De eerste bosstatistiek als gegevensbron
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
B.J. Köbbert F.J. Stuurman
I998-XXIV-4
gebruik van geografische informatie, digitale kartografie, achtergronden
use of geographical information, digital cartography, background
utilisation de rinformation geographique, cartographie numerique, information de reference
TREFWOORDEN
KEYWORDS
MOTS-CLES
Tussen 1938 en 1943 heeft de overheid een uitgebreide
inventarisatie uitgevoerd van het Nederlandse bos-
areaal. Weliswaar is na de Tweede Wereldoorlog een
numerieke samenvatting ervan versehenen als de 'Eer
ste Bosstatistiek, maar het oorspronkelijke, zeer gede-
tailleerde kaartmateriaal op schaal 1:25.000 is nauwe-
lijks toegankelijk voor geografen, pianologen, historici
en andere potentiele gebruikers.
In dit artikel stellen de auteurs voor om het materiaal
elektronisch te facsimileren en laten ze zien welke ge-
bruiksmogelijkheden de Eerste Bosstatistiek op cd-rom
zou hebben.
Drs. Barend Köb-
ben is werkzaam
op het Internation
al Institute for
Aerospace Survey
and Earth Sciences
(ITC), Postbus 6,
7500 aa Enschede,
tel 053-4874253,
e-mail:
kobben@itc.nl.
Inleiding
Ir. Frits.J. Stuur
man is voormalig
hoofd Statistiek
van het Informa
tie- en Kenniscen-
trum Natuurbe-
heer (Ministerie
van lnv).
Als het in de nabije toekomst lukt om opnieuw te gaan in-
ventariseren hoe veel bos er in Nederland is, zal dat de vijf-
de keer zijn dat dat gebeurt.
De eerste bosstatistiek werd samengesteld tussen 1938 en
1943. De gegevens werden kort na de Tweede Wereldoorlog
gepubliceerd.
Op onregelmatige tijden werd besloten tot vernieuwing van
de bosstatistiek: de tweede werd uitgevoerd Over de jaren 1952
tot 1963. Er versehenen negen boekwerkjes waarvan er acht
ieder op een deel van het land betrekking hadden. Pas aan
het eind van die vijftien jaar was het mogelijk een landelijk
overzicht te maken: deel 9. Het bleek een nadeel dat de gege
vens zo verschillend van ouderdom waren. Daarom werd me-
teen tot een herziening besloten en zo werd de derde bossta
tistiek reeds gepubliceerd in 1968. Het zou tot 1980 duren
voor tot het maken van de vierde statistiek werd besloten. De
publicatie daarvan is nu al weer meer dan tien jaar oud.
De gegevens van de eerste bosstatistiek zijn niet alleen uit
geschiedkundig oogpunt van belang. Ook in het kader van
milieu-onderzoek en planologie kan dit materiaal zijn nut
bewijzen.
Geschiedenis van de eerste bosstatistiek
Reeds in de vorige eeuw zijn statistieken gepubliceerd,
waarin was aangegeven hoe veel bos er in Nederland was.
Zo verscheen in 1845 een tabel waarin naast bijvoorbeeld
bouwland en moestuinen ook 'Denne Bosschen' en 'Op-
gaande Boomen' werden onderscheiden, een resultaat van
de invoering van het Kadaster. Later (1890) probeerde men,
ten behoeve van de heffing van belasting op ongebouwde
eigendommen, vat te krijgen op de werkelijke hectares
bouwland, weiland e.d. De afdeling Amsterdam van de in
1888 opgerichte Nederlandsche Heide-Maatschappij maakte
van deze cijfers gebruik om zieh een beeld te vormen van de
hoeveelheden grond die ten behoeve van bos en ander ge
bruik zouden kunnen worden ontgonnen.
De aanzet tot 'echte' bosstatistiek kwam toen men in 1926
op het Wereldbosch-congres in Rome constateerde dat er
sprake was van een gebrek aan gegevens. Zo werd op 15 de-
cember 1927 een commissie ingesteld, wat er uiteindelijk
toe zou leiden dat er in 1938 daadwerkelijk werd gestart met
het verzamelen van grote hoeveelheden gegevens voor de
(Eerste) Nederlandsche Boschstatistiek.
25