7 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-I Data-export De geproduceerde kartografische beei den kunnen via verschillende media verspreid worden. Vanuit een produc- tietechnisch oogpunt kan men ze groe- peren in: 1. digital proofing en direct printing; 2. conventioneel drukwerk; 3. interactieve digitale producten. In de communicatie naar de data-ex port toe wordt steeds meer gebruik ge- maakt van Postscript. Dit is een pro- grammeertaal waarin de nodige in- structies door de stroomopwaartse Soft ware werden gegenereerd om het kaart- beeld priori platformonafhankelijk te kunnen reconstrueren. Men begrijpt dat deze taal oorspronkelijk vrij onge- schikt was om de volumineuze karto grafische data te transporteren. Het heeft binnen de kartografie zijn succes te danken aan het gebruik van het for- maat binnen de DTP-wereld, waar het een de facto standaard is geworden, die nog steeds niet door recentere forma- ten, zoals pdf, wordt onttroond. In de praktijk stellen zieh rond het ge bruik ervan de volgende problemen: compatibiliteit (gesupporteerde levels en niet volledige comptabiliteit van bepaalde Software, 00k bij marktlei- ders), stack-beperkingen van bepaalde rip's (rip Raster Image Processor; zet Postscript om in printertaal), uitvoer-beperking van bepaalde rip's bij hogere resoluties door het kwa- dratisch karakter van de gegenereerde matrices, semantische slordigheid (bijv. node- loze schaalfactoren) van bepaalde ge- neratoren, conceptuele eenvoud (bijv. pen-up pen-down instrueties vertalen in Postscript i.p.v. lijnen en teksten met fönten) van bepaalde generatoren, data zijn niet beveiligd, het formaat is moeilijk doorzichtig voor debugging. Digital proofing en direct printing Hoewel verschillend door de beoogde oplage, zijn digital proofing en direct printing sterk vergelijkbaar. Beide ma- ken meestal gebruik van eps (Encapsu- lated Postscript) als invoerformaat en beide zijn gebaseerd op een technolo- gie waarbij (indien men de enigszins voorbijgestreefde oudere technologie buiten beschouwing laat) CMYK-inkten op een drager worden verstoven. De digitale proefsystemen kenden de laatste jaren een snelle evolutie. Goed- kopere grootformaatprinters met een aanvaardbare kwaliteit zijn thans beschikbaar. Men moet ze echter blijven beschouwen als een 'vals-kleuren beeld', dat toelaat de inhoudelijke aspecten te controleren of dat ge- schikt is om enkele exemplaren voor interne rapportages te produceren. Daarnaast blijven de grootformaatprinters met een kleurechte reproduetie zo duur, dat slechts enkele kar tografische bureaus ze kunnen aanschaffen. Direct printing blijkt een interessante techniek te zijn voor kleinere oplages. De kwaliteit van de meest recente machi- nes is dusdanig dat ze kunnen concurreren met conventio neel offsetdrukwerk. Toch moeten we de volgende beper- kingen vaststellen: klein maximumformaat, onmogelijkheid om met speeifieke inkten te werken en onmogelijkheid om nuttig gebruik te maken van de voordelen van bepaalde ras- terpatronen. Conventioneel drukwerk Het conventionele offsetdrukwerk blijft dan 00k de absolu te voorkeur genieten bij middelgrote en grote oplages, bij het gebruik van speeifieke inkten of rasterstanden, bij hoog- resolutiewerk, bij historische series en bij formaten groter dan A3. Alhoewel op de markt directe plaatbelichters beschikbaar zijn, is het de vraag of dit wel snel in de kartografie toepas- singen zal vinden. De toepassingen van deze technologie liggen thans enkel in gestandaardiseerde produetie. De aan- maak van drukplaten gebeurt dan 00k nog altijd in de kar tografie via het belichten van fiims. Hier zijn 00k verschil lende importformaten mogelijk. Men moet steeds weer vaststellen dat dit zieh herleidt tot enerzijds eps en ander- zijds verschillende rasterformaten, al dan niet met elkaar gei'ntegreerd. Of de conversies naar de belichter nu al dan niet transparant verlopen, moet men steeds rekening hou- den met een aantal settings tijdens het converteren naar het finale belichtingsformaat. Kleurdefinities, fonts, uitsparing of overdruk moeten terug in acht worden genomen. Gelet op mogelijke fouten bij deze conversies is het uitermate be- langrijk de goedkeuring tot druk te ontvangen op een proef aangemaakt m.b.v. de eindfilms en niet op basis van een voorafgaande digitale papierproef. Het belichtingsproces, de plaataanmaak en het drukproces zelf, zijn op hun beurt conversies die van het imaginaire beeld een vermenigvuldigd exemplaar maken. Zij kunnen slechts de gewenste weergave op papier geven wanneer ze gebeuren volgens vooropgestelde normen. Interactieve digitale producten Het kartografisch produet kan 00k bestemd zijn voor een schermtoepassing. De symbolisatie op scherm ligt natuur- lijk heel anders dan bij een papieren produet, vooral door de beperking van de schermresolutie en de kleurenopbouw. Men verliest in de praktijk heel snel aan leesbaarheid en het wordt moeilijk een totaalbeeld op te bouwen. Er zal dus ze- ker vanaf de data-transformatie rekening moeten worden gehouden met de specificiteit van het eindproduet. Naast viewers met vectorinformatie en beperkte leesbaar- heidskwaliteiten vindt men 00k volwaardiger kartografische schermen in interactieve cd-rom toepassingen of op Inter net. Voornamelijk bij de cd-rom toepassingen is het moge lijk via een goed uitgedokterde symbolisatie en gebruik van verschillende informatiezooms, een volwaardig eindproduet af te leveren. Om tot dit resultaat te komen is het in de praktijk echter meestal nodig deze als rasterbeeiden in een authoring-pakket in te bouwen. Variabele informatie kan dan indien nodig in opdruk vectorieel worden ingepast.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 13