KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-I en liet zieh portretteren in Griekse klederdracht, poserend als arrogante Griekse held. Hij nam zelfs deel aan de Griek se vrijheidsoorlog tegen de Türken. Maar of hij echt belang Steide in de cultuur valt te betwijfelen. 'Ik houd niet van oudheidkundig geleuter moet hij tot zijn vrienden hebben gezegd. 'Laten we gaan zwemmen!' Toerisme in opmars De opkomst van het reizen in de 19c eeuw hebben we te danken aan de stoommachine. De uitvinding hiervan bete- kende een totale revolutie in het reispatroon. Weg met de zeilschepen, die soms weken moesten wachten op gunstige wind. Weg met de postkoetsen die wegzakten in de modder op de onverharde wegen. Nooit meer was men afhankelijk van weer en wind. In hoog tempo werden spoorwegen aan- gelegd. Er kwamen lijndiensten met stoomschepen op de grote Europese rivieren. De reiziger wist wanneer hij ver- trok en wanneer hij aankwam, waar onderweg gestopt werd en wat de reis hem ging kosten. Lijndiensten per spoor en boot leidden tot het opstellen van dienstregelingen, tarief- lijsten en routebeschrijvingen. De basis was gelegd voor de eerste moderne reisgids. Met name de passagiersvaart over de Rijn mocht zieh in een grote populariteit Verheugen. Het verbaasde dan 00k niemand dat de Duitse boekhande- laar Karl Baedeker in 1828 een door hemzelf geschreven Führer durch das Rheinland op de markt bracht. Baedeker had het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. De praktische informatie in zijn gids viel in het niet bij de uitputtende be- schrijvingen van plaatsen en monumenten längs de door hem voorgestelde routes. Baedeker veronderstelde (terecht) Figuur 1. Een frag ten grote voorkennis bij zijn lezers, een elitair publiek met ment van de Spin- een gedegen opleiding. Hij had 00k een aardig snufje be- nenwebkaart uit dacht. Om zijn lezers de weg te wijzen in de enorme brij den eersten Reis- van tekst, voorzag hij vanaf 1844 de naar zijn mening be- wijzer van den Al- langrijkste bezienswaardigheden van een waarderingssterre- gemeenen Neder- tje een subjectief maar uiterst werkzaam systeem dat tot landschen Wielrij- op heden op grote schaal wordt nagevolgd. dersbond'. pmaxm AUaiOTJüaSS .IfiDKRUNftSCni! N W1ELRLJDERSB0ND bUnmMln btj dmrewijzef' juXXNRBKft 5KDf»U!H)S( Jlb W1ELRUDERSB0ND Minstens even diepgaand was in 1836 de eerste Engelse reisgids van John Murray die (en dat is opvallend) ge- wijd was aan Nederland, de kersverse Staat Belgie en het noorden van Duits- land. Baedeker volgde zijn voorbeeld en publiceerde in 1839 zljn Belgien und Flolland - Handbuch für Reisende. Aan- leiding voor die grote belangstelling voor de Lage Landen was ongetwijfeld de permanente Staat van vrede in deze gebieden, daar waar de rest van Euro pa bijna constant in conflicten verzeild was. De volgende uitgever die zieh meldde, was de Fransman Adolphe Joanne, die in 1841 een gids voor zijn eigen land publiceerde; in 1916 zou de gehele serie worden overgenomen door Hachette en naar het blauwe omslag 'Guides Bleus' worden genoemd. Op vallend is dat ondanks de geringe om- vang van het wegennet en de beperkte kartografische mogelijkheden deze gid- sen voorzien waren van uitstekende routekaarten en plattegronden. Toeristisch kolonialisme Hoewel al in 1839 de eerste stoomtrein door Nederland daverde, was de be- langsteling voor het plezierreizen hier nog niet zo groot. De Britten daaren- tegen hadden de smaak snel te pakken. In 1841 organiseerde Thomas Cook een treinexcursie in groepsverband voor leden van de middenklasse uit zijn woonplaats Leicester. Het enorme succes deed hem besluiten het eerste reisbureau ter wereld te openen. Ge- heel conform de geest van die tijd vond er een scheiding van geesten plaats. De elite trok er individueel op uit (meestal voor een flinke periode), de middenklasse reisde in groepsver band (zelden voor langer dan een paar dagen), de breedste laag van de bevol- king bleef thuis. Ook voor reizen over- zee naar het Europese continent tastte de Britse reiselite diep in de portefeuil- le. Op aandrang van de Britten werd het Alpengebied ontsloten door de bouw van tunnels en bruggen. In Nice werd de Boulevard des Anglais aange- legd om het paraderen längs de luxe hotels mogelijk te maken en in Spanje en Portugal werd de handel in port en sherry op poten gezet. Vanwaar al die belangstelling voor bergen en stran den? Men wilde er eens uit zijn - weg uit de druilerige regen van Albion, uit de mist en uit de eilende van de ver- pauperde industriesteden. De tweede helft van de 19c eeuw stond in het te- ken van de hang naar gezondheid. 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 16