KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
Processen. Het onderzoek concentreert zieh op het gebruik
van dynamische variabelen, welke gebruikt kunnen worden
voor de controle van het monitoringproces, alsook voor an
dere funeties. Het tweede project is een Studie naar het
multischaal probleem gedurende het exploratieproces in een
rasterdomein. In relatie tot het thema toegang tot gegevens
is een van mijn Studenten in Zambia, een land met twee
verschillende kadastrale Systemen, bezig met een project
over de toegankelijkheid van ruimtelijke gegevens voor
landmanagement doeleinden. In relatie tot efficientie is
momenteel een staflid bezig met onderzoek dat beoogt
meer grip te krijgen op de vraag waarom een geoweten-
schapper kaarten maakt tijdens het visuele denkproces. En
op basis van de antwoorden die hieruit voortkomen moet
dit leiden tot suggesties voor een verbetering van onze kar-
tografische gereedschappen. Naast deze promo tie-onder-
zoeksactiviteiten werkt de staf ook nog in andere projecten.
Zo wordt er in samenwerking met de vakgroep Kartografie
van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Uni-
versiteit Utrecht gewerkt in het kader van het Nationaal
Kartografisch Onderzoeksprogramma. Daarnaast worden er
gereedschappen voor Webkartografie ontwikkeld. Met mijn
vorige werkgever, de voormalige Faculteit der Geodesie van
de Technische Universiteit Delft, nu genaamd Faculteit van
Civiele Techniek en Geowetenschappen, worden activitei-
ten ontplooid voor de ontwikkeling van visualisatietechnie-
ken voor 3D gis en Virtual reality'. Alle activiteiten van de
divisie Kartografie zijn sterk verweven met de Nederlandse
Vereninging voor Kartografie, terwijl we buiten Nederland
actief zijn in de International Cartographic Association
(ica). Momenteel zijn twee iTC-stafleden voorzitter van een
commissie, en zijn er leden van andere commissies. In het
verleden heeft het ITC een president, een secretaris en een
vice-president van de ica geleverd. Dit laatste is op zieh niet
vreemd als we de internationale positie van het ITC be-
schouwen.
Conclusie
In deze inaugurele rede heb ik u een schets gegeven van de
belangrijkste trends die het kartografische visualisatieproces
bei'nvloeden. Kartografie is aan het veranderen: van door
aanbod naar door vraag gedreven. Meer mensen zullen be-
trokken zijn bij het maken van kaarten. Meer kaarten zul
len worden gemaakt, vele daarvan voor een eenmalig doel.
Deze kaarten veranderen van eindprodueten om ruimtelijke
informatie te presenteren tot tussenprodueten die het visu
ele denken faciliteren. Kaarten zijn de primaire gereed
schappen in een interactieve, real-time en dynamische om-
geving voor het exploreren van ruimtelijke-databanken die
via hyperlinks en het Web met elkaar verbünden zijn.
Zoals we hebben ontdekt tijdens deze presentatie, vereisen
deze veranderingen een ander soort kartograaf, iemand die
een integraal onderdeel is van het proces van ruimtelijke-ge-
gevensverwerking. De kartograaf moet beschikken over
ontwerpvaardigheden en moet bovendien zijn kennis be-
schikbaar stellen aan de mede-geowetenschappers. De ex-
ploratieve kartografie zal een omgeving creeren waar geowe-
tenschappers kunnen werken aan het oplossen van hun Pro
blemen en het doen van nieuwe ontdekkingen. Het is een
uitdaging voor de kartografie om nieuwe gereedschappen te
creeren of te verbeteren die exploratie mogelijk maken.
Deze gereedschappen plaatsen de kaart in haar natuurlijke
I998-XXIV-3
NMO's with WebPages (1-6-98F
Figuur 10. Nationale karteringsorganisaties en het Web.
rol als toegangsmedium tot de nationale ruimtelijke geo-in-
frastruetuur. Het blijft de taak van de degenen die ruimte
lijke gegevens verwerken om de produeten (kaarten) te tes
ten op hun effectiviteit. Het Remote Sensing en gis Lab,
zoals gepland aan het ITC, is een excellente omgeving om te
experimenteren met exploratieve kartografie. Daar zullen de
kartografen samen met de geowetenschappers van andere
divisies werken aan nieuwe ontdekkingen. En dit alles heeft
natuurlijk gevolgen voor het opleidingsprogramma van het
ITC. Dat moet ingaan op de uitdaging en mogelijkheden,
maar bovendien de relevantie van de zieh ontwikkelende
trends in de gaten houden. Vandaag heb ik veel vragen ge-
steld en misschien weinig antwoorden gegeven. Veel ant
woorden zullen echter binnenkort volgen als uitvloeisel van
de activiteiten van mijn medekartografen aan het itc en
van de kartografische wereld in Nederland en daarbuiten.
Voordat ik eindig, zou ik een aantal woorden van dank wil
len spreken. Ten eerste tot prof. Koeman die verantwoorde-
lijk was voor mijn elementaire kartografische opleiding.
Dan aan prof. Bogaerts, mijn hoogleraar in Delft, die mij
toestond om deze opleiding in praktijk te brengen. Hij sti-
muleerde mijn promotie-avonturen en breidde mijn oplei
ding uit met zaken van buiten de kartografische wereld. Bo
vendien zou ik mijn collega prof. Ormeling, met wie ik vele
discussies heb gehad over bij na alle aspecten van de karto
grafie, willen bedanken. En omdat we samen twee boeken
hebben geschreven zou je kunnen zeggen dat hij ruim heeft
bijgedragen aan mijn secundaire opleiding in de kartogra
fie.
Literatuur
Cowan, J. (1997), A mapmakers dream; the meditations of
Fra Mauro, cartographer to the court of Venice. Boston:
Shambhala, 1997.
DiBiase, D. (1990), Visualization in earth sciences. Earth
Mineral Sciences, Bulletin of the College of Earth and
Mineral Sciences, The Pennsylvania State University, 59,
2, pp. 13-8.
Hearnshaw, H.M. D.J. Unwin (eds.) (1994), Visuali
zation in geographical information Systems. London: J. Wi-
ley.
Keller, P.R. M.M. Keller (1992), Visual cues, practical
data visualization. Piscataway (nj): ieee Press.
21