y?A3 A2 A2 A3 A2 A3 A2 A3 (7X2? A3 A2 A3 A2 A3 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-3 te voldoen. Het vaststellen van de waarde van een gegeven (het meten) kan echter samengaan met een onzekerheidsmar- ge en dat betekent dat het vaststellen van de uiteindelijke ca- tegorie soms een willekeurig karakter heeft. In het eindresul- taat is hiervan niets terug te zien: elke waarneming is toege- kend aan een van de categorieen, of het nu duidelijk midden- in de klasse ligt of juist dicht tegen een klassengrens aan. In de praktijk blijkt dat bij het handmatig uitvoeren van sa- mengestelde classificaties (waarbij een waarneming op meerdere criteria getoetst wordt om aan een categorie toe- gekend te worden, zoals bijvoorbeeld gangbaar is bij bo- demclassificaties) enige terughoudendheid geboden is: het gedrag van omliggende individuen kan ertoe leiden een waarneming alsnog aan een andere categorie toe te wijzen, 00k als het daaraan niet geheel voldeed. Bij geautomatiseer- de uitvoering van zo'n classificatie is een dergelijke terug houdendheid in eerste instande uitgesloten. Het formalise- ren van de classificatieregels laat namelijk geen uitzonderin- gen toe, omdat er gebruik wordt gemaakt van de zoge- naamde Boolean logica: 'zwart-wif regels die ervan uitgaan dat een waarneming wel of niet voldoet aan de eisen om tot een klasse te behoren. De menselijke taal en het menselijk denken is echter heel goed in Staat om 00k bruikbare informade over te brengen zonder een dergelijke zwart-wit benadering en de patronen meer genuanceerd waarneembaar te maken. Denk maar eens aan de visuele interpretatie van een kaart met kwantitatieve gegevens waarin men vaak snel gebieden met 'hoge waarden' van gebieden met läge waarden' kan onderscheiden zonder daarbij een scherpe begrenzing aan te brengen. Scherpe be- grenzingen op de meetschaal kunnen zelfs ongewenst of niet gerechtvaardigd zijn, hetgeen dan uitgedrukt wordt met een vage categorienaam: 'hoge bevolkingsdichtheid', 'weinig neerslag', 'ondiep' enz. In de wiskunde is hiervoor de 'fuzzy logica' ontwikkeld als aanvulling op de 'Boolean logica': deze logica gaat ervan uit dat een waarneming aan de eisen van verschillende klassen kan voldoen [Hootsmans, 1996]. Bij toepassing ervan wordt aangegeven in welke mate een waar neming aan de eisen van een bepaalde klasse voldoet. De de- finitieve toewijzing kan dan gebaseerd worden op de catego rie waarop het individu het meeste lijkt. Dat is dan dezelfde categorie als bij een Boolean toewijzing, maar bij visualisatie kan men hier de mate van overeenkomst met de toegewezen categorie door middel van tinttrappen weergeven (figuur 4). De kaartlezer wordt er dan bij de interpretatie van zo'n kaart op geattendeerd dat de gebruikte classificatiemethode som- mige gegevens zonder problemen categoriseert, maar 00k Figuur 4. Onzeker- heidsvisualisatie in thematische classifi catie: a. de conventionele weergave met scher pe klassengrenzen b. de weergave van classificatie-onze- kerheid m. b. v. fuz zy set theorie. andere gegevens niet goed in kan de- len. Zo zijn onverwachte risicos bij de uiteindelijk te nemen beslissing tot een minimum te beperken. Conclusie Duidelijk is dat de visualisatie van on- zekerheid een nieuwe dimensie toe- voegt aan de kartografische praktijk en dat de statische dan wel dynamische producten steeds vaker onderdeel gaan uitmaken van exploratieve (wat heb ik aan deze data?) en communicatieve be- slisprocessen (hoe zorg ik dat de ge- bruiker de data op een verantwoorde wijze interpreteert?). Nu de onzeker- heidsdata is af te leiden, zal elk gis- softwarepakket gereedschappen moe- ten aanbieden om de kritische gebrui- ker hierbij tegemoet te komen! Literatuur Bakermans, M.M.G.J. (1986), Ge- bruiksbeperkingen van de moderne topografische kaart bij onderzoek in het cultuurlandschap. Reeks Land- schapsstudies no 7. Wageningen: Pu- doc. Hootsmans, R.M. (1996), Fuzzy sets and series analysis fior visual decision support in spatial data exploration. Utrecht: Proefschrift Universiteit Utrecht. Janssen, L.L.F. F.J.M. van der Wel (1994), Accuracy assessment of satellite derived land-cover data: a re- view. Photogrammetric Engineering Remote Sensingvol. 60, no. 4, pp. 419-426. Mekenkamp, P.G.M. (1990), Die Entwicklung einer neuen Methode für die Bestimmung der Genauigkeit von alten Karten. In: Proceedings Kartographiehistorisches Kolloquium Oldenburg. Oldenburg: Deutsche Gesellschaft für Kartographie. Monmonier, M.S. (1991), How to lie with maps. Chicago: Chicago Uni- versity Press. Ormeling, F.J. (1995), Atlas Informa tion Systems. In: Vol. 2Proceedings iyth International Cartographic Con ferenceBarcelona. Barcelona: Institut Cartogräfic de Catalunya, pp. 2127- 2I33- Wel, F.J.M. van der, R.M. Hoots mans F.J. Ormeling (1994), Visu- alization of Data Quality. In: Mac- Eachren, A.M. D.R.F. Taylor, Vi- sualization in Modern Cartography. Oxford: Pergamon, pp. 313-333. 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 6