KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 1998-XXrV-I Kuuroorden werden gesticht, zomer- verblijven gebouwd, en al die paradij- zen van frisheid moesten goed en snel bereikbaar zijn. De eerste Nederlandse reisgids De grote ommekeer in het reisgedrag in Nederland kwam in 1883, toen een groep velocipedisten het besluit nam tot oprichting van de Algemene Neder landse Wielrijders Bond (anwb). Men sloot zieh aaneen om gezamenlijk de strijd aan te binden met de aanvanke- lijke antipathie tegen het rijwiel, om informatie over wegen en paden uit te wisselen en om de onderlinge dienst- verlening op gang te brengen. In dat streven paste een boekwerk vol nuttige tips. Na een eerdere publicatie over het eigen land verscheen in 1897, hetzelfde jaar waarin de eerste automobiel op de Nederlandse wegen was te zien, een reisgids voor Belgie en Luxemburg (en een aangrenzend deel van Duitsland). Het uit enkele losse delen bestaande boekje week qua opzet sterk af van de buitenlandse reisgidsen. Het bevatte een groot aantal routebeschrijvingen, waarbij de praktische informatie de be- schrijving van Steden en monumenten in gedetailleerdheid overtrof. De serie ANWB-routewijzers (een betere benaming dan reisgidsen) werd heel geleidelijk aan uitgebreid. Nadat de Bond niet meer exclusief voor wielrij ders bestemd was, nam 00k de hoe- veelheid informatie voor automobilis- ten toe. Terwijl de buitenlandse gid- senuitgevers te maken kregen met flin ke concurrentie (onder meer de ver- schijning in 1900 van de eerste gids van bandenfabrikant Michelin), had de anwb in Nederland praktisch het mono- polie - een situatie die tot na de Tweede Wereldoorlog duurde. De anwb bleef tot de jaren zestig vasthouden aan het model reiswijzer. Kennelijk was de behoefte aan diep- gaande culturele informatie te beperkt voor een ander be leid. De toplaag van het nog altijd elitaire reispubliek nam genoegen met een Duitse of Franse gids, niet in de laatste plaats omdat het lezen van een vreemde taal een zekere Sta tus verschafte. De metamorfose tot echte reisgids Na de oorlog kwam heel langzaam een verandering in het reiswezen. Aan de horizon gloorde de welvaart voor alle- man, de boom-periode van de jaren zestig stond voor de deur. Niet langer was reizen een zaak van de elite. Ook Ne derland ontdekte de genoegens van de groepsreis voor de doelgroep die later 'modaal' zou worden genoemd. Het be- gon allemaal voorzichtig met een weekje Valkenburg en een aarzelende kijk in groepsverband over de grens, in de grot- ten van Han of bij de watervallen van Coo. Het reisje over de Rijn met een bescheiden braspartijtje in de Drosselgasse van Rüdesheim raakte in. De jaren vijftig stonden ook in andere landen in het teken van de popularisering van het reizen; het echte massatoerisme zou overigens nog een aan tal jaren op zieh laten wachten. De uitgevers van reisgidsen weigerden vooralsnog hun uitgeefbeleid aan te passen. Hooghartig bleven zij publiceren voor een elitair lezerspu- bliek dat echter snel in omvang afnam. De eerste die moest afhaken was uitgerekend Baedeker; de laatste rode boekjes gingen in de jaren zeventig over de toonbank (de naam is overgegaan naar een andere, minder pretentieuze Serie). De Zwitserse uitgever Nagel, die een sterk op de Baedekers lij- kende serie uitbracht, ging mee in de afgrond, niet in de laatste plaats door de hoge verkoopprijs. De groei van het lezerspubliek bracht de anwb ertoe het concept van de reiswijzers aan te passen. De omvang van de boekjes nam gestaag toe, de diepgang van de informatie eveneens. De eerste echte ANWB-reisgids verscheen begin ja ren zestig (in een omslag die van kleur varieerde, afhankelijk van de ligging van het gebied). Daarnaast bleven de reiswij zers voorlopig bestaan; ze werden als afsluitend hoofdstuk opgenomen in een serie beknopte reisgidsen (met een geel omslag). De ANWB-reisgidsen muntten uit door soberheid; 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 17