KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I998-XXIV-3
van A naar B gaan en de kaart bevat fouten, dan zal het
hooguit wat langer duren voor we de bestemming bereiken,
ervan uitgaande dat de vertraging niet te wijten is aan
kaardeescapaciteiten. In Noord-Amerika en Europa hebben
we toegang tot volledige databanken met stratenpatronen
voor de meeste Steden. Sommige van deze digitale straten-
kaarten zijn beschikbaar via het World Wide Web, andere
via cd-rom's en atlassen, en ze worden gebruikt voor ver-
schillende doeleinden. In sommige gevallen zal de uitgever
de volledige databank uitprinten, in een ander geval slechts
een gegeneraliseerd beeld daarvan. In het laatste geval wor
den er vaak met opzet fouten in het kaartbeeld aangebracht,
om het Copyright te beschermen. Dergelijke fouten zijn
vaak het uitgangspunt voor familieruzies, omdat de gebrui-
ker niet verwacht dat er fouten in de kaart zitten en het ver-
keerd rijden dus wordt geweten aan kaartleescapaciteiten.
In een democratische kartografische omgeving kunnen we
ons afvragen of een dergelijke 'footprint' Copyright wel
werkt, en of het zin heeft. Aan de andere kant blijft het co-
pyrightprobleem aanwezig; het houdt vele mensen bezig.
We moeten kunnen vertrouwen op de databank, want in
bepaalde overheidsbeslissingen Staat er meer op het spei dan
een kleine vertraging in het bereiken van een bestemming.
Ook als de beslissingen gebaseerd zijn op kaarten verkregen
uit goede databanken, dan blijft het kaartontwerp van groot
belang. Mijn collega prof. Ormeling [1986] bediscussieerde
dit aspect uitgebreid in zijn inaugurele rede getiteld Beeld-
vorming. Deze voorbeelden tonen aan dat ondanks het feit
dat mensen eenvoudiger toegang hebben tot gegevens en
meer kaarten creeren, er nog steeds een belangrijke rol is
weggelegd voor de geo-informaticus; als het niet gaat om
het maken van communicatieve kaarten, dan gaat het om
het faciliteren van gereedschappen om kaarten te maken
voor gegevensexploratie.
Een interessante omgeving die de informatie-overdracht fa-
ciliteert is het ncgi, het clearinghouse, in combinatie met
een nationale atlas. In Nederland wil het clearinghouse een
zogenaamde geo-plaza worden, een soort winkelcentrum
voor alle mogelijke beschikbare ruimtelijke gegevens. De
Webpagina's [url 7] moeten de gebruiker de mogelijkheid
geven een locatie of thema te selecteren, om vervolgens een
overzicht te krijgen van de gegevens die worden aangebo-
den. In het huidige ontwerp kan de kaart een meer promi
nente rol speien dan zij op het moment doet. Echter, om
toegevoegde waarden aan het clearinghouse te geven voor
zowel de gebruiker als de deelnemende organisaties, is het
een uitdaging om beschikbare informatie te combineren in
een nationale atlas. Een nationale atlas biedt een gedetail-
leerd overzicht van de fysische en sociale aspecten van een
land; en met de organisaties die deelnemen aan het
clearinghouse worden de meeste onderwerpen die in een
dergelijke atlas behandeld worden, afgedekt.
Het idee is dat elke organisatie up-to-date informatie be
schikbaar steh op een bepaald aggregatieniveau. Deze gege
vens kunnen vervolgens gepresenteerd worden in commu
nicatieve kaarten ontworpen door de professionele karto-
graaf, terwijl de expert van de gegevens leverende organisa
tie een kort essay zou kunnen toevoegen om de inhoud van
de kaart uit te leggen en ruimtelijke patronen die zichtbaar
zijn te verklären. Gebruikers zouden de gegevens vrij moe
ten kunnen binnenhalen voor eigen doeleinden. Zowel
kaart als beschrijving bieden een mogelijkheid tot hyper-
links, die de gebruiker bij aanvullende informatie van de le-
verancier brengt of inzicht geeft in de toegepaste karterings-
methoden. De site van de dataleverancier kan additionele
informatie leveren omtrent gegevens, die mogelijkerwijs
commercieel beschikbaar zijn. Er kunnen verschillende for-
mules voor de exploratie van een dergelijk systeem worden
bedacht. Als zodanig biedt een nationale atlas, met een
overzicht van de karakteristieken van een land, een extra ge-
zicht aan de ncgi. Het idee kan ook gei'mplementeerd wor
den op internationale of meer regionale schaal.
