1 18:34 1978 m - H 1 2 tifi KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-4 beeld twee keer per maand zijn uitge- voerd, terwijl er in de winter maar een keer per maand is gemeten. In medi- sche toepassingen kan her aantal waar- nemingen verhoogd worden tijdens her uitbreken van een epidemie. Daar- om is het noodzakelijk dat een indica- tie van een plaatsing in de tijd wordr aangevuld met een indicatie van de temporele frequentie. Legenda's met geluid kunnen in dit verband een inte ressante optie vormen [Krygier, 1994] Bij het uitvoeren van gegevensexplora- tie kan het nuttig zijn dat de waarne- mer van een temporele animatie de ge- gevens niet alleen in temporele maar 00k in een niet-temporele volgorde be- kijkt: een methode die door DiBiase et al. [1992] re-expressie is genoemd. Volgorde is door MacEachren [1995] als een van de zes fundamentele dyna mische variabelen voor animaties be- schreven. Een tijdserie in een andere dan de chronologische volgorde plaat- sen kan patronen zichtbaar maken die anders verborgen zouden blijven. Di Biase et al. [1992] hebben bijvoorbeeld met een Studie van de neerslag in Mexico beeiden die gebaseerd waren op maandelijkse gegevens vanuit de chronologische volgorde in de volgor de van een voorspellingsmodel gezet. Daarmee konden ze aantonen dat de sterkste variatie zieh in het voorjaar voordeed. Dat zou niet zijn opgevallen bij het alleen in chronologische volgor de bekijken van de beeiden. We veron- derstellen dat voor dit soort exploratie- ve analyse sommige legendatypen meer duidelijkheid zullen brengen dan andere. Deze hypothese is gebaseerd op de veronderstelling dat verschillen- de legendastijlen 00k verschillen in de manier waarop zij de gebruiker bege- leiden bij het begrijpen van de tempo rele veranderingen in de animatie. Legendatypen Bij een kartografische animatie behoort over het algemeen, net als bij andere kaarten, een legenda. Een deel van deze legenda moet Symbolen verklaren die in de individuele kaartbeelden zijn ge- bruikt. Een ander deel, dat de tempo rele component verklaart, heeft een tweevoudige funetie: het geeft de tijd aan en biedt de mogelijkheid om door de tijd te reizen (figuur 2). De eerste funetie verbindt de weergavetijd met de wereldtijd. Dankzij de tweede fune tie kan de waarnemer van de animatie, binnen de grenzen van de gerepresen- Figuur 3. De type vragen die te beant- woorden zijn wan- neer de temporele legenda de eigen- schappen 'tijdsaan- duiding' en 'reizen door tijd'goed com- bineert. 1 1 L 1 mm I I Is er? W anneer? Hoe lang? Hoe vaak? Hoe snel? Welke volgerde? teerde tijdschaal, verschillende aspecten van tijd manipule- ren. Dit betreft onder andere het springen naar een bepaald tijdstip, het selecteren van een periode waarover de informa- tie geaggregeerd moet worden, en het selecteren van een temporele resolutie waarmee de gegevens bekeken moeten worden. De combinatie van de legenda als interpretatiemechanisme en interface-instrument Staat toe dat de waarnemer van de temporele animatie vragen kan beantwoorden over het be- staan van een object (is er?), de temporele locatie (wan- neer?), de tijdsintervallen (hoe lang?), de temporele textuur (hoe vaak?), de mate van verandering (hoe snel?), en de op- eenvolging (welke volgorde?) [MacEachren, 1995] (figuur 3). De keuze van een legenda is afhankelijk van de aard van het temporele fenomeen in de animatie, de aard van de ver- wachte vraagstelling en het doel van de animatie. Voor temporele animaties zijn twee soorten legenda's be- schikbaar. Net als in de statische kaart kan de legenda in een eigen weergaveruimte verschijnen. Maar de dynamiek van de animatie Staat 00k toe dat de legenda visueel of sonisch direct in het kaartbeeld wordt opgenomen. Voor wat betreft legenda's in een eigen weergaveruimte kunnen drie subcate- gorieen worden onderscheiden: een analoge klok, waar de temporele positie gerepresenteerd wordt door de stand van de wijzers, een schuifbalk waar de temporele locatie wordt gemarkeerd door een schuif op een tijdslijn die de totale tijdspanne van de animatie weergeeft, of door middel van een numerieke aanduiding in discrete eenheden (figuur 4). Figuur 4. Tempo rele legendatypen in een eigen weergave ruimte: de klokde schuifbalk en een numeriek aandui- analoge klok winter voor- herfst (§L iaar zum ei schuif numeriek Q verlederT*^ he den (joekomst 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 17