Plaknammen
Plaatsnamen
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I998-XXIV-2
Fryslän
Standertlist mer alle plaknammefi yn Fryslän
maar 00k andere zijn er mee bezig. De
plaatsnamen zijn er in hun Friese ver-
sie als de officiele versie vastgesteld. Bij
een deel van de bevolking heeft dat
weerstand opgeroepen, nl. bij een deel
van de 'import' en bij de zakenlieden
die vreesden door naamsverwarring
minder bereikbaar te worden. Bij de
omzetting is men echter op een ver
standige manier te werk gegaan: er is
sprake van een overgangsperiode met
twee naamversies naast elkaar, en van
een gecoördineerde actie waarbij zowel
handwijzers, kaarten als plaatsnaam-
borden tegelijkertijd op dezelfde ma
nier gewijzigd werden.
Desondanks heeft niet iedereen dit
proces kunnen volgen. En bovendien
blijft er een beetje sprake van een lap-
pendeken - een afwisseling van de ge-
bieden die wel of niet teruggaan naar
de Friese naamversies, zoals 00k te zien
is op het kaartje met het Aandeel van
de Friese plaatsnaamversies als officiele
plaatsnaamversie. Daarom is het bij-
zonder handig dat de Raad van de
Friese Beweging samen met karto-
graaf-lingui'st Arjen Versloot (die al
eerder bijdroeg aan de VN-publicatie
Toponymic Guidelines for the Nether
lands) een standaardlijst voor de spel-
ling van alle plaatsnamen in Fryslän
heeft uitgegeven.
De twee belangrijkste onderdelen van
de publicatie zijn de standaardlijst -
met plaatsnamen gespeld in de officie
le versie, hetzij Fries hetzij Nederlands,
en - om alle versies terug te kunnen
vinden - het omkeerregister, gealfabeti-
seerd op de niet-officiele versies. Om
duidelijk uit te laten komen wat de
Friese versies zijn, zijn die vet gezet.
De lijst bevat een kleine 500 plaatsna
men, en is dus vooral voor de adresse
ring van belang; namen van streken
(zoals Oostergo), waterlopen (zoals
Sneekermeer) of andere objecten (zoals
het Mirdumer Klif) staan er (nog) niet
in, maar misschien komt dat nog wel.
De overzichtelijke vormgeving is van
Studio van Stralen uit Grins (oftewel
Groningen; misschien moeten 00k de
Friese exoniemen wel opgenomen!).
In eerste instantie is de lijst geprodu-
ceerd voor de eigen inwoners van de ge-
meenten in Fryslän, en voor plaatselijke
bedrijven. Maar het lijkt me met name
00k van belang voor kartografen om te
weten welke naamversie officieel is. Er
is nog maar een klein aantal exemplaren
beschikbaar (bij de Ried fan de Fryske
Beweging, Ipe Brouwersteach 8, 8911 BZ
Ljouwert), het is niet in de handel en
heeft geen iSBN-nummer. Maar de in-
houd van het boekje wordt binnenkort
op Internet gezet, en bovendien is er
voor niet-commerciele doeleinden te-
gen kostprijs een WP-bestand van de na
men beschikbaar. Er is dus binnenkort
voor kartografen geen enkel excuus
meer om de namen van Fryslän niet
correct op de kaart te hebben!
F.J. Ormeling
Framework of the world
David Rhind (editor)
Cambridge: Geoinformation
International, 1997.
325 pp.
ISBN 1-8624-2021-1
Prijs: 45,-
Het boek dat ik ter bespreking voor me
had moest wel een gewichtig onder-
werp behandelen omdat het begint met
de zin: "Dit boek gaat over een onder-
werp zo fundamenteel dat het van in-
vloed is op al het leven op aarde." Een
dergelijke zin werkt afstotend of roept
juist op tot lezen. Dat laatste was voor
mij van toepassing. Framework of the
world gaat over de Status van de natio
nale (topografische) karteringsorganisa-
ties en bevat bijdragen van auteurs die
werkzaam zijn bij deze diensten. Het
idee voor het boek ontstond in 1995 op
de Cambridge Conference for National
Mapping Organizations, een congres
voor directeuren van alle nationale kar-
teringsorganisaties ter wereld. David
Rhind, de huidige directeur-generaal
van de Britse Ordnance Survey, trad als
redacteur op.
Het boek is goed gestructureerd en be-
staat uit vier delen, voorafgegaan door
twee uitdagende hoofdstukken van Da
vid Rhind en Joel Morrisson, beiden be-
kend in de kartografische wereld, steeds
weer in Staat om de kartografische ge-
meenschap wakker te houden. In zijn
introductie ordent Rhind nog eens een
aantal fundamentele concepten en gaat
hij in op het belang van kaarten. Boven
dien wordt beschreven dat de nationale
karreringsorganisaties zieh in een conti-
nu proces van verandering bevinden.
Een vijftal oorzaken voor deze verande-
ringen vormen als het wäre de rode
draad in het boek. Het gaat om de in-
vloed van nieuwe technologieen (effect
op wat en hoe men iets doet), de snel
veranderende verwachtingen bij de
klantenkring (de roep om maatwerk
met betrekking tot digitale bijgewerkte
bestanden; verschuiving van aanbod
naar vraag), verandering van maatschap-
pelijke waarden (meer privaey), het ef
fect van hervormingen binnen de over-
heid (bezuinigingen, zelfstandige finan-
ciele eenheden) en het effect van regio-
nalisatie en globalisatie (o.a. de Spatial
Data Infrastructure en de vorming van
de Europese Unie). Morrision beschrijft
in zijn hoofdstuk over topografische
kartering in de 2ie eeuw over de demo-
cratisering van de kartografie: door
het gebruik van elektronische technolo-
gie is de kaartgebruiker niet langer af-
hankelijk van wat de kartograaf denkt in
een kaart te moeten weergeven. Vandaag
de dag is de gebruiker zelf de kartograaf
de gebruikers kunnen zelf analyses
en visualisaties uitvoeren op hun eigen
manier, en met een mate van nauwkeu-
righeid waarvan de gebruiker zelf be-
paalt of deze goed genoeg is." Dit heeft
effect op hoe de karteringsorganisaties
zieh moeten opstellen. Zij moeten ten-
slotte zorgen voor de beschikbaarheid
van gegevensbestanden van voldoende
kwaliteit.
Het eerste deel van het boek gaat over
het bouwen van een nationaal raam-
werk. Interessant is dat er bijdragen
verwerkt zijn van landen die men niet
al te vaak in de literatuur tegenkomt.
Het gaat om een omschrijving van de
stand van zaken in Japan, Zuid-Afrika,
Mexico and Rusland. AI deze landen
hebben met bijzondere omstandighe-
den te maken. Uit de bijdragen blijkt
dat men niet eenzelfde pereeptie heeft
op wat dit raamwerk moet zijn.
Het tweede deel bespreekt het wereld-
wijde raamwerk en de behoefte van ge-
59