Kaartgebruiksstappen
en bijbehorende kwaliteitseisen
Prof. dr. F. J.
Ormeling jr. is als
hoogleraar Karto
grafie verbonden
aan de Rijksuni-
versiteit Utrecht,
Heidelberglaan 2,
3384 CS Utrecht,
tel. 030 - 23313/3.
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I997-XXIII-4
F.J. Ormeling
kaartgebruik, gegevenskwaliteit
map use, quality of data
utilisation de cartes, controle des donnees
TREFWOORDEN
KEYWORDS
MOTS-CLES
Kartografen hebben een beter inzicht nodig in geo-in-
formatie-productielijnen, dus in de manier waarop geo-
informatie verzameld en verwerkt wordt, om op basis
daarvan de gebruikers van de geo-informatie een beter
inzicht te geven in de waarde van de daarmee geprodu-
ceerde gegevens. We moeten niet alleen de juiste infor-
matie bij de gebruiker krijgen, maar er 00k voor zorgen
dat de gebruiker die informatie op de juiste manier kan
duiden. Omdat de eisen aan de gegevenskwaliteit zul-
len verschillen naar gelang de fase van het gebruik van
geo-informatie, moeten we ervoor zorgen dat in een be-
paalde fase de juiste kwaliteit voorhanden is, en 00k
bruikbaar, door de gevraagde kwaliteitsinformatie ade-
quaat te visualiseren.
In april 1996 werd in Charlotte, North
Carolina, het voorjaarscongres gehou-
den van de American Association of
Geographers. Dat is het jaarlijkse con-
gres waarin Amerikaanse kartografen,
meer nog dan bij de Cartography and
Geographie Information Society (een
onderdeel van de acsm) van nieuwe
ontwikkelingen op de hoogte worden
gebracht. In Charlotte werd onder an
dere de forumdiscussie - nu 00k op het
www te zien - 'has gis killed cartogra
phy' (http://www.ssc. msu.edu/-geo/AA
Ganswers. html) gehouden, waren er
kaartgebruiksfora, zittingen over multi-
media enz. In dit ardkel wordt inge-
gaan op een speciale kaartgebruikszit-
ting, georganiseerd door James Carter
en Ute Dymon. Ze hadden een aantal
kartografen gevraagd aan te geven
"What is it you want to know about
map use and map use environments
and why?" De bijdragen aan deze zit-
ting zijn gepubliceerd in het winter-
nummer 1979 van Cartographic Per
spectiveshet blad van weer een andere
kartografische vereniging, de North
American Cartographic Information Society. Een verkorte
versie van dit artikel verscheen daarin, onder de titel 'Map
use steps and their data quality requirements'.
Inpassing van nieuwe geografische kennis in de
bestaande
Mijn eerste reactie op bovenstaande vraag 'Wat wil je weten
over kaartgebruik en kaartgebruiksomstandigheden en
waarom? was hem toe te passen op de geschiedenis van de
kartografie. De historici van ons vak proberen het proces
van de overdracht van ruimtelijke informatie op een be-
paald tijdstip, of de ontwikkeling in dat proces, te recon-
strueren. Ze onderzoeken dus het volgende proces:
landmeter/kartograaf
cognitieve kaart
kaart kaartgebruiker
Met cognitieve kaart wordt de voorstelling over de ruimte
bedoeld die de kaartgebruiker met hulp van de kaart uit-
breidt. Niet alle aspecten van dit proces worden in gelijke
mate bestudeerd door historici. Ze concentreren zieh vooral
op de landmeters/kartografen en op hun produeten, name-
lijk de kaarten. De kaartgebruikers en de ruimtelijke voor-
stellingen die ze er op nahouden komen nauwelijks aan de
orde. Ik zou zo graag willen weten wat nu de ruimtelijke
kennis van iye-eeuwse Nederlanders was: wat wisten ze van
andere landen; wat moesten ze weten om er de nieuwe
ruimtelijke kennis die ontdekkingsreizigers verworven - zo-
als de ontdekking van Austraiie - aan te kunnen verbinden?
Heiaas hebben de historici van de kartografie zieh daar nog
met mee bezig gehouden. Ze concentreren zieh op de pro-
ducenten en de produeten, maar aan het doel van beide,
het overdragen van de ruimtelijke informatie, komen ze
maar niet toe.
Wanneer mensen nieuwe informatie willen opnemen in
hun cognitieve kaart (de voorstelling die we ons maken van
de ruimte om ons heen), moet die nieuwe informatie re
dundante dementen bevatten, dat wil zeggen dat er aspec
ten moeten in zitten die we al kennen. Anders kunnen we
het niet verbinden met onze bestaande cognitieve kaart.
31