Apparatuur in de kartografie De werking en het gebruik van hardware KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT KERNKATERN 10 A1A Damoiseaux Bij de productie van kaarten komt heel wat apparatuur kijken. Veel kartografische bureaus hebben hiervan maar een deel zelf in huis en maken voor bepaalde stap- pen in het productieproces gebruik van service-bureaus met gespecialiseerde apparatuur. Aan de hand van de drie hoofdstappen in het productieproces zal de meest voorkomende apparatuur de revue passeren. De nadruk ligt daarbij op de functie van de apparaten, maar de werking kan niet altijd los van de programmatuur be- handeld worden. Apparatuur voor het inwinnen en invoeren van ruimtelijke ge- gevens Voor het inwinnen en pasklaar maken van ruimtelijke gegevens bestaan er een aantal technieken, die ieder om een eigen soort apparaat vragen. In alle gevallen gaat het erom, ruimtelijke ge gevens om te zetten in een voor de Computer leesbaar digitaal formaat. De twee belangrijkste technieken zijn digi taliseren en scannen. Digitaliseren Bij het digitaliseren worden de ruimte lijke gegevens omgezet in een vector- bestand. Daarin zijn de objecten vast- gelegd door middel van x-, y- en even- tueel z-coördinaten. Voor het digitali seren wordt gebruik gemaakt van een digitaliseertafel. Hierop kunnen pun- ten en lijnen in een bestaande kaart of tekening handmatig met een meetloep worden afgetast en geregistreerd. Tij- dens het registreren kan ook een code worden meegegeven voor de eigen- schappen van het object. Digitaliseer- tafels zijn er van groot (groter dan i x 1,5 m) tot klein (kleiner dan 20 x 30 cm) en worden in dat laatste geval wel Drs. M.A. Damoi seaux is projectlei- der GIS - Kartogra fie bij Rijkswater- staat, directie Noordzee, Postbus 5807, 2280 HV Rijswijk. Grafisch tablet grafisch tablet genoemd. Soms zijn ze voorzien van een glas- plaat met licht eronder, wat het digitaliseren van foto-nega- tieven makkelijker maakt. De nauwkeurigheid is afhanke- lijk van de minimale stapgrootte die de meetloep nog kan registreren en van de maatvastheid van de digitaliseertafel. Maar het eindresultaat wordt toch het meest bepaald door de handvaardigheid van de bedienen Scannen Bij het scannen wordt een origineel regel voor regel afgetast en omgezet in een rasterbestand. Daarin zijn de objecten vastgelegd als een serie rasterpunten, in de volgorde waarin zij gescand zijn. Van alle punten wordt ook de grijswaarde of kleur geregistreerd. Het scannen gebeurt met een Scanner. Voor kleine originelen wordt gewoonlijk een vlak- bedscanner gebruikt. Het origineel wordt net als bij een ko- pieerapparaat op een glasplaat gelegd, van onderaf belicht en afgetast met een lichtgevoelige sensor. Voor grotere origi nelen wordt meestal een trommelscanner gebruikt. Daarbij wordt het origineel om een cilinder gespannen, die vervol- gens snel ronddraait onder een sensor, die zelf langzaam evenwijdig aan de cilinderas wordt verplaatst. Als belichting dient hierbij vaak een laserbron. De nauwkeurigheid van een Scanner wordt voornamelijk bepaald door de resolutie van de sensor. Dat kan varieren van 150 dpi voor een goed- kope vlakbedscanner tot 4800 dpi voor de duurste trom- melscanners (dpi aantal dots of beeldpunten per inch). Hoe hoger de resolutie en hoe meer kleuren een Scanner onderscheidt, des te groter wordt het uiteindelijke rasterbe stand. Afgeleide technieken Voor het inwinnen van ruimtelijke gegevens worden ook andere apparaten gebruikt die gebaseerd zijn op scannen of digitaliseren. Een teledetectie-systeem (remote sensing) tast met een sensor de aarde af vanuit een satelliet of vliegtuig. Dat kan passief door straling op te vangen die een object uitzendt of reflecteert. Die straling kan uit zichtbaar licht bestaan, maar ook uit onzichtbare warmtestralen infra- rood licht)Een actief systeem zendt zelf een signaal uit, zo- als radargoiven of laserlicht en vangt de reflectie daarvan weer op. Het resultaat is steeds een rasterbestand en afhan- kelijk van de eigenschappen van het systeem kan men hier- 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 3