33 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT van de steekproef of de tussenafstand waarmee de bodemmonsters genomen zijn. Maar die meta-informatie is ook nodig bij het proces van de analyse van de verzamelde gegevens: wanneer we gegevensverzamelingen combineren, transformeren dan wel aggregeren (sa- menvoegen tot hogere niveaus), moe- ten we in Staat zijn aan te geven wat er daarbij gebeurt met de kwaliteit van de gegevens. De gebruikers moeten niet alleen op de hoogte gebracht worden van de kwaliteit van de gegevensverza- meling als geheel, maar ook van de lo kale of regionale afwijkingen of ano- malieen in de gegevenskwaliteit, met name wanneer ze de gegevens willen gebruiken om op basis ervan locaties, corridors of gebieden te selecteren die aan bepaalde eisen beantwoorden. I997-XXIII-4 De klassenindelingen waarmee karto- grafen werken kunnen zodanig zijn dat de klassen elkaar wederzijds uitsluiten. We spreken dan van een scherpe of 'crisp' classificatie (bijv. als de bevol- kingsdichtheid in een provincie va- rieert tussen 155 en 390 inw./km2, een indeling van gemeenten in de klassen 15CX200, 20CX250, 251x300, 300- <350 en 350-<400 inw./km2). Maar het kan ook zijn dat de indeling zö vaag ('fuzzy') is, dat een waarneming in meerdere klassen kan vallen, en de klassen elkaar dus deels overlappen (bijv. een indeling in läge, gemiddelde en hoge bevolkingsdichtheid; een ge- meente die op de grens van een läge en gemiddelde dichtheid ligt, kan in bei de klassen vallen). Zo'n indeling heet dan een 'fuzzy' classificatie. Om de nauwkeurigheid van de toeken- ning van een waarneming aan een Mas se aan te geven hebben we nauwkeurig- heidsmaten ontwikkeld. Bij 'crisp' clas- sificaties is dat de waarschijnlijkheid ('probability')Waarschijnlijkheidswaar- den liggen tussen de o en 1, en die waarden geven de kans aan dat de waar neming tot een bepaalde Masse hoort. Bij 'fuzzy' classificaties geeft de gebruik- te nauwkeurigheidsmaat aan in welke mate een waarneming binnen een be paalde Masse valt. De waarde van de maat daarvoor, de mogelijkheid ('possi- bility'), kan ook varieren tussen o en 1. Maar hier - omdat er overlap tussen de Massen kan zijn - is er sprake van moge- lijkheidswaarden ('possibility values') die de mate van lidmaatschap van ver- schillende Massen kunnen aangeven. Er is door kartografen een aantal tech- nieken ontwikkeld om de kwaliteitsin- formatie over gegevens (zoals de bovengenoemde waar- schijnlijkheden dan wel mogelijkheden) te visualiseren; zie daarvoor Van der Wel e.a. [1994] en Jiang [1996]. Ten einde de nauwkeurigheid van op de ratio-schaal meetbare attribu- ten te visualiseren is het bijvoorbeeld mogelijk deze met verschillen in grootte aan te geven. Ten einde de nauwkeu righeid van op de nominale meetschaal meetbare gegevens te tonen kan men zowel Meurverschillen, richtingverschil- len als verschillen in textuur of patroon toepassen. Deze va- riabelen kunnen zowel in een aparte kaart naast de hoofd- kaart worden weergegeven als in de hoofdkaart worden geintegreerd. In het laatste geval is er sprake van een combi- natie van verschillende variabelen, waarbij verschillen in Meursoort bijvoorbeeld inhoudelijke informatie geven (zo als de indicatie van de bodemsoorten) en andere variabelen, zoals grijswaarde, de nauwkeurigheid van die bodeminfor- matie aanduiden. Hootsmans heeft ontdekt dat het nog uit- maakt of de variabelen die de kwaliteit van de gegevens aanduiden in een statische of een dynamische omgeving worden gebruikt. In het laatste geval, dus wanneer er sprake kan zijn van animaties, nemen de mogelijkheden om kwali- teitsinformatie over te dragen sterk toe (figuur 3). Andere aspecten van gegevenskwaliteit dan 'fuzziness' (de mate van overeenkomst met het kerngebied van de Masse) zijn ambiguity' (het verschil in waarde tussen de Masse waartoe een gebied met de grootste mogelijkheid en de Masse waar het met de op een na grootste mogelijkheid toe hoort), de 'credibility' (dat geeft de stabiliteit van de locatie van de Massegrenzen in de kaart aan) of de betrouwbaar- heid van de grens ('boundary certainty') figuur 4). Wan neer ik bij mijn kaartgebruik gei'nteresseerd zou zijn in het afperken van verschijnselen zou ik een kwaliteitskaart willen hebben die de 'boundary certainty' toont, met achromati sche variabelen. Als ik meer gei'nteresseerd zou zijn in het identificeren van de kerngebieden van een Massenindeling zou ik Mezen voor een visualisatie van de 'fuzziness' of de ambiguity'. In veel gevallen zou ik voor de gebruiker betere Figuur 3. De ejfec- ten van grafische variabelen voor het visualiseren van in formatie over onze- kerheid, afhanke- lijk van de manier waarop ze worden afgebeeld [Hoots mans, 1996]. Grafische variabelen Grijswaarde (achromatisch) apart gecombineerd Kleur grijswaarde a grijswaarde b verzadiging Grootte Overige visuele effecten beeldscherpte slicing driedimensionale weergave opflikkeren (blinking) in bepaalde volgorde opbouwen Overige niet-visuele effecten tastbare effecten hoorbare effecten weergave-omgeving statisch interactief (met grijswaarde a wordt bedoeld de overgang van puur zwart naar 100% kleur; met grijswaarde b wordt bedoeld de overgang van puur wit naar 100% kleur)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 39