I KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-4 TAAKEISEN HERDEFINITIE MENTALE HANDELINGSPLAN PROCES REPRESENTATIE Taakinhoud Hulpmiddelen Beoordeling Doel Beschikbare Omgeving taakeisen Situatie werkwijzen PRESTATIE, WERKWIJZE/ LEER- EN STRATEGIE BELASTINGS- EFFECTEN Bijstelling mogelijk zijn van het aanvankelijke gevormde plan en we Figuur 1. Dyna- dus leren van ons handelen. Dit dynamisch proces van afwe- misch proces van ging en aanpassing is schematisch weergegeven in figuur 1. doelgericht hande len. Bij de uitvoering van mentaal werk, maar overigens 00k bij fysiek werk, worden verschillende cycli van informatiever- werking doorlopen. Een dergelijke cyclus verloopt in een aantal stappen waarvan het resultaat voortdurend gecontro- leerd en eventueel bijgesteld wordt. Dit betekent Over het algemeen dat een transformatie plaatsvindt van informatie die ons via de menselijke sensoren bereikt, welke vervolgens bewerkt en verwerkt wordt om uiteindelijk te resulteren in een al of niet waarneembare reactie. Zo zullen bij het lezen van een woord, eerst de fysieke ei- genschappen van de Stimulus gedecodeerd worden (pa- troonherkenning)Vervolgens wordt vastgesteld om welke karakters het gaat. Deze karakters worden uiteindelijk om- gezet in semantisch of associatief gecodeerde informatie en in contact gebracht met informatie die in ons lange-ter- mijn-geheugen ligt opgeslagen. Op basis hiervan wordt een woord al of niet herkend, denk bijvoorbeeld aan het lezen van een onbekende taal. De plaats waar de uitwisseling en koppeling van informatie geschiedt, wordt het werkgeheu- gen genoemd, en kenmerkt zieh door een beperkte capaci- teit. Uiteindelijk kan de informatie verder bewerkt en voor- bereid worden tot een reactie zoals we kunnen hören wan- neer iemand aan het voorlezen is. Het verwerken van ruim- telijke informatie gebeurt op een vergelijkbare wijze, hoewel de code waarmee informatie in de hersenen wordt opgesla gen hierbij anders is. Bij codering van ruimtelijke informa tie is de codering in locatie, richting en afstand van groot belang. Er bestaat neurofysiologische evidentie dat verschil lende hersenstrueturen en -cellen verantwoordelijk zijn voor de verwerking van ruimtelijke informatie [Poucet, 1993]. Een tweede implicatie van de doelgerichtheid van het men- selijk handelen betreft de afstemming tussen de doelen of de mentale modellen van de taakuitvoerders en de vormge- ving van arbeidsmiddelen i.e. mens-computer Systemen. Ontwerp en vormgeving van interactieve Systemen Bij het ontwerpen van interactieve Systemen dient zowel vol- doende aandacht besteed te worden aan de technische of functionele vormgeving van het systeem, als 00k aan de vormgeving van de interface waarmee gecommuniceerd en/ of gehandeld moet worden. In principe dient bij het vormge- ven van informatiesystemen eerst vastgesteld te worden voor welke gebruikersgroep het systeem ontworpen wordt. Zijn dit professionele gebruikers of wordt het informatiesysteem 00k incidenteel geraadpleegd? De functionaliteit en de vorm geving van het informatiesysteem is sterk afhankelijk van de gebruikers groep waarvoor het systeem ontworpen wordt. Indien het globale ontwerp en de bij- behorende functionaliteit van de appli- catie bekend is kan aandacht besteed worden aan het detailontwerp (inter face). Belangrijkste vragen daarbij zijn hoe de objecten waarop de taakuit- voerder bewerkingen moet uitvoeren in het systeem gerepresenteerd worden en hoe de knoppen en de besturings- elementen waarmee operaties op die objecten uitgevoerd kunnen worden, zijn vormgegeven. Een goede en uitge- breide (cognitieve) taakanalyse kan hierbij behulpzaam zijn [Van Ouwer- kerk et al., 1994; Kirwan Ainsworth, 1992]. Met name bij het ontwikkelen van complexe informatiesystemen zal hier veel aandacht aan besteed moeten worden, omdat de (visuele) objecten waarop bewerkingen kunnen worden uitgevoerd in dergelijke Systemen vaak op een complexe datastruetuur betrek- king hebben. Een van de mogelijkheden om een uit- spraak te kunnen doen over de beste manier van het representeren van ob jecten in een informatiesysteem is het uitvoeren van experimenten naar de taakverrichting van gebruikers bij der gelijke Systemen. Daarnaast is het mo gelijk om in dergelijke experimenten het leerproces en de werkwijzen die taakuitvoerders hanteren in detail te bestuderen. Recentelijk is er op de af- deling Experimentele en Arbeidspsy chologie van de Rijksuniversiteit Gro ningen een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop taakuitvoerders leren navigeren in (virtuele) plattegronden en de representatie die zij zieh daarbij vormen van de plattegrond. Gezien het belang dat een dergelijk onderzoek kan hebben bij de vormgeving van infor matiesystemen, zoals bijvoorbeeld rou- tegeleiding-systemen in auto's, wordt hier wat dieper ingegaan op de opzet en uitkomsten van dit onderzoek. Een onderzoek naar routes zoe- ken Om het navigeren en plannen van routes in plattegronden te onderzoe- ken is een routezoektaak op de PC ont- wikkeld waarmee de strategieen en we gen die taakuitvoerders volgen, in de tail geregistreerd kan worden [Leen- ders, 1997]. Proefpersonen krijgen een (virtuele) plattegrond te zien, met daarop een twintigtal locaties (bijvoor- 26

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 28