KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-I reisd, wordt zijn gemoedsgesteldheid er niet geruster op: "Ik verval nu in be- spiegelingen. Dat mögen kaartenma- kers doen, omdat zij onmiddellijk zul- len erkennen dat ze zelden van alle fei ten op de hoogte zijn. Zij hebben al- tijd te maken met verhalen uit de tweede hand, het resultaat van indruk- ken. Hun wetenschap berust op onze- kerheid." (p. 35). "Kaartenmakers verfraaien de wereld en ik ben geen uitzondering. Mijn kaarten zijn gemaakt om een illusie over te brengen, zoveel is zeker." (p. 47). "Ik werd geconfronteerd met het we- reldbeeld van iemand anders en was in contact gekomen met opvattingen die totaal verschilden van die van me- zelf."(p. 67). "Wie de waarheid in de veiligheid van zijn zolderkamer overdenkt, raakt soms het contact met het wezen ervan kwijt. De echte wijsgeren zijn zij die een reis naar het onbekende onderne- men, zonder dat ze zeker zijn van de eindbestemming of weten of ze ooit zullen terugkeren." (p. 78). "Het maken van kaarten had me verre gehouden van het strijdgewoel." (p. 86). "De gedachte dat kennis uit zowel ge- voelens als waarnemingen kan bestaan, heeft me in een zeer lastig parket ge bracht." (p. 91). "Uiteindelijk was de wereld die ze mij aanboden een weerspiegeling van hen- zelf." (p. 93). Mauro gaat proberen, 00k alle ervarin- gen van anderen, en de dingen die ge- weest zijn in zijn kaart op te nemen: "Ik besehe dat het mogelijk was een heel ander soort kaart te vervaardigen. Een dergelijke kaart zou laten zien hoe mensen hun land ervaren en hoe ze daaruit een zeker gevoel van welbeha- gen putten. Het zou een kaart zijn die net zo goed de rol van een getuigenis aanneemt als dat zij het vasteland in de wateren situeert." (p. 151). Ook hoort hij van mensen, die hun wereldkaart getatoueerd op hun huid meedragen, als deel van henzelf. Dat is nogal ver- ontrustend voor een monnik, die toch moet leven in de wereld van de geest: "Wilde hij beweren dat het menselijk lichaam voor de bewoners van Lochac behalve een bewaarplaats van Organen, een bewaarplaats van waarden was?" (p. 164). Een astronoom duwt hem weer een stukje verder: "De wereld die ik bedoel, werd geschapen als weerspiegeling van het diepste beeld dat ieder mens van zichzelf heeft. Dit heeft tot gevolg dat wijze mensen over de wereld nadenken in het volle besef dat ze daarmee over zichzelf nadenken." (p. 179). Mauro neemt deze gedachten tenslotte over: "Wanneer ik naar de kaart kijk, begin ik te zien dat het een portret van mezelf is." (p. 191), en "ik ben mijn eigen informant, de enige die uitdruk- king kan geven aan de aangeboren kennis die in ons allemaal aanwezig is. In mij ligt alle kennis van de wereld besloten, omdat mijn eigen wereld de enige is die ik verkennen wil." (p. 193). Zo'n werkwijze is weggelegd voor ro- manschrijvers, niet voor gewone karto- grafen natuurlijk. Toch wil ik deze ro- man warm aanbevelen voor hen die eens willen nadenken over onze relatie met de wereld door de ogen en geest van anderen. Het wachten is nu op een roman over 'De droom van een kaartgebruiker'. R. van der Schans Visual explanations. Images and quantities, evidence and narrative Edward Tufte Cheshire: Graphics press, 1997. 158 pp., 27 x 22 cm. 8-kleurendruk. ISBN o 961 3921 2 6 Prijs: us 45,- Dit werk is het derde van Tufte in een serie. Het eerste (zie kt 1984.4, p. 80) behandelde het weergeven van kwanti- tatieve gegevens. Het tweede (zie kt 1991.1, p. 58) probeerde tot algemene principes te komen voor de weergave van complexe situaties, maar net als het eerste en het hier besproken deel was het meer een boeiende en erudiete behandeling van de grafische weergave van gegevens. Het zijn geen systemati sche beschrijvingen die oplossingen bieden, maar ze tonen hoe begenadig- de collegas ooit in hun beste momen- ten informatie weergaven. Elk deel kent van deze 'grafische helden' - hier zijn het o.a. John Snow (bekend van de cholerakaart van London), Jean de Rrunhoff (van Babar), Humphrey Repton (Engelse landschapsarchitect van rond 1800) en Christiaan Huy- gens. Tufte (hoogleraar politicologie en sta- tistiek aan de universiteit van Yale) heeft achteraf tussen zijn drie delen (de eerste twee zijn nog steeds te krij- gen en zijn even lezenswaard) de vol- gende relatie aangebracht: deel 1 gaat over de weergave van getallen, de twee de over weergave van zelfstandige naamwoorden (dat lijkt wat gezocht), en nu deze derde over de weergave van werkwoorden, dat wil zeggen de weer gave van mechanismen, beweging, dy namische processen, oorzaken en ge- volgen en verklaringen. Dit derde boek valt uiteen in twee de len: eerst wordt de logica van het af- beelden van kwantitatieve gegevens be- handeld; het tweede deel geeft aan welke ontwerpstrategieen gebruikt kunnen worden voor het aaneenrijgen van beeiden tot een verhaal. Het be- gint met een körte geschiedenis: Tufte claimt dat diagrammen uit kaarten 'Jedes Bild enthält einen Teil der Realität: die Realität des Bildners und die des Abge bildeten (Uit: Flocon Barre: Die kurvenlineare Perspektive). 50

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 56