bPATB. fcCL}\£l LJKO jL/ANA IVISUft
CBTTURfrl^MlJI
6J^Co 115'p
^levBnt S<lc\hei\c<iotj2&M co^e cohc^tSf
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-4
Zelfs als onze I7e-eeuwse landgenoten u niet interesseren
zou die interesse nog wel de volgende algemene vraag moe-
ten gelden: welke redundante informatie hebben we nodig
in onze kaarten om de gebruikers ervan in Staat te stellen de
nieuwe ruimtelijke informatie in te passen in hun bestaande
ruimtelijk referentiekader (tussen haakjes: pas als die inpas-
sing mogelijk is zijn we 00k in Staat die nieuwe kennis te
onthouden; zonder zo'n aanknopingspunt gaat ze weer snel
verloren).
Wanneer het om kleinschalige thematische kaarten gaat, is
het de topografie die meestal redundant is, en de nieuwe
thematische informatie kan in onze cognitieve kaart wor
den opgenomen vanwege die redundante topografische
kapstok die als aanknopingspunt fungeert. We noemen dit
proces de integratie van geografische en thematische infor
matie. We kunnen dat proces alleen maar uitvoeren doordat
we onszelf eerst bewust maken van enerzijds het gekarteerde
gebied en anderzijds de manier waarop de thematische in
formatie is gesymboliseerd. Pas daarna zijn we in Staat om
zinvolie of betekenisvolle relaties tussen de gesymboliseerde
objecten waar te nemen. En daar gaat het bij kaartlezen om.
Kaartlezen is geen opzichzelfstaande activiteit. Het is een
onderdeel van het vraag- en antwoordproces dat we een
geo-informatie-productielijn kunnen noemen. Zie hiertoe
figuur 1. Omdat we een probleem met ruimtelijke implica-
ties willen oplossen, verzamelen we ruimtelijke informatie,
presenteren we die in gevisualiseerde vorm, en door deze
00k te benutten hopen we een antwoord te krijgen op de
gestelde vraag. De basis van de geo-informatie-productielijn
wordt gevormd door een aantal concepten zoals generalisa-
tie, abstractie, een bolvormige aarde enzovoort.
Figuur 1. Geo-in-
formatie-productie-
lijn (tekening A.
Lurvink).
Figuur 2. Geforma-
liseerde geo-infor-
matie-productie-
lijn.
De geo-informatie-productielijn
en kwaliteitsmaten
Kartografen dienen een gei'ntegreerd
beeld te hebben van de hele geo-infor
matie-productielijn omdat zij het zijn
die moeten zorgen voor de metagege-
vens (gegevens over gegevens) die de
gebruiker nodig heeft om de gevisuali
seerde data op een correcte manier in
te schatten en te interpreteren. Wan
neer we dit model van de geo-informa
tie-productielijn inwisselen voor een
meer formeel model, zoals in figuur 2,
kunnen we zien dat kartografen op de
hoogte moeten zijn van de manier
waarop de gegevens worden verza-
meld, omdat die manier deels de
nauwkeurigheid van de gegevens zal
bepalen. Als metagegevens geeft de
kartograaf meestal een of meer objec-
tieve kwaliteitsmaten ('objective quali-
ty identifyers') aan, zoals de grootte
vraag"
Geo-informatie-productielijn
gegevens gegevens
verzamelen*"verwerken
gegevens
analyse
gevisualiseerde
producten
antwoord
objectieve
kwaliteits
maten
objectieve
kwaliteits
maten
32