KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
kan een lijst van organisaties zijn en/of gegevens die aan de
vraag voldoen. 'Hyperlinks' bieden de gebruiker de moge-
lijkheid om Websites van deze organisaties te benaderen,
waar vervolgens de condities voor het binnenhalen van de
gegevens kunnen worden gevonden. Sommige organisaties
bieden zogenaamde 'lokkertjes' aan, testdata die het de ge
bruiker mogelijk maken om te bepalen of de gegevens pas
sen in het geplande gebruik.
In het zoeken naar gegevens speelt de kaart een specifieke
rol. Voor gebruikers die ruimtelijke gegevens willen explo-
reren is de kaart een natuurlijk toegangsmedium, ofwel een
natuurlijke interface. De kaart kan de individuele aan de
aarde gerelateerde gegevens ten opzichte van elkaar structu-
reren en kan als index functioneren. Bovendien kan de ge
bruiker navigeren van de ene naar de andere set gegevens.
De kaart is dan niet alleen een clickable map' die informa-
tie weergeeft over de kwaliteit van de data voor een bepaald
gebied, maar ook een volledig gehyperlinked document, dat
de gebruiker naar de gezochte gegevens kan leiden. Boven
dien kan de kaart gebruikt worden om de metagegevens in
beeld te brengen die voor een bepaald gebied beschikbaar
zijn, en op die manier ook weer de consistentie van de data-
bank weergeven.
Opvragen
Zijn de gegevens eenmaal gelokaliseerd, dan blijft de vraag
of men deze moet binnenhalen in het eigen systeem om ze
lokaal te exploreren of dat men gebruik moet maken van
oplossingen op afstand. Elke oplossing zal een zekere belas-
ting teweegbrengen van de gebruikte infrastructuur, ofwel
aan de kant van de Website van de gebruiker (de 'dient'),
ofwel aan de kant van de gegevens leverende organisatie (de
'server'). De mogelijkheden zullen afhankelijk zijn van de
capaciteit van de bladersoftware ('browser') van de gebrui
ker. Kan die bijvoorbeeld werken met 'plug-ins' en kan hij
applicatie-specifieke programma's ('applets') aan, of is hij af
hankelijk van de manier waarop de organisatie de gegevens
aanlevert. Plewe [1997] beschrijft alle mogelijke technische
oplossingen op een systematische manier en geeft boven
dien een uitgebreide lijst met voorbeelden [url 4].
Het binnenhalen van een complete set gegevens volgens het
ftp-protocol maakt het de gebruikers mogelijk de gegevens
te manipuleren in de eigen Gis-omgeving. Men moet daar-
bij echter volledig afgaan op aanwijzingen van de metadata-
beschrijvingen, en afwachten wat de resultaten zijn nadat
de gegevens volledig zijn binnengehaald. Een andere moge-
lijkheid is dat de aanleverende organisatie de gegevens volle
dig heeft voorbewerkt, en ze bijvoorbeeld beschikbaar steh
in de vorm van bitmaps. Dergelijke kaarten laten geen in-
teractie toe. Ze kunnen dienen als achtergrondbeelden in
een exploratieve visualisatie-omgeving. Natuurlijk zijn er
verschillende alternatieven voor de twee genoemde opties.
In sommige situaties kan de gebruiker bepalen wat de
kaartinhoud zal worden. De parameters die hij opgeeft be
palen dan wat er zal worden getekend. Afhankelijk van de
client-server situatie kan de gebruiker voor een bepaalde
symbolisatie kiezen. Sommige organisaties staan de gebrui
ker toe om gegevens te selecteren die vervolgens worden
bewerkt op de site van de organisatie, en dan naar de ge
bruiker worden gezonden. Andere bieden volledige gis-
functionaliteit aan op de eigen site en zenden vervolgens de
resultaten naar de dient. Vandaag de dag heeft elke zichzelf
respecterende leverancier van Gis-software een oplossing
I998-XXIV-3
voor het gebruik van ruimtelijke gegevens in combinatie
met het Web. esri's ArcExplorer bijvoorbeeld kan worden
gebruikt voor het binnenhalen, bekijken en bestuderen van
ruimtelijke gegevens [url 5].
In de nabije toekomst moet een exploratieve kartografische
omgeving niet alleen de gereedschappen die eerder beschre-
ven zijn bevatten; hij zal ook moeten worden geintegreerd
met zoek- en ophaalfaciliteiten voor het Web. In zo'n omge
ving kan de gebruiker dan daadwerkelijk gegevens explore
ren op een interactieve en dynamische manier. Om dit te sti-
muleren is binnen de kartografiegroep aan het ITC een expe-
riment opgezet met een aantal kartografische Web-pagina's
die laten zien wat er kan worden gedaan met kaarten en het
Web, en welke rol deze kaarten kunnen speien in de wereld
van de ruimtelijke gegevensverwerking ([url 6], figuur 8).
Kffectiviteit
Iedereen die een product maakt is gei'nteresseerd in de
bruikbaarheid. Voor sommige producten is die eenvoudig
vast te stellen, voor andere niet. Kaarten vallen in de laatste
categorie. Daar kartografen altijd aan het einde van de ke-
ten van het proces van verwerking van ruimtelijke gegevens
actief zijn, hebben zij zichzelf altijd beschouwd als een soort
bewakers van dit proces. Er is veel energie gestoken in het
onderzoek naar kaartgebruik, om uit te vinden of de infor-
matie die de kaart bedoelde over te dragen ook inderdaad
op een effectieve manier bij de gebruiker overkwam. Zelfs
op het moment dat de kartografie erg door aanbod gedre-
ven was - wij kartografen weten immers wat het beste is -
was dit onderzoek niet altijd succesvol. Om te begrijpen
hoe kaarten werken is niet eenvoudig [Wood, 1992; Mac-
Eachren, 1995], vooral wanneer we de huidige verandering
naar de meer door vraag gedreven kartografie beschouwen.
In de door aanbod gedreven omgeving wisten we wat de
kaart moest verteilen, en dachten we bovendien dat we wis
ten wie de klanten waren.
Momenteel wordt veel energie gestoken in het voorzien in
faciliterende gereedschappen en toegang tot de gegevens.
Ook nu willen we weten of de producten werken. We we
ten nu echter niet eens wie de kaart maakt, of wat voor
soort kaart het is. Maar we weten wel iets over de type kaar
ten die geproduceerd worden, en deze kunnen, net als de
oude kaarten, getest worden. En alhoewel het vragen naar
de bekende weg lijkt, moeten we ook nu weten waaröm ie-
mand eigenlijk een kaart wil maken, omdat we alleen dan
in Staat zijn om goede gereedschappen te ontwikkelen. Wat
nodig is, is een onderzoek dat aan het kaartgebruik vooraf
gaat. We willen weten waarom de geowetenschapper een
kaart maakt. Als we dat weten kunnen we onze gereed
schappen eraan aanpassen (figuur 9).
De kaart en maatschappij
Morrisons democratisering van de kartografie zal zeker
onze kijk op de kaart en het kaartmaken veranderen. Kaar
ten worden individuele producten. Gebruikers zijn niet al
leen gei'nteresseerd in zeer nauwkeurige kaarten. Zolang de
kaarten passen binnen het beoogde gebruik zullen ze tevre-
den zijn. Hier zijn echter verschillende opmerkingen bij de
maken. De ruimtelijke-databanken waaruit de gebruikers
gegevens putten, moeten betrouwbaar zijn om uiteindelijk
verantwoorde beslissingen te kunnen nemen. Wanneer we
18