KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I997-XXIII-4
de nieuwe technieken van oorlogvoe-
ren beter konden weerstaan. De Carto
graphy of India bevatte bijdragen van
Prasad P. Gogate over relatief onbeken-
de topografische kaarten van India,
Henry Schwarz over de Bengaalse At
las van James Rennell en Alexis Rinc-
kenbach over kaarten van Franse plaat-
sen in India in de zeventiende en acht-
tiende eeuw. W.A.R. Richardson richt-
te zieh in de Cartography of the Indian
Ocean op dementen op kaarten van
Heinrich Bunting, Benito Arias Mon-
tano en Manuel Godinho de Eredia.
Daarna sprak Andrew Cook over
Alexander Dalrymple die ten behoeve
van zijn kaart van de Indische Oceaan
uit 1787 gebruik maakte van de bren
nen van de Oost-Indische Compagnie.
De eerste drie Portugese lezingen bin
nen het thema Cartography and Diplo-
maey hadden betrekking op de karto-
grafie van Brazilie in de achttiende
eeuw (Istvän Raköczi Joao Carlos
Garcia; Andre Ferrand de Almeida;
Mario Olfmpio Clemente Ferreira). In
de tweede sessie binnen dit thema wer
den kaarten gebruikt als beleidsinstru-
ment, of voor het bepalen van begren-
zingen (Antal Andras Deäk, Marcel
Watelet, Mary Pedley, Alexei V. Postni-
kov, Vincenc Rajsp). De lezing van
Istvan Klinghammer besprak de bevol-
kingskaarten van Pal Teleki, die onder
andere een belangrijke rol bij vredes-
onderhandelingen hebben gespeeld.
Niet langer is alleen de topografie in
kaarten van belang, er vinden 00k
steeds meer studies plaats naar de ico-
nografische en kunsthistorische aspec-
ten, getuige een serie lezingen onder
de titel Art and Cartographic Represen
tation. Onderwerpen die aan de orde
kwamen zijn de representatie van ar-
chitectuur en stadsgezichten in de zes-
tiende en zeventiende eeuw (Patricia
Alkhoven en Mercedes M. Camino).
Drie presentaties hadden betrekking
op de representatie in de Portugese
kartografie van de 'gouden' zestiende
eeuw (Alexandra Curvelo Campos,
Katarzyna Zalewska, Nuno Milheiro).
Verder volgden bijdragen over de rol
van de 'map room' in het Palazzo
Vecchio in het licht van contemporai-
ne kunstkabinetten (Francesca Fiora-
ni), de relatie van stads- en landbe-
schrijvingen in de literatuur en de
voorstellingen in de Esmeraldo de Situ
Orbis (Suzanne Daveau) en over de re
presentatie van het Braziliaanse land-
schap door Britse reizigers (Luciana de
Lima Martins).
Binnen het thema Official Mapping in
the Nineteenth Century beschrijft David
Fletcher de geschiedenis en invloed van
de Britse Ordnance Survey, terwijl Elri
Liebenberg de rol en invloed aantoont
van de Compilatiekaart in Brits Zuid-
Afrika. Maria Helena Dias Maria
Fernanda Alegria Spraken over de eerste
Portugese kaartseries die in opdracht
van de overheid werden vervaardigd,
zoals de Carta Geral do Reino die tus-
sen 1853 en 1892 tot stand kwam.
De sessie The cartography of Deserts,
Mountains and Roads werd ingeleid
door een verfrissende lezing van Den
nis Reinhartz over de 'gaten in de to
pografische weergave van onder andere
woestijnen, de vaak nog onbekende
gebieden die graveurs het liefst weg-
moffelden door er een cartouche of le-
genda overheen te plaatsten. De repre
sentatie van een ander visueel element
op kaarten, namelijk gebergten, heeft
een lange evolutie doorlopen. Zo
toont Alberta Bianchin aan dat de ver
beterde weergave van gebergten het ge-
volg was van zowel ontwikkelingen in
de techniek als een betere bekendheid
van de kunstenaars met de fysieke vor-
men van gebergten. Als laatste in deze
sessie presenteerde James R. Akerman
de tegengestelde doelen van de karto-
grafische produeten van de League of
American Wheelman, die gericht was
op fietsers, kaarten produeeerden die
als navigatiemiddel dienden en de Na
tional Highway Association wiens
kaarten veeleer commerciele, op pro-
motie van de auto gerichte produeten
waren met weinig praktische waarde.
