KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-4 tot 40 jaar oud), met een hoog oplei- dingsniveau, met een belangstelling voor wetenschap, technologie en/of Computers en in het bezit van een PC, die een nuttig gebruik maken van het www op het Internet. Maar de dingen veranderen tegenwoor- dig snel. Er vinden ontwikkelingen plaats die zullen leiden tot een Inter- net-systeem voor de gewone televisie- ontvangers. Weldra zullen veel pc's thuis 00k worden vervangen door meer eenvoudige en meer goedkope nc's (netwerk Computers). En het onderwijs op alle niveau's heeft 00k al de kracht van het Web ontdekt. We kunnen dus verwachten dat steeds meer verschillen- de gebruikers, inclusief de 'gewone', al spoedig op het Web zullen surfen en 00k kaarten zullen gebruiken die via het Web worden gegenereerd. Voor deze soort gebruikers, die er normaal gesproken niet Over zouden denken om bijvoorbeeld Gis-software aan te schaf fen, zal het Internet het 00k mogelijk maken om werkelijk interactief bezig te zijn met kaarten, zodat allerlei indivi- duele geografische problemen veel effi- cienter en doelmatiger kunnen worden opgelost dan ooit tevoren. Het is echter niet allemaal zo simpel als het lijkt en er moeten nog een aan- tal problemen worden opgelost om dit mogelijk te maken. Een probleem, naast de andere beperkingen die hier- voor al genoemd zijn, is dat op het moment gebruikers nog steeds de En gelse taal machtig moeten zijn willen ze op het web kunnen surfen. Een an der probleem is dat degenen die Websi tes maken alleen dan de gebruikers kunnen voorzien van de kartograßsche hulpmiddelen die ze werkelijk nodig hebben als ze weten wat de wensen en behoeften zijn van deze gebruikers en hoe ze deze hulpmiddelen hanteren. Conclusie Het Net brengt een revolutie te weeg in de manieren waarop mensen de geografische informatie verkrijgen die ze nodig hebben en, daarmee 00k, in de manieren waarop ze kaarten gebrui ken. Interactiviteit is in dit opzicht een sleutelbegrip. Maar om het medium net zo krachtig te maken als het wel kan zijn, moeten de kaarten zo veel mogelijk worden aangepast aan de doeleinden waarvoor ze gebruikt wor den en aan de mensen die deze hulp middelen toepassen. En om dit te kunnen doen moet er eerst meer on- derzoek worden gedaan om de verschillende doeleinden en de verschillende gebruikers te identificeren. In zekere zin is dit onderzoek niet verschillend van kaartge- bruiksonderzoek in andere kaartgebruiksomstandigheden dan het Internet; tenslotte is het Internet in wezen alleen maar een communicatiemiddel. Bijvoorbeeld aan de ant- woorden op vragen als wanneer, waarom en hoe mensen ge bruik maken van kaarten bij de exploratie van geografische gegevens is net zo veel behoefte in de 'stand alone' Gis-om- geving als in de Internet-omgeving. Evenzo zijn de resulta- ten van onderzoek naar de waarnemingseigenschappen van de visuele variabelen (inclusief de nieuwe 'dynamische') die worden toegepast op kartografische Symbolen van belang in alle omstandigheden waarin kaarten op computerschermen worden weergegeven. Meer te weten komen over de speci- fieke achtergronden en kenmerken van gebruikers die van invloed zijn op hun vermögen om de geografische informa tie, die inherent is aan de kaart, waar te nemen en te begrij- pen (bijvoorbeeld leeftijd, vooropleiding, bestaande kennis en ervaring) is niet alleen van belang voor de ontwikkeling van kartografische hulpmiddelen voor het Internet. Maar sommige aspecten van kaartgebruik kunnen wel zeer specifiek zijn voor de Internet-omgeving en moeten afzon- derlijk worden onderzocht. Bijvoorbeeld: Wat zijn de typi sche kenmerken van het zoekproces op het Web waarbij antwoorden worden gezocht (die moeten worden gegeven middels kaartbeelden) op uiteenlopende geografische vra gen? Wat is in dit proces de rol van gebruikersinterfaces? En verschaffen de resulterende individuele kaarten werkelijk de vereiste informatie, of geven ze aanleiding tot misinterpre- taties? Ten slotte, wat is de kwaliteit en betrouwbaarheid van de geografische informatie die middels kartografische afbeeldingen op het Internet wordt overgebracht? Om in Staat te zijn om antwoorden te vinden op deze en an dere vragen moeten er proefnemingen worden uitgevoerd met gebruikers van kaarten op het Internet. Dit kan worden gedaan op basis van strikt gedefinieerde taakscenario's in re alistische surfsituaties met behulp van Software die toetsaan- slagen registreert en het toetsen van de prestaties, misschien zelfs van afstand via het www zelf. Tegelijkertijd kan het, voor of na dit soort proefnemingen, zinvol blijken te zijn om een typologie te ontwikkelen van vormen van kaartgebruik en kaartgebruikers op het Internet, wellicht ten dele geba- seerd op de kaartgebruikskubus van MacEachren. De ica- commissie Map Use, waarvan beide auteurs deel uitmaken, kan hierbij een coördinerende rol speien. Maar het onder- werp 'Kaartgebruik op het Internet' leent zieh 00k bijzonder goed voor het insteilen van een nieuwe projectgroep van de werkgroep Kaartgebruik van onze eigen nvk. Gei'nteresseer- den kunnen zieh melden bij de eerste auteur van dit artikel! Noot Dit artikel is als lezing gepresenteerd op de i8e Internationale Karto grafische Conferentie icc 97 van de ica, die van 23 tot en met 27 juni J997 werd gehouden in Stockholm, Zweden. De verwijzingen naar Websites zijn in September 1997 nog gecontroleerd. Door de verander- lijke aard van het medium zullen er ten tijde van publicatie van dit artikel enerzijds enkele verwijzingen misschien niet meer geldig zijn en anderzijds zullen er ongetwijfeld andere en betere illustraties zijn bijgekomen op het www. 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 13