KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I998-XXIV-3
Dit is tot nu toe de belangrijkste functie van de kaart. Pro-
fessionele kartografen ontwerpen en produceren kaarten
met behulp van kartografische gereedschappen, en onder-
steund door theorie zoals beschreven in kartografische
handboeken [Robinson et.al., 1995; Kraak Ormeling,
1996].
Gedurende de laatste decennia zijn vele anderen kaarten
gaan maken. Het wijdverbreide gebruik van geografische
informatiesystemen heeft geleid tot een toename in het aan-
tal kaarten dat wordt gemaakt [Longley et. al., 1998]. Zelfs
de spreadsheetprogramma's die door veel kantoorwerkers
worden gebruikt hebben kartografische mogelijkheden, al
zijn die kantoorwerkers daarvan vermoedelijk niet op de
hoogte [Whitener Creath, 1997]. Veel van deze kaarten
worden niet gemaakt als eindproduct, maar zijn veeleer tus-
senproducten die de gebruikers ondersteunen in het werken
met ruimtelijke gegevens. De kaart als zodanig begon een
totaal nieuwe rol te speien: het is niet alleen een communi-
catiegereedschap, maar 00k een gereedschap dat de gebrui-
ker helpt in zijn visuele denkproces.
Dit proces is versneld door de mogelijkheden die worden
geboden door ontwikkelingen in hard- en Software. De ver-
anderingen hebben de wetenschappelijke en maatschappe-
lijke behoefte aan geogegevens, en als zodanig aan kaarten,
veranderd. Nieuwe media, zoals de cd-rom en het World
Wide Web, laten niet alleen een dynamische presentatie
toe, maar bieden 00k mogelijkheden voor interactie van ge-
bruikerszijde. Gebruikers verwachten een directe, real-time
toegang tot gegevens, die in sommige sectoren in overvloed
voorradig zijn. Deze overvloed aan gegevens wordt door
sommigen gezien als een soort paradijs, maar is juist een
probleem voor anderen. Het ontbreekt ons bij het bestude-
ren van zulke grote hoeveelheden gegevens aan de gebrui-
kersvriendelijke gereedschappen om vragen te stellen en ge
gevens, die onder andere worden verzameld via sensoren en
beschikbaar zijn via het World Wide Web, op te halen. Een
nieuwe tak van wetenschap ontwikkelt zieh momenteel om
dit probleem op te lossen. In de geowetenschappen wordt
dit visual spatial data mining (het visueel 'delven' van ruim
telijke gegevens) genoemd. Deze ontwikkelingen hebben
het woord visualisatie nieuwe betekenis gegeven. Volgens
het woordenboek betekent visualisatie: zichtbaar maken, en
het kan worden beargumenteerd dat dit, in het geval van
ruimtelijke gegevens, altijd de taak is geweest van de karto-
graaf. Echter, voortgang in andere diseiplines heeft het
woord nu meer verbonden aan de manier waarop men met
moderne Computertechnologie gegevens zichtbaar maakt in
een real-time omgeving. Speciale Software is ontwikkeld,
waarvan de functionaliteit is gebaseerd op twee sleutelwoor-
den: interactie en dynamiek. Een aparte diseipline, weten
schappelijke visualisatie genaamd, heeft zieh hier omheen
ontwikkeld [McCormick et. al., 1987]. Deze heeft grote in-
vloed op de kartografie. Daarin toegepast biedt het de ge-
bruiker namelijk de mogelijkheid om direct veranderingen
in het uiterlijk van de kaart tot stand te brengen. Interactie
met de kaart zal het denken van de gebruiker stimuleren en
als zodanig een nieuwe functie aan de kaart toevoegen.
