Gebruikersonderzoek bij het vormgeven van informatiesystemen Werken met een plattegrond als voorbeeld KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT R.J. van Ouwerkerk, B. Leenders L.J.M. Mulder kaartgebruik, kartografische communicatie, onderzoek map use, cartographic communication, research utilisation de cartes, communication cartographique, recherche TREFWOORDEN KEYWORDS MOTS-CLES In deze bijdrage worden een aantal algemene cognitief ergonomische en arbeidspsychologische principes be- sproken die van belang zijn bij het vormgeven van mens-computer-systemen. Daarbij wordt een pleidooi gehouden voor gebruikersonderzoek in een vroeg Stadi um van het ontwikkelen van mens-computer-systemen. Om de relevantie hiervan te illustreren zal worden inge- gaan op een onderzoek naar het plannen van routes en zal het navigeren in een (virtuele) plattegrond worden beschreven. Drs. R.J. van Ou werkerk links is universitair Do- cent Arbeidspsycho logie bij de vak- groep Experimen- tele en Arbeidspsy chologie van de Rijksuniversiteit Groningen (Grote Kruisstraat 2I1, 9712 TS Groningen) Drs. B. Leenders is Internet Engineer bij Trefpunt Ne- derland (De Dreef 2, 3706 BR Zeist). Dr. L.J.M. Mul der rechts is uni versitair hoofddo- cent Biopsychologie en Cognitieve Erg onomie bij de vak- groep Experimen te le en Arbeidspsy- chologie van de Rijksuniversiteit Groningen. De PC als belangrijk arbeids- middel De Computer is niet meer weg te den ken uit het arbeidsleven van het me- rendeel van de beroepsbevolking. Naast de vele mogelijkheden die het werken met PCs of andere informatiemiddelen biedt, ontstaan 00k nieuwe knelpun- ten in de relatie tussen arbeid en mens. Een belangrijke onderwerp voor het cognitief ergonomisch en arbeidspsy- chologisch onderzoek is daarom te be- oordelen welke eisen het moderne mentale werk aan de gebruiker steh en hoe hulpmiddelen dusdanig vorm ge- geven kunnen worden dat mensen er efficient en plezierig mee kunnen wer ken zonder daarbij mentaal over- of onderbelast te worden. De cognitieve ergonomie is de wetenschappelijke dis- cipline die zieh daarbij bezighoudt met het beoordelen, optimaliseren en vormgeven van mens-ma- chine interactie, waarvan het computergebruik wellicht de meest gangbare vorm is. De arbeidspsychologie rieht zieh met name op de relatie tussen mens en werk en de wijze waarop de taakverrichting tot stand komt en de eventuele Problemen die hierin kunnen optreden. Cognitief ergonomische en arbeidspsychologische uitgangspunten Een van de kerngedachten binnen de cognitieve ergonomie en de arbeidspsychologie is dat taakuitvoerders rationele overwegingen maken over de wijze waarop zij hun taak uit- voeren en welke hulpmiddelen zij daarbij aanwenden. Daar- mee is het menselijk handelen sterk doelgericht en opge- bouwd uit doel-actie-ketens [Hacker, 1978; Card et al, 1983]. Aan deze notie van doelgerichtheid zijn twee implicaties ver- bonden namelijk dat taakuitvoerders kunnen verschillen in de doelen die zij nastreven en dat de beschikbaarheid, de vormgeving of de samenstelling van hulpmiddelen (zoals in- terfaces) moet aansluiten bij de doelen en intenties die ge- bruikers zieh stellen bij het uitvoeren van hun taak. Voor wat betreft het eerste geldt dat individuen verschillen in de kennis en vaardigheden die zij bezitten voor het ver richten van een taak en derhalve verschillen in de intenties die zij hebben tijdens hun taakuitvoering. Belangrijk daarbij zijn, naast individuele eigenschappen, de eerdere ervaringen met een taak en een computer-systeem. De gebruiker vormt zieh op basis van deze kennis en vaardigheden een model van de taak, van het hulpmiddel of de 'interface' waarmee gewerkt moet worden en van de arbeidsomgeving waarbin- nen gewerkt wordt. De dichotomie in kennis en vaardighe den die meestal beschreven wordt is die tussen 'expert' en novice', hoewel feitelijk sprake is van een continuüm van kennis en vaardigheden. De inhoud van het interne model geeft aanleiding tot de opbouw van een plan hoe de taak uit te voeren; welke volgorde van stappen, met welke middelen en op welke objecten (handelingsplan). Dit plan resulteert uiteindelijk in de keuze van een werkwijze om de taak, gege- ven de doelen die de taakuitvoerder zieh heeft gesteld, zo goed mogelijk uit te voeren. Het resultaat van deze hande- lingswijze wordt verder gecontroleerd zodat bijstellingen 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 27