Onder het thema The Cartography of
Water Features schetste Elmar Csaplo-
vics de kartografie van de rivier de Ni
ger vanaf de veertiende tot en met de
vroege negentiende eeuw. Impliciet is
in deze ontwikkeling de dynamiek van
de veranderingen op sociaal-cultureel
en economisch gebied zichtbaar ge-
maakt. Sarah Bendall bestudeerde de
rol van de opdrachtgevers en landme-
ters bij het in kaart brengen van de
Engelse moerasgebieden. Paul van den
Brink tenslotte sprak aan de hand van
het werk van Nicolaas Cruquius en
Melchior Bolstra over de samenhang
van overheid en rivierkartografie in de
achttiende eeuw die uiteindelijk in
1798 leidde tot de oprichting van de
Nederlandse Rijkswaterstaat.
In Cartography: the moral and social di-
mensions toonde Franz Reitinger een
uitgebreide serie kaarten die te maken
hebben met het huwelijk. In haar Stu
die naar de vorm van nieuwe Steden
aan de Amerikaanse Frontier kwam
Amy de Rogatis tot de conclusie dat
hoewel de bouwers eigenlijk een puri-
teinse ideaal stad wilden bouwen, deze
prineipes niet zo konden worden uit-
gevoerd vanwege tegenstrijdigheden
tussen religieuze opvattingen en ruim-
telijk beheer. De sessie werd afgesloten
met een presentatie van Mead T. Cain
over James Wyld en de Society for the
Diffusion of Useful Knowledge. Door
onder andere gebruik te maken van
zowel traditionele vergrotingstechnie-
ken als nieuwe computertechnieken
kwam P.D.A. Harvey erachter dat de
Jerome kaarten uit de twaalfde eeuw
van Azie en Palestina in feite bestaan
uit vijf over elkaar heen getekende en
weer uitgewiste tekeningen: drie van
Azie en twee van Palestina. Voorstellin
gen van het Paradijs hebben vooral
kunstenaars in de Middeleeuwen ge'in-
spireerd. Alessandro Scafi presenteert
in The medieval world and paradise een
grote hoeveelheid kaarten van rond het
jaar 1500 waarop het paradijs Staat aan-
gegeven. Zo kan het paradijs op ver-
schillende plekken op aarde worden
terug gevonden: de Noordpool, Pales
tina, of, volgens Francesc Relano in de
daaropvolgende lezing, in Afrika.
De laatste sessie was gewijd aan Map
making met lezingen van R.W. Brem
ner over kaartenmaken in Portugal
door Franse Royalisten in het Britse le
ger en door Wolfgang Scharfe die een
beeld schetste van de kartografische ac-
tiviteiten van Franz Ludwig Güssefeld
(1744-1808) die tot het vervaardigen
van de eerste Duitse handatlas leidden.
Ondanks het late uur (van 5 tot 7
's middags) was de Theory session: The
Eye of the Cartographer een bijzonder
levendige aangelegenheid. De drie le
zingen verzorgd door Susan Schulten
(Revolutionary cartography of Richard
Edes Harrison), Rodney Shirley (Atlas
Titlepages), Evelyn Edson (Place is
more than location) gaven niet alleen
aanleiding tot discussies op inhoude-
lijk niveau maar startten 00k de uit-
wisseling van zienswijzen wat nu de
theorie van de kartografie is en hoe
daar in de körnende congressen op zin-
volle wijze invulling aan gegeven zou
kunnen worden.
De postersessie op woensdagmorgen
werd helaas matig bezocht. Desalniette-
min hadden de presentatoren van de
postersessie het druk genoeg met het de-
monstreren en verklaren van hun pro
dueten. Vooral de boekenstands en 00k
de produeten van Explokart (G. Schil
ders Monumenta Cartographica Neer-
landica, Het eerste deel van de faesimi-
le van de Atlas Blaeu van der Hern, en
de concept versie van de door P. van
der Krogt gereviseerde Koeman's At-
46