Kartografische grammatica
][U
IVM i
KERNKATERN 8
I
b 1
De grafische variabelen
Prof. dr. F. J.
Ormeling jr. is als
hoogleraar Karto-
grafie verbonden
aan de Rijksuni-
versiteit Utrecht,
HeideIberglaan 2,
3384 CS Utrecht,
tel. 030 - 2331373.
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I
F.J. Ormeling
De kaart in figuur ia zegt helemaal
niets - omdat er geen relatie wordt uit-
gebeeld. Het maximaal afleesbare is de
locatie van A (113, 15.3). Het wordt iets
beter wanneer de legenda wordt toege-
voegd (figuur ib): daarmee wordt de
waarde van de attribuutgegevens vast-
gelegd. Maar een kaart is een oneffi-
ciente manier om te zeggen dat er op
de locatie A 30 bories' voorkomen
('bories' zijn van losse steenblokken
gebouwde huizen; ze komen voor in
de Haute Provence). De kaart wordt
pas interessant wanneer we er relaties
op kunnen aflezen, wanneer we kun-
nen zien hoe we ergens kunnen komen
(dus relaties met onszelf), maar 00k de
relaties tussen de gekarteerde dementen
zelf (waardoor patronen duidelijk wor
den) en relaties tussen het gekarteerde
verschijnsel en andere verschijnselen,
zoals de bodem (zie figuur 2 en 3).
De kaart in figuur 2 wordt door ieder-
een op dezelfde manier ervaren, 00k
wanneer iemand ons notatiesysteem
15,0-
Figuur ia. Het
voorkomen van 'bo-
van Arabische cijfers in de legenda niet zou begrijpen: wan
neer Symbolen in grootte verschillen wordt er automatisch
de conclusie uit getrokken dat het om verschillende aantal-
len gaat, en dat een symbool dat tweemaal zo groot is als
een ander symbool, 00k een tweemaal zo groot aantal of
tweemaal zo grote waarde aangeeft.
15,5
15,0
14,5-
14,0
Gordes
Roussillon
mettes
enerbes
Bonnieu
Hoofdweg
Lokale weg
Rivier
o Stad
1 400 m
II! 300-400 m
l~l 200-300 m
I I 100-200 m
I I 100 m
112 113 114 115 116 117 118 119 120
nes in een äeei van
het departement
Vaucluse.
Figuur ib. Legenda
voor de kaart in fi
guur ia en 2.
1
5
Aantal bories
per plaats
Figuur 2. Het voorkomen van 'bories'in (een groter deel van) het
departement Vaucluse (weergegeven met de grafische variabele
'grootte').
De reactie op figuur 3 is 00k voor iedereen hetzelfde. Er is
sprake van verschillende kleuren waarmee de vlakken zijn
ingevuld. Welnu, 00k zonder de bodemkundige termen te
begrijpen (alluvium is in dit geval een door rivierafzettingen
ontstane bodemsoort; rendzina is een door verwering van
kalksteen ontstane bodemsoort) is het iedereen duidelijk
dat het hier gaat om verschillende kwaliteiten, waarvan de
een niet belangrijker is dan de andere. In zo'n geval spreken
wij van nominale verschillen. Ook als verschillende textu-
ren gebruikt worden in plaats van verschillende kleuren
zoals in figuur 3, blijft onze reactie daarop een waarneming
van nominale verschillen.
In figuur 4 is zowel sprake van een verhouding tussen de
trappen of klassen (de ene uitkering is per inwoner bijvoor-
29