Naast communicatiemedium zijn, zal de kaart de gebruiker
aan het denken zetten en hem behulpzaam zijn bij het ne-
men van beslissingen. Deze nieuwe functie van de kaart is
een belangrijk onderwerp van Studie van de Commission
on Visualization van de International Cartographic Associa
tion [MacEachren Kraak, 1997; url i], Om haar doel-
stelling te realiseren werkt deze commissie samen met diver
se onderzoekers die zieh met wetenschappelijke visualisatie
bezighouden.
De ontwikkelingen in de wetenschappelijke visualisatie
hebben DiBiase [1990] gestimuleerd tot het definieren van
een op de kaart gebaseerd model van wetenschappelijke vi
sualisatie. Het model omvat zowel de communicatie- als de
denkfunetie van de kaart. Communicatie is beschreven als
publieke, visuele communicatie die zieh bezighoudt met
kaarten gericht op een groter publiek. Denken is gedefi-
nieerd als individueel visueel denken, omdat het vaak een
individu is die speiend met ruimtelijke gegevens patronen
probeert te ontdekken (figuur 4). Op een lager niveau kun-
nen verschillende visualisatiefasen worden onderscheiden.
Vanuit het perspectief van kaartgebruik heeft elke fase be
hoefte aan een eigen Strategie, afhankelijk van de doelgroep,
de relatie tussen de gegevens, en de behoefte aan interactie.
Deze fasen zijn exploratie, analyse, synthese en presentatie.
Beide uiteinden van dit model, presentatie en exploratie,
kunnen worden geprojecteerd op het visualisatieproces. Het
is duidelijk dat presentatie behoort tot de traditionele kar
tografie, waar de kartograaf werkt met bekende gegevens en
communicatieve kaarten creeert. Deze kaarten worden ge
maakt voor meermalig gebruik. Bij exploratie gaat het over
het algemeen om een expert in een bepaalde diseipline, die
kaarten maakt op basis van voor hem of haar onbekende
gegevens. Deze kaarten worden gemaakt voor een enkel
doel, als hulpmiddel bij het oplossen van een probleem.
Wanneer de expert met de data werkt, moet hij kunnen te-
rugvallen op kartografische expertise, aangeleverd door de
Software of op een andere manier. De aard van deze karto
grafische expertise zal later worden behandeld.
De hiervoor geschetste trend heeft alles te maken met wat
door Morrison [1997] wordt genoemd: "de demoeratisering
van de kartografie". Hij beschrijft dit als "...het gebruik van
elektronische technologie maakt de kaartgebruiker niet lan
ger afhankelijk van wat de kartograaf denkt op de kaart te
moeten zetten. Vandaag de dag is de gebruiker de karto
graaf. ...gebruikers hebben nu de mogelijkheid om zelf
analyses uit te voeren en visualisaties te maken in elke door
hen gewenste nauwkeurigheid." Personen die actief bezig
zijn met geo-informatie zullen zieh misschien wat onge-
makkelijk voelen. Zijn de gegevens wel beschikbaar, en zo
ja, zijn ze wel van voldoende kwaliteit? Zijn de gereed
schappen waarmee men de gegevens manipuleert en visuali-
seert wel van een voldoende niveau voor de gebruiker. Zon-
der positieve antwoorden op deze vragen kan het visuele
denkproces leiden tot verkeerde beslissingen. Echter, de
trend lijkt onomkeerbaar, en zal een enorme invloed heb
ben op onze diseiplines. De uitdagende vraag hier is wat er
overblijft voor de kartograaf en andere geo-informatie-ex-
perts.
Om hierop te kunnen antwoorden moeten we begrijpen
wat er gebeurt, in het bijzonder als het gaat om het visuele
denkproces in de exploratieve fase van het ruimtelijke-gege-
vensbewerkingsproces. Hier kan de kartografie expertise
aanbieden in de vorm van kennis en gereedschappen die
het mogelijk maken dat de gebruiker kaarten voor een en
kel doel kan maken en begrijpen. Exploratie betekent wer
ken met onbekende gegevens. Wat onbekend is voor de een
is overigens niet altijd onbekend voor de ander. Bladeren in
14