Fysische onderwerpen
Aantal kaarten als percentage van het totaal aantal kaarten, per provincie, 1995
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
De themagroepen 2, 4, 5, 6 en 8 werden onderverdeeld in 3
subthema's waarin de diverse onderwerpen van een thema
zijn samen te vatten (het kader geeft een voorbeeld). Aan de
hand van de thema-index van de bibliografie, onderverdeeld
naar regio, werd er een aantal weken geturfd. Sommige be-
schrijvingen beslaan meer dan een regio, en thematische
kaarten kunnen meer dan een thema toegekend krijgen. Het
turven van de ingangen, waarbij op de bibliografie terugge-
vallen kon worden voor controle, bleek minder gemakkelijk
dan we ons hadden voorgesteld. Het was een slopend karwei
dat niet door een enkel persoon gedaan kon worden, anders
had het werkelijk op Sisyphus-arbeid geleken. Uiteindelijk
heeft de gehele afdeling mee geholpen. Na enige weken wa
ren we met meer dan 60.000 eenheden uitgeteld.
Kaarten voor kaarten
Natuurlijk ligt bij de Deporcollectie de nadruk op Neder-
land. Nederland heeft echter een groot aantal uitgevers die
ten behoeve van de internationale wetenschappelijke wereld
publiceren. Dit betekent dat een relevant gedeelte van de
collectie op gebieden buiten Nederland betrekking heeft.
Om dit tot uitdrukking te brengen zijn er een aantal tabel-
len gemaakt (zie kader vorige pagina)
Er was al nagedacht over de vraag hoe we deze informatie
zouden willen visualiseren. Ofschoon sommige provincies
in Nederland veel groter zijn dan andere zijn ze toch rede-
lijk vergelijkbaar wanneer Nederland in een normale pro-
jectie wordt weergegeven. Daarom is besloten om het pro
fiel van Nederland als driedelige choropletenkaarten weer te
geven. Door deze driedelige weergave is het goed mogelijk
de bedekking per subthema te vergelijken. Om niet alleen
de bedekking te kunnen vergelijken maar 00k het aantal
kaarten, zijn de aantallen in elke afbeelding vermeld (bij-
I997-XXIII-3
Figuur 3. Choro-
pletenprofiel van
het thema Fysische
onderwerpen voor
Nederland.
voorbeeld N=30o). Omdat ze ver uit
elkaar kunnen liggen, is de klassenin-
deling gebaseerd op percentages. Na
grondig onderzoek bleek de volgende
indeling het meest geschikt:
minder dan 4,5
4,5 - 9,0
9,1 - 13,5
13,6 - 18,0
meer dan 18,0
De in figuur 3 weergegeven chorople
tenkaarten geven een goed profiel van
het als voorbeeld gekozen thema.
Voor de wereld als geheel was het niet
mogelijk een choropletenkaart te ma-
ken. Niet alleen is de grootte van de
continenten onvergelijkbaar, 00k de
statistische data zijn zo uiteenlopend
dat 'natuurlijke' kaarten niet tot de ge-
wenste visualisatie zouden leiden. Bo-
vendien dienden we rekening te hou-
den met gebieden zoals imaginaire we
reld, ruimte buiten de aarde, en we-
reldzeeen. Na lang gedelibereer hebben
we anamorfoses als kaarttype geno-
men. Daarbij worden oppervlakken
proportioneel gemaakt aan de aantal
len van het weer te geven verschijnsel,
in dit geval het aantal getelde kaarten.
In FreeHand hebben we een bestand
gemaakt met honderd gelijke recht-
hoeken.Vervolgens zijn de percentages
uit de tabellen gebruikt (zie de derde
tabel in het kader) om het aantal
Geofysica, geologie, geomorfologie en
bodemkunde
Hydrologie, glaciologie, klimatologie en
meteorologie
Biogeografie en ecologie
N 2047
N 1246
l >1h M
I I minder dan 4.5
f 4.5 - 9.0%
ÜB 13.6-18.0%
meer dan 18.0%
I l minder dan 4.5
l 4.5- 9.0%
P 1 9.1 - 13.5%
llitl 13.6-18.0%
meer dan 18.0%
I l minder dan 4.5 l_
[—3 4.5 - 9.0%
mm 13.6-18.0%
meer dan 18.0%
Simone Meijer
Bron: CCK-Depot bestand, 1 augustus 1995
18