KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT luwe. Deze vw was bezig met een om- vangrijk fietsproject. Een groot voor- deel van de samenwerking met de Streek vw was dat het gebied (rond- om Ede) een grote mate van afwisse- ling kent. Hierdoor kun je in een klein oppervlak veel verschillende land- schapstypen karteren. Een ander voor- deel was dat de kaart met de enquete via de vw-kantoren makkelijk te ver- spreiden zou zijn onder de beoogde doelgroep. Realisatie van het onderzoek Dit artikel gaat in op de uitwerking van het kaartgebruikonderzoek en geeft een interpretatie van de enqueteresulta- ten. De manier waarop de kaart is ver- vaardigd leggen Marijn Bosma en Menno Faber uit in een afzonderlijk artikel in dit Kartografisch Tijdschrift. In de loop van twee maanden zijn 3000 kaarten verspreid onder potentie- le fietsers op de Veluwe. Een deel is via de vw-kantoren in Ede, Wageningen, Otterlo, Lunteren en Bennekom ver spreid en een deel is tijdens de Veluwse Fietsdag (op 5 augustus 1997) uitge- reikt. Het was de bedoeling dat de vw's de kaarten uitreikten aan iedereen die liet blijken deze zomer te zullen gaan fiet- sen op de Veluwe. In praktijk bleken de vw-kantoren niet royaal te zijn met het uitdelen van de kaart. De Veluwe- kaart verdween al snel achter de toon- bank, omdat de vw's bang waren dat als klanten de gratis Veluwe-kaart zou- den zien liggen, ze geen kaartproduc- ten van de omgeving meer zouden ko- pen. Deze houding van de vw's bracht met zieh mee dat de kaart pas meege- geven werd, nadat een klant een andere kaart had aangeschaft. Heiaas werd dat nogal eens vergeten. Toen een lid van de projectgroep bij een van de vw's probeerde om een kaart te krijgen, moest hij een precieze omschrijving ge- ven en stellig beweren dat die in de winkel moest liggen. Uiteindelijk kwam de Veluwe-kaart tevoorschijn. Deze manier van distribueren lijkt ach- teraf gezien niet optimaal. Via de vw's kan men misschien wel een groep zelf- standige recreanten bereiken, maar als je wilt dat de vw's serieus meewerken, moeten ze een (financieel) belang heb- ben om de kaart uit de delen. De andere manier van verspreiden (het uitdelen tijdens de Veluwse Fietsdag) kende 00k nadelen. De kaart werd Een (geinteresseer- de) fietser bestu- deert de Fietskaart Veluwe tijdens de Veluwse Fietsdag. weliswaar massaal verspreid. Het is echter twijfelachtig of het publiek dat op een beschreven route afkomt (die wordt verkocht tijdens de Veluwse Fietsdag) 00k het publiek is dat interesse heeft in een kaart waarmee je je eigen route uit moet stippelen. Tijdens het fietsen van de beschreven route hebben weinig mensen de 'ideale kaart' echt gebruikt. Pro- jectleden stelden dit op de Veluwse Fietsdag vast. Doordat de mogelijkheid werd geboden de aan de kaart bevestigde enquete dezelfde dag nog in te leveren, zullen veel mensen de enquete hebben ingevuld, zonder de kaart echt gebruikt te hebben. Dit blijkt voor een deel uit de antwoorden. Veel mensen vullen namelijk in dat de kaart inhoudelijk klopt. Maar je hoeft niet veel kilometers op de kaart te rijden om er achter te komen dat de kaart op een groot aantal punten niet correct is. Zo klopt de informatie over de kwaliteit van de fietspaden vaak niet. Enkele belangrijke fietspaden staan niet op de kaart en tussen kaartfragmenten houden fietspa den soms abrupt op. Voor een eventueel vervolgonderzoek moet de projectgroep nadenken over de manier waarop ze de potentiele groep ge- bruikers van de kaart beter kan bereiken. Resultaten van het onderzoek Slechts 105 van de 3000 mensen die de kaart ontvingen (3>S%) hebben de enquete, die aan die Veluwe-kaart vastzit, ingevuld en teruggestuurd. Dit is een erg teleurstellend per- centage. Achteraf gezien hadden we meer moeite moeten doen om mensen er toe aan te zetten het formulier op te sturen, door prijzen te verlöten onder de inzenders. Ook hadden we een antwoordnummer aan moeten vragen, zo- dat het kopen van een postzegel geen barriere kon zijn. Ver- der hadden we wellicht meer enquetes teruggekregen als er wat minder vragen waren geweest. Doelgroep Van de mensen die wel de moeite hebben gedaan om de en quete terug te sturen, heeft 56% altijd een kaart bij zieh, 29% meestal en 14% nooit. Dit zijn hoopgevende cijfers voor het onderzoek, aangezien ze aangeven dat relatief veel van de ondervraagden weleens een kaart meenemen. Het is 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 27