis-
database bevat relaties in ruimte en
tijd, die zijn gerelateerd aan een speci
fieke segmentatietechniek. De richtlij
nen voor het wegontwerp zijn 00k ge
bruikt om de waarden van parameters
te bepalen die objecten in de kennisda-
tabase beschrijven.
De resultaten van de casestudie tonen
aan dat voor redelijk eenvoudige confi-
guraties de wegen goed kunnen wor
den gedetecteerd en geclassificeerd met
behulp van beide wegmodellen. In
geval van complexere configuraties of
een slechtere zichtbaarheid van de weg
geeft het specialistische wegmodel bete-
re resultaten dan het algemene model.
Het is goed mogelijk om de betekenis-
volle wegtypen in het gespecialiseerde
model, zoals rijbanen met een verschil-
lend aantal rijstroken te herkennen en
onderscheid te maken tussen viaducten
en op- en afritten. Het toevoegen van
kennis over de wegconstructie en het
definieren van betekenisvolle wegtypen
draagt dus bij aan de verbetering van
het interpretatieresultaat. Resultaten
die zijn gebaseerd op beeiden met een
resolutie van 0,4 m zijn slechter dan
die op een resolutie van 1,6 m. De
reden is dat eigenschappen van objec
ten en segmentatieroutines zijn ont-
wikkeld voor lage-resolutiebeelden en
siechts beperkt geldig zijn voor andere
resoluties.
Hoewel doelgericht segmenteren de re
sultaten verbetert, blijft segmentatie de
zwakste en meest tijdrovende schakel
in de interpretatiestrategie.
De conclusie kan worden getrokken
dat de ontworpen interpretatiestrategie
en de kennisgestuurde concepten ge-
schikt zijn om topografische objecten
en in het bijzonder wegennetwerken, te
detecteren. De concepten zijn toepas-
baar op meerdere resoluties, bijvoor-
beeld op satellietbeelden, maar de de-
finities van objecten en beeldverwer-
kingsroutines dienen te worden aange-
past voor de resolutie.
De concepten zijn nog niet volwassen
genoeg om volledig automatisch te
kunnen worden ingezet in een produc-
tieproces en het is twijfelachtig of dit
ooit zal gebeuren. Op dit moment
moeten we ons voor de praktijk con-
centreren op semi-automatische oplos-
singen. De concepten bieden de moge-
lijkheid om semi-automatische beeld-
verwerkingsroutines aan te sturen.
R.J. Wicherson
Wenjen en wurkjen yn Fryslän.
Sosjaal-ekonomyske atlas.
Wonen en werken in Friesland.
Sociaal-economische atlas.
Arjen Versloot, Versloot-Kartogra-
fy. Wanswerd: Uitgeverij Born
meer, 1997. 96 pp., 20,5 x 24 cm.
isbn 90-5615-012-x. Prijs: f 29,90.
Boek of digitaal? Dat is de vraag die de
auteur van deze atlas zieh terecht steh
in het artikel eiders in dit nummer van
het Kartografisch Tijdschrift. Arjen Ver
sloot geeft aan waarom nu nog gekozen
is voor een papieren atlas, maar ik ver
wacht dat onder meer de verkoopcijfers
en andere reacties op het produet er
aanleiding toe zullen zijn dat over een
jaar of twee zal worden besloten tot het
verspreiden van de dan weer geactuali-
seerde informatie via het Internet. Het
Internet als communicatiemedium
voor dit soort van geografische infor
matie heeft namelijk een aantal grote
voordelen, waarvan het continu up-to-
date kunnen houden van de gegevens,
het opnemen van een 'taalknop' (Fries
of Nederlands)de flexibiliteit en de di-
recte koppeling met andere, zo men wil
meer gedetailleerde, informatie nog
maar enkele voorbeelden zijn. Boven-
dien begint het er nu dan toch op te
lijken, dat de politiek echt werk gaat
maken van een massale invoering van
moderne Computer- en telecommuni-
catietechnologie op alle niveau's van
onderwijs. Maar zelfs nu al denk ik dat
het juist de potentiele gebruikers van
een atlas met een vrij algemene doel-
stelling als deze zijn, die het medium
Internet allang hebben ontdekt. Ande
ren, die nu nog niet zo ver zijn, zullen
00k niet zo gauw een sociaal-economi
sche atlas kopen, 00k al is het dan de
eerste van Friesland.
Daarom kan deze eerste, nog papieren
atlas 00k wel eens een van de laatste
van zijn soort in heel Nederland zijn en
in dat opzicht alleen al is het een bij-
zondere. Maar dat betekent tegelijker-
tijd niet dat een bespreking dan niet
meer zinvol is. Want 00k via het World
Wide Web op het Internet zal veel, ja
waarschijnlijk veel meer geografische
informatie door middel van kaarten
naar de gebruiker worden overge
bracht. En net zoals in een atlas moet
die informatie op een zorgvuldige en
gestruetureerde manier worden aange-
boden en de individuele kaartbeelden
moeten op zodanige wijze worden ont
worpen (eventueel door de gebruikers
zelf) dat er geen misverstanden ont-
staan. Bij het ontwerpen van Websites
voor het verstrekken van geografische
informatie kunnen kartografen daarom
een belangrijke rol speien en kunnen
zij ongetwijfeld gebruik maken van er-
varingen opgedaan bij het maken van
papieren atlassen als deze.
Dat de sociaal-economische atlas van
Friesland gemaakt is door een auteur
met een kartografische achtergrond is
duidelijk. Gemaakte keuzen voor bij-
voorbeeld weergave- en classificatieme-
thoden zijn weloverwogen en worden
00k beargumenteerd. Ook wordt er te
recht aandacht besteed aan de beper-
kingen van het bronnenmateriaal.
Maar kartografen gaan ook nog wel
eens in de fout. In zijn artikel steh de
auteur dat goed ontworpen themati
sche kaarten in zwart-wit niet hoeven