KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I998-XXIV-4
De Evenaar Atlas. Een wereld
van kennis. Nederland
H. de Jong B. Zeijlstra
Oosterbeek: Uitgeverij Maes en
Zeijstra, 1997.
66 pp., 34,5 x 24 cm
isbn 90 80 32 5368.
Prijs 39,90
De Evenaar Atlas. Een wereld
van kennis. Europa
H. de Jong B. Zeijlstra
Oosterbeek: Uitgeverij Maes en
Zeijstra, 1997.
108 pp., 34,5 x 24 cm
isbn 90 80 32 535X.
Prijs 59,90
Zoals bij omroepverenigingen er van
tijd tot tijd nieuwe bijkomen omdat de
oorspronkelijke uitgangspunten van
bestaande verenigingen verwaterd zou-
den zijn, zo kan dat blijkbaar 00k met
atlassen. Wolters-Noordhoff heeft zieh
altijd tegen andere atlasmakers afgezet
door op de (aan Von Humboldt toege-
schreven) uitspraak te wijzen dat
'slechts de inhoud van kaarten die bij-
na leeg zijn goed beklijftWelnu, blijk
baar hebben ze sedertdien toch zöveel
extra informatie op hun kaarten opge-
nomen dat er nu een atlasproducent is
opgestaan die zieh tegen hen afzet en
weer maximale leesbaarheid claimt
door al het overbodige weg te laten.
Dat is gebeurd in een tweetal atlassen
voor basisonderwijs en speciaal onder-
wijs, waarin het kaartbeeld geleidelijk
wordt opgebouwd; ze zijn bedoeld als
eerste kennismaking met atlassen.
EUROPA EN DE WERELDDELEN
Beide atlassen beginnen met een elftal
pagina's inleiding tot het kaartgebruik,
waarin de relatie panorama-luchtfoto-
kaart, het schaalbegrip, het principe van
de hoogtezoneweergave, en van topo-
grafische en thematische kaarten wordt
behandeld. Verder zijn beide delen tra-
ditioneel van opzet: het deel Nederland
kent na een sehe thematische kaarten
van Nederland een provinciegewijze be-
handeling; het deel Europa behandelt
na een serie thematische kaarten van dit
continent eerst de afzonderlijke staten
van Europa, waarna kaarten van de ove
rige werelddelen en enkele thematische
wereldkaarten volgen.
Een atlas is meer dan een serie losse
kaarten. Door de kaarten in een be-
paalde volgorde aan te bieden vertel je
een verhaal. Dat verhaal wordt verder
gearticuleerd door verschillen in de na-
druk (zoals de schaal of het aantal pa
gina's) waarmee de afzonderlijke gebie-
den worden geportretteerd. Bij het
deel Europa neemt de schaal van de
landen bijvoorbeeld af met de afstand
tot Nederland, alsof de maker wil zeg-
gen: wat verder van ons af ligt is min
der belangrijk voor ons. De uitzonde-
ringen daarop (zoals Marokko, Tur-
kije, Suriname, Aruba en de Neder-
landse Antillen en de Verenigde Sta
ten) vallen daardoor extra op. Ook
met de thematische volgorde (d.w.z.
een logische volgorde van de themati
sche kaarten) vertelt men iets: zowel
bodemsoorten als hoogteligging oefe-
nen in Nederland invloed uit op het
grondgebruik; die twee kaarten moet
men dus aan een grondgebruikskaart
vooraf laten gaan. Op een enkele uit-
zondering na (de klimaatkaarten staan
een beetje vreemd tussen de grondge-
bruikskaarten en de bevolkingsdicht-
heidskaarten van Nederland in) is dit
'gereedschap' goed gehanteerd.
Daarnaast dienen de atlaskaarten be-
halve voor het opzoeken van basisto-
pografie ook om met elkaar vergeleken
te worden. Men wil gebieden ten op-
zichte van elkaar in kunnen schatten,
en daarom is het werken met een serie
vergelijkbare schalen zo belangrijk.
Wat dat betreft komt men hier minder
aan zijn trekken. Er wordt gewerkt
met het principe van een aparte pagina
voor elk te onderscheiden gebied, en
die pagina wordt optimaal gevuld met
dat gebied. Dat betekent dat men met
een serie onvergelijkbare schalen zit.
De schalen van de provinciekaarten
van Nederland varieren van 1:275.000
tot 1:575.000; bij de landen van Euro
pa zijn er ook behoorlijk verschillende
schalen voor vergelijkbare gebieden.
Vanuit kartografisch oogpunt vallen
een aantal zaken op met betrekking tot
de hydrograße, het lijnenbeeld in het
algemeen en de relatie tussen over-
zichts- en detailkaarten. Bij de hydro
graße is men uitgegaan van een steeds
even dik symbool: een rivier is even
dik bij zijn bron als op het punt waar
hij in zee uitmondt; verschillende ri-
vieren die samenkomen blijven even
dik, en de Overijsselse Vecht is ook
even dik getekend als de Rijn. Je kunt
er dus niet altijd aan zien welke kant
hij opstroomt. Rivieren zijn golvend
getekend, kanalen en wegen hoekig.
Oude Europese grenzen zijn duidelijk
gedetailleerder getekend dan na 1990
ontstane grenzen. Er wordt bij de
kustlijnen met twee verschillende con-
tourdiktes gewerkt, hetgeen wat ver-
warrend is. Voor bergpassen wordt met
een ongelukkig driehoekig symbooltje
gewerkt dat associaties met bergen op-
roept.
Overzichts- en detailkaarten moeten
globaal dezelfde inhoud hebben. Ver-
gelijkt men de arealen Gemengd be-
drijf of Intensieve veehouderij op de
provinciekaarten van Gelderland of
Noord-Brabant met de overzichts-
kaart, dan krijgt men een heel ander
beeld, en dat kan niet de bedoeling
zijn. Afgezien van de plaatsnamen, die
uitstekend zijn weergegeven, had men
bij de correctie ook foute schaalaan-
duidingen (Marokko en Turkije zijn
consequent met een tienmaal te groot
schaalgetal aangegeven) en een Foute
situatie van de stand der lidmaatschap-
pen van de Europese Unie (situatie
1991 wordt aangegeven in plaats van
1997) er uit moeten halen.
50