Hoe goed zijn ruimtelijke gegevens leverende organisaties
nu op deze ontwikkelingen voorbereid? Laten we eens kij-
ken naar de nationale karteringsorganisaties, daar van deze
organisaties verwacht wordt dat zij de elementaire geogra-
fische gegevens leveren waarop anderen hun gegevens pro-
jecten. Uit Rhind's boek [1997] Framework of the world
kunnen we afleiden dat veel van deze organisaties zieh mid-
den in een veranderingsproces bevinden; veranderingen ge
leid door nieuwe technologische ontwikkelingen, door poli-
tieke besluiten - voornamelijk bezuinigingen - en competi-
tieve vragen uit de markt. Dergelijke organisaties hebben
een toekomst zolang ze aeeepteren dat ze leven in een steeds
veranderende wereld. Nationale karteringsorganisaties zou
den een belangrijke rol moeten speien in de infrastruetuur
van nationale ruimtelijke gegevens. Maar leveren zij wel
door vraag gedreven gegevens? Als we denken aan de data
bank 1:50.000, zitten we dan inderdaad te wachten op gege
vens die zijn ontworpen voor de infanterie van Napoleon,
bijna twee eeuwen geleden? Op Nederlandse topografische
kaarten, en in het gegevensbestand, vinden we objectcate-
gorieen die werden gedefinieerd op basis van het feit dat ze
obstakels waren voor de infanterie. Voorbeelden zijn kana-
len breder dan 3 meter, hekken hoger dan 2 meter en steil-
randen hoger dan 1,5 meter. Wanneer ik mijn familie mee-
neem op een wandeling in onbekend gebied, dan weet ik al
deze details zeer te waarderen, en ik zal ook nooit zonder
deze kaarten op stap gaan. Echter, is dit wat we nodig heb
ben in relatie tot de infrastruetuur van nationale ruimtelijke
gegevens of voor een moderne topografische kaart? Het lijkt
een detail, en veel van de aangeboden gegevens zijn rele
vant, maar toch...
De kaart van Europa in figuur 10 laat de landen zien waar-
van de nationale karteringsorganisaties een homepage heb
ben [url 8], De meeste organisaties bieden op deze home
page slechts beschrijvende informatie over hun activiteiten
en, voornamelijk analoge, produeten. Sommigen bieden
grafische voorbeelden van deze produeten of geven prijsin-
formatie.
Slechts enkele organisaties gebruiken het World Wide Web
om digitale gegevens aan te bieden. De meest geavaneeerde
site op het moment van schrijven (januari 1998) was de site
van de Finse nationale karteringsorganisatie [url 9], die het
beste gebruik maakt van de mogelijkheden van het Web.
Aan Finse ingezetenen wordt een kijk geboden op alle kaar
ten en daarnaast zijn er digitale voorbeeldgegevens. Boven-
dien wordt geexperimenteerd met exploratieve kartografie
en wordt bepaalde informatie beschikbaar gemaakt voor het
gebruik met gereedschappen als ArcExplorer. Natuurlijk
moeten wij ons realiseren dat een dergelijke körte inventari-
satie van hetgeen de nationale karteringsorganisaties op het
Web aanbieden slechts een momentopname is. Aan de an
dere kant kunnen wij ons afvragen of de organisaties zieh
inderdaad realiseren wat het toekomstige belang van het
19