40
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I998-XXIV-2
guren 7 en 8 toont aan dat het toepassen van de Ameri-
kaanse specificaties van de wereldserie op de schaal
1:250.000 een heel ander beeld oplevert dan de door de tdn
gehanteerde regels zoals zijn toegepast op de schaal
1:200.000.
In de jaren zestig begon wereldwijd meer aandacht te ont-
staan voor generalisatie. Er werden richtlijnen opgesteld om
een consistente, homogene inhoudelijke vereenvoudiging
toe te passen met 00k aandacht voor karakterisering van het
landschap en een leesbaar eindproduct.
De tdn was inmiddels begonnen met de kaart op de schaal
1:10.000 als basis voor de kleinere schalen. De kaart 1:25.000
werd destijds rechtstreeks getekend op basis van de 1:10.000,
zonder noemenswaardige generalisatie. Wel werd een wegen-
classificatie aangebracht met enkele standaard wegbreedtes
(de 1:10.000 geeft de werkelijke wegbreedtes weer). Als gevolg
daarvan moest, indien nodig, naastliggende topografie (hui-
zen, sloten, bomen e.d.) verplaatst worden.
Voor de kaart op de schaal 1:50.000 geldt inmiddels wel een
veel sterkere vereenvoudiging dan voorheen en meer na-
druk op de leesbaarheid. Hiervoor zijn duidelijke generali-
satierichtlijnen opgesteld. Er geldt een prioriteitsstelling
met betrekking tot topograßsche objecten die geometrisch
verplaatst dienen te worden, indien deze als gevolg van de
vertekening over elkaar zou komen te liggen. Opvallend is
00k de overgang van losse huizen naar bebouwingsblokken
(in de ons omringende landen wordt dit voor topograßsche
kaarten op de schalen 1:50.000 en 1:100.000 nauwelijks toe
gepast). Het wegenpatroon wordt t.o.v. de 1:25.000 nauwe
lijks vereenvoudigd. Het slotenpatroon en het bodemge-
bruik daarentegen wel. De generalisatie wordt uitgevoerd
op een speciaal generalisatiemodel op de schaal 1:25.000.
Dit model wordt naderhand verkleind tot 1:50.000, hetgeen
als basis dient voor de kleurgescheiden gravures en kleur-
tintmaskers (figuren 9 en 10). De kaart op de schaal
1:250.000 is vervaardigd op basis van de 1:50.000 via een ge
neralisatiemodel op de tussenschaal 1:125.000 (figuur 11).
De digitale bestanden
De Topograßsche Dienst begon in 1974 met het opbouwen
van digitale bestanden. Men ging er toen van uit dat eerst
de kaart op de grootste schaal, bij tdn de 1:10.000, gedigi-
taliseerd moest worden. De kleinere schalen zouden daar
met behulp van computertechnieken direct van kunnen
worden afgeleid (zie figuur 12). Het
streven was snellere kaartproductie
(Automated Mapping) te realiseren.
Het opbouwen van een digitaal be
stand was op dat moment nog geen
doel. Geografische Informatiesystemen
bestonden nog niet. Tijdens het digita-
liseren van het eerste proefblad op de
schaal 1:10.000, bleek dat de techniek
voor het opbouwen van digitale be
standen nog in de kinderschoenen
stond. Er was nauwelijks soßware, de
hardware bestond uit grote kästen, de
opslagmedia waren nog primitief (pa-
pertape) en beeldschermen waren voor
dit doel nog niet in gebruik. Van auto
matische generalisatie was al helemaal
geen sprake. Het zou tot 1990 duren
alvorens weer begonnen werd met het
digitaliseren van de kaart 1:10.000.
Het digitaal maken van de kaart op de
schaal 1:250.000 werd begin jaren tach-
tig begonnen en de opbouw van een
digitaal wegenbestand 1:50.000 startte
in 1984. De belangrijkste (d.w.z. de
meeste tijd vergende) generalisatieslag
van de schaal 1:10.000 tot 1:50.000 kon
niet geautomatiseerd worden, omdat
het bestand 1:50.000 eerder gereed was
dan het bestand 1:10.000. Dit heeft er
toe geleid dat van de ideale situatie, na-
melijk het bestand met de grootste
schaal opbouwen en daarvan de be
standen met een kleinere schaal direct
afleiden, geen sprake kon zijn. Sterker
nog: de kaarten met de kleinste schaal
waren eerder gereed dan de grotere
schalen (figuur 13).
De huidige werkwijze
Bij de tdn vormt het bestand op de
schaal 1:10.000 (TOPiovector) de basis
voor de bestanden en kaarten op de
kleinere schalen. Het schaalgetal geeft
Lucht
foto's
kaarten
Centrale
database
attributen
generalisaties
applicaties
Lucht
foto's
applicaties
Figuur 12. Centrale database. Topograßsche Dienst) Figuur 13. Schaalgebonden databases. Topograßsche Dienst)