ZO KAN HET... MAAR ZO KAN HET OOK!
I997-XXIII-2
Geschiedeniskaarten kunnen
beter
In boeken met een geschiedkundig on-
derwerp komen vaak kaarten voor, die
even zo vaak van zeer siechte kwaliteit
zijn. Blijkbaar vormen kartografische
illustraties bij het samenstellen van een
dergelijk boek de sluitpost van de be-
groting. Slechts zelden wordt er een
beroep gedaan op een tekenaar met
verstand van zaken. Zo ook in Het ka-
pittel van Lebuines in Deventer: nala-
tenschap van een immuniteit in bodem,
bebouwing en beschrijving [Magdalijns,
J.R.M. [...et al.] (red.), 1996]. In dit
boek is op pagina 18 een kaart opgeno-
men, die een overzicht moet geven van
de middeleeuwse parochiekerken in
Oost-Nederland en van de kerken
waarvan het kapittel van Deventer in
de late Middeleeuwen het collatierecht
bezat (figuur 1).
twee streepjes eronder. Deze taak
wordt nog eens bemoeilijkt doordat er
geen enkele relatie bestaat tussen het
symboolontwerp en de betekenis. Al
leen de binaire variabele is goed weer-
gegeven, namelijk door middel van
zwart en wit. Deze variabele komt ech
ter weer helaas niet expliciet voor in de
legenda.
In feite heeft elk symbool zelfs nog een
vierde variabele, namelijk de naam
ervan of de plaats waarin het zieh be-
vindt. Het werd de tekenaar waar-
schijnlijk te veel om dit ook nog eens
in de kaart te verwerken, dus heeft hij
elk symbool een nummertje gegeven
dat verwijst naar een namenlijst. De
koppeling tussen een nummer in de
kaart naar een naam in de lijst is vrij
eenvoudig te maken, maar andersom
wordt het een stuk moeilijker. Probeer
bijvoorbeeld nummer 87 maar eens
terug te vinden. Door het ontbreken
van namen in de kaart is het voor de
gebruiker heel moeilijk zieh te oriente-
ren, maar vooral om een bepaalde
plaats te lokaliseren. Het achterhalen
van de namen van de aartsdiaconaten
levert zo mogelijk nog meer Proble
men op.
Een allerlaatste bezwaar tegen de kaart
is tenslotte het ontbreken van een situ-
atieschetsje van het kaartgebied met de
ligging ten opzichte van de rest van
Nederland.
Met zo'n twee dagen werk is het mo
gelijk een veel betere kaart te maken
(figuur 2). Om te beginnen kunnen
om het kaartbeeld wat rüstiger te
maken en om de thematiek meer op
de voorgrond te laten treden alle klei
ne waterstromen uit de topografische
Wat zijn de bezwaren tegen deze kaart?
Om te beginnen valt op, dat de topo
grafische ondergrond veel te veel over-
heerst. De thematische informatie
wordt daardoor in de visuele hierarchie
naar de tweede plaats gedwongen. Met
name de grenzen van aartsdiaconaten
verdwijnen onder het visuele geweld
van de grote hoeveelheid waterlopen
die zijn weergegeven.
Het tweede punt van kritiek heeft be-
trekking op de legenda. Het achterha
len van de betekenis van Symbolen in
de kaart is voor de kaartlezer een bijna
onmogelijke taak. Oorzaak hiervan is
het aantal variabelen per symbool, in
combinatie met een verkeerd symbool
ontwerp.
Elk symbool moet drie variabelen
weergeven. De eerste is kwalitatief van
aard, namelijk het onderscheid tussen
kapittel, klooster of stift en kerk. De
tweede variabele is binair (een bijzon-
dere vorm van kwalitatief), het al dan
niet behoren tot het kapittel van Le
buines te Deventer. De laatste variabe
le heeft een ordinaal meetniveau, en
geeft het tijdvak waarin de kerk, kloos
ter, stift of kapittel vermoedelijk is ge
sticht. Deze drie variabelen leveren in
totaal dertig verschillende combinaties
op. In praktijk komen er op de kaart
16 van deze combinaties voor. In de le
genda worden echter slechts acht com
binaties verklaard. Zo zijn er, als je
tenminste afgaat op de legenda, geen
kerken die niet tot het kapittel van Le
buines behoren! Verder wordt er heel
wat gepuzzel verwacht van de gebrui
ker om de betekenis te achterhalen van
bijvoorbeeld een zwart vierkantje met Figuur 1. De oorspronkelijke kaart uit het boek Het kapittel van Lebuines in Deventer.
Aartsdiakonaat Devenler
1 Deventer. Sl.-Lebuinus
(kapittel)
Deventer. St.-Nicolaas
bij Deventer. Ter Hun-
nepe (stift)
Terwolde
Twello
Wilp
Gorssel
Zutphen, St.-Walburg
(kapittel)
9. Zutphen. St.-Marie
10. Warnsveld
12. Vörden
13. Wichmond
14. Steenderen
1$. Doesburg
16. Angerlo
17. Hoog-Keppel
18. Laag-Keppe!
19. Hummelo
ao. Doetinchem
21. bij Doetinchem, Bethle
hem (klooster)
22. Ruurlo
23. Lochern
24. Bathmen
25. Wesepe
26. Raalte
27. Heino
28. Hellendoorn
29. Den Harn
30. Hardenberg
31. Heemse
32. Gramsbergen
33. Ommen
34. Dalfsen
35. Zwolle
36. Hasselt
37. bij Hasselt. Marienberg
(klooster)
38. Rouveen
39. Staphorst
40. Genemuiden
41. Mastenbroek
42. I|sselmuiden
aJ°- 5
Overzicht van de middel
eeuwse parochiekerken in
Oost-Nederland en van de
kerken waarvan het kapit
tel van Deventer in de late
middeleeuwen het collatie
recht bezat. De (globale)
dattring van de kerken
berust op vermeldingen in
schrifielijke bronnen en op
archeologische en bouw-
historische gegevens.
Bchalve de kerken van het
aartsdiakonaat Deventer
zijn ook die van de aarts-
diakonaten Oldenzaal en
Emmerich aangegeven,
evenals een aantal kerken
gelegen in andere aan dat
van Deventer grenzende
aartsdiakonaten. De ker
ken in de Achterhoek be-
hoorden in de middeleeu
wen tot het bisdom Mün
ster. Opmerkelijk is dat de
kerken die aan Deventer
toebehoorden (zwart inge
kleurd) met uitzondering
van Delden en Borne alle
in het eigen aartsdiako
naat waren gelegen.
Op basis van: Muller
Hzn. 1921, Ter Kuilc
1964, Ter Kuile 1974,
Slicher van Bath 1977. dl.
1, bijlage 2. Van Kesieren
1984, bijlage), aangevuld
met eigen onderzocksgegc-
vens. (Tekening: B. Wage-
kapittel
klooster of kaminnikessenstift
het kapittel St.-Lebuinus
tsdinkonaat
900-1030
46