GIS-CAD DTP 6 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-I meestal toch de taak van de Operator om enig speurwerk te verrichten. Dat dit dikwijls niet zo eenvoudig is blijkt uit het volgende voorbeeld. Zowel Belgie als Frankrijk gebrui- ken een conforme kegelprojectie van Lambert. In Belgie snijdt de kegel de ellipsoi'de, in Frankrijk daarentegen raakt de kegel de ellipsoi'de. Daarenboven onderscheiden ze zieh door verschillende referentie-ellipsoiden. In Belgie is het de Internationale Ellipsoi'de van Hayford, in Frankrijk de Ellipsoi'de van Clarke uit 1880. De x- en y-offset voor beide landen zijn 00k verschillend. Maar 00k binnen een land, zoals in Belgie, kunnen omwille van herdefinieringen po- tentieel verwarringen bestaan. In andere landen, zoals in Frankrijk, zijn omwille van de uitgestrektheid van het na tionaal territorium meerdere basisgrids in gebruik, terwijl voor kleinschalige toepassingen een nationaal geldend sys- teem bestaat. Datastructurering In een aantal Gis-toepassingen houdt de datastruetuur geen rekening met potentiele kartografische Output. In de prak- tijk is het echter toch mogelijk het beoogde gralische doel te bereiken, mits we beschikken over dezelfde softwarepak- ketten en mits de oorspronkelijke data genoeg ge-layered is of door attributen is onderscheiden. In die gevallen waar deze voorstelling moet aansluiten op historische kaartreek- sen kan het soms nodig blijken verregaande aanpassingen te doen in de datastructurering. Data-integratie Gei'nspireerd door een betere kennis van de gereedschap- pen, de gemakkelijkere toegang tot digitale data en de ex- ponentieel groeiende mogelijkheden van de hardware, ver- werken de gebruikers van geografische informatiesystemen steeds ingewikkelder en volumineuzere datasets. Men wenst dan 00k steeds complexere en grotere kaarten te realiseren. Het principe dat het geheel verschilt van de som der delen geldt 00k hier. De hoeveelheid ge'integreerde data, die men bekomt, is dusdanig toegenomen dat men voor een karto grafische verwerking steeds voor nieuwe uitdagingen komt te staan. Dit heeft tot gevolg dat er enerzijds problemen met de kartograßsche vormgeving (symbolisatie) kunnen ontstaan, maar anderzijds 00k problemen met het data- volume. Het eerste probleem is natuurlijk sterk gebonden aan het feit dat iedereen, die nu data en een Gis-pakket heeft, zieh geroepen voelt om aan kartografie te doen. Het is hierbij nuttig te vermelden dat er een hemelsbreed verschil bestaat tussen kartografische papieren voorstellingen en scherm- voorstellingen. Daarnaast doet het probleem zieh voor dat men 00k dik wijls nodeloos rijke datasets voor kartografische toepassin gen exploiteert; bijvoorbeeld wanneer men geconfronteerd wordt met de aanlevering van data met percelen van kleiner dan 100 m2 voor een kartografische realisatie op schaal 1:1.000.000. Symbolisatie De geografische informatiesystemen laten automatische symbolisatie toe. Voor een groot deel werkt dit vrij vlot. Nochtans moet men bijvoorbeeld voor kartografisch verant- woorde symboolplaatsingen een beroep blijven doen op in- teractieve correcties. Dikwijls zijn 00k de basisfaciliteiten, die door de software-ontwikkelaars ingebouwd werden, wel geschikt voor een Noord-Amerikaanse benadering, maar voldoen niet aan de kwaliteitsnormen van Europese karto- grafen. Vandaar misschien de evolutie naar speeifieke shells of afwerking in een DTP-omgeving. In dit laatste geval blijkt dat men wel over vrij krachtige opstellingen moet beschikken en dat het terugspoelen van de correcties een probleem blijft. Speciaal moet men vermelden dat bepaalde populaire DTP-pakketten duidelijk minder ge schikt zijn dan andere en dat daar naast, ondanks een inhaalbeweging, de PC-versies minder operationeel blijven dan de Mac-versies. Men heeft dus noodzakelijkerwijze binnen eenzelfde organisatie een ge'in tegreerde produetie in Unix-omgeving (krachtige Gis-tools), op pc (communi- catie en compatibiliteit met de buiten- wereld) en op Mac (DTP-faciliteiten) nodig. Voor kartografen, die niet ge- fixeerd zijn op een kartografisch pro- duet, is deze platformcomplementari- teit vaak opnieuw een bron van erger- nis. Formaten, fontdescripties, kleuren- definiering, prioriteitsregels en dergelij- ke blijken tussen al deze Systemen moeilijk op elkaar te kunnen worden afgestemd. Voorbeelden van deze baby lonische spraakverwarring vindt men frappant bij de kleurendefiniering. Sommige Gis-gebruikers geven kleuren op, naast cmyk en RGB-definities of Pantone en PMS-waarden, in kleurbe- schrijvingen die met informatie- en druktechnologie weinig verband hou- den zoals in RAL-waarden of uit gam- maboekjes van verffabrikanten voor binnen- en buitenhuisschilderwerk. Beeldcompilatie De laatste stap in de datatransformatie is dikwijls de compilatie. Het kartogra fisch document dient te worden inge- past in een ander document (bijvoor beeld tekstboek of atlas), of aan het kartografische basisdocument worden externe beeldelementen toegevoegd (zoals tekst, foto's, inzetkaarten) om zo een kartografische poster te vormen. De mogelijkheden van de verschillen de Systemen en de uitwisseling daar- tussen kan men als volgt samenvatten: opbouw en update alle faciliteiten erikel grafisch symbolisatie complex alle faciliteiten schermvisualisatie abstract of indirect wysiwyg, realistisch eenvoudig transfer quasi uitgesloten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 12