TOP-bestanden nu landsdekkend en toegankelijk Op zoek naar verankering van de topografische basisinformatievoorziening KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXI\ P.W. Geudeke overheidskartografie official cartography cartographie officielle TREFWOORDEN KEYWORDS MOTS-CLES tdn is 'overheid' die met informatie de 'markt' betreedt en moet dus aan de (nieuwe) overheids-spelregels gaan voldoen. tdn beschikt over een rijkdom aan overheids- informatie die voor toegankelijk maken in aanmerking komt en volgt dus het hiervoor vast te stellen beleidska- der. In het artikel wordt duidelijk gemaakt welke positie tdn en Topbestanden op dit moment innemen, welke rol ze (kunnen) speien in de nationale informatie- infrastructuur en welke invloed de uitwerking van de nota Kohnstamm zou kunnen hebben. Inleiding Het rapport Cohen [Ministerie van Economische Zaken, 1997] over markt en overheid en de nota Kohnstamm [Ministerie van Binnenlandse Zaken, x997] over toegankelijkheid van over- heidsinformatie hebben in 1997 de ton- gen in beweging gebracht. De voort- gang van de politieke discussie en be- sluitvorming zijn op dit moment nog niet helder. Het rapport Cohen lokte verdere inventarisatie van bestaande si- tuaties uit en over de nota Kohnstamm leek praktisch totaal stilzwijgen geval- len. Inmiddels is 00k op dit traject een begin gemaakt met een verdere inven tarisatie van overheidsbestanden. De levering van informatie en infor- matieproducten door de Topografische Dienst (tdn) zal in elk geval met beide zaken te maken krijgen. De Topografi sche Dienst is 'overheid' die met infor matie de 'markt' betreedt en moet dus aan de bestaande en nieuwe overheids- spelregels voldoen. tdn beschikt over een rijkdom aan overheidsinformatie die toegankelijk is en volgt dus, of lie- ver anticipeert op, het nog te ontwik- kelen en vast te stellen beleidskader. Drs. P. W. Geude ke is directeur van de Topografische Dienst Nederland, Postbus 115, /800 AC Emmen. In deze bijdrage wordt belicht welke positie de Topografi sche Dienst en Topbestanden op dit moment innemen, welke rol ze (kunnen) speien in de nationale informatie-in- frastructuur mede in relatie tot de nota Kohnstamm. Geo-informatie infrastructuur De moderne samenleving vraagt om basisvoorzieningen en infrastructuur. De overheid heeft een verantwoordelijkheid om deze elementaire basisvoorzieningen tot stand te (doen) brengen, te (doen) onderhouden en, zonodig, verder uit te bouwen. Hiertoe behoren gezondheidszorg en ouderdoms- pensioen evenzeer als spoorwegen en vaarwegen en al of niet elektronische snelwegen. De topografische informatie van gbkn tot Topbestanden, rd en nap moeten 00k tot de nationale geo-informatie infrastructuur worden gerekend. Alle Europese landen stemmen daarin overeen (zie tabel), al verschillen zij wat betreff hun datasets sterk in toegankelijk heid en financiering. Huidige positie Toen rond 1850 de eerste gedetailleerde topografische kaart van ons land werd gedrukt, kende men de term 'toeganke lijkheid van overheidsinformatie' nog niet. Het Departe ment van Defensie had wel moeite gehad om de beslissing tot vermenigvuldiging te nemen: was het wel nodig voor het hele land en wat zou het wel niet gaan kosten? Vanaf het begin waren de kaarten voor het publiek beschikbaar. De verkoop werd in 1865 opgedragen aan een particulier be- drijf in Den Haag. De bladen werden goed verkocht, de hele oplage was nagenoeg voor 'particuliere' verkoop. Een belangrijke doelgroep vormden de ingenieurs van Water staat. Defensie zelf had genoeg aan 25 exemplaren! De geo-informatie is inmiddels van stafkaart voor militair, waterstaatingenieur en sporadische wandelaar uitgegroeid tot digitaal topografisch bestand voor een brede gebruikers- groep. Bij het 175-jarig bestaan van de dienst in 1990 moest het proces om de kaartinformatie digitaal te maken nog be ginnen. De toen aangekondigde doelstelling 'Heel Neder land Digitaal in 1997' is vorig jaar bereikt. 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 37