Atlas of Mortality KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I998-XXIV-4 atie van het effect van de gezondheids- zorg. Aanknopingspunten voor een dergelijke analyse worden het makke- lijkst gevonden in kaarten, en daarom is de uitgave van atlassen als deze een eerste stap: er blijken patronen ol af- wijkingen uit de kaarten die vervol- gens - door ze te vergelijken met ande re verschijnselen zoals milieuverontrei- niging, hoogteligging enz. - reden vor- men voor verder onderzoek naar cau- sale relaties. Wanneer die bevestigd worden kan men vervolgens de oorza- ken gaan aanpakken. Tot nu toe ge- schiedde internationale vergelijking van sterftecijfers alleen op nationaal niveau (met uitzondering van atlassen over sterfte aan kanker); met deze atlas is het 00k mogelijk de trends op sub- nationaal niveau (nuts 2 van de eu) na te gaan. De statistische verwerking van de ge- gevens is zeker adequaat, en 00k voor leken duidelijk uitgelegd. De kartogra- fische weergave is, binnen de beperkin- gen die nuts 2 oplegt, professioneel. Het lijnenbeeld had nog wat verder gegeneraliseerd kunnen worden zonder de herkenbaarheid van individuele tel- gebieden aan te tasten; dan waren de kaarten duidelijker geweest. Het verve lende van de sub-nationale indeling is, dat er in Midden-Europa een aantal regio's voorkomen waarvan de belang- rijkste Steden in aparte eenheden wor den weergegeven (voorbeelden zijn Bremen, Berlijn, Praag, Wenen, Riga, Vilnius enz.). Eiders bepalen stad en platteland samen de klassenwaarde; deze uitzonderingen maskeren daar- door de regionale trend. De kaarten geven de gestandaardi- seerde gemiddelde sterftecijfers voor 1980/81 en voor 1990/91, en voor zowel mannen als voor vrouwen. Bovendien zijn er staafdiagrammen met de ge middelde gestandaardiseerde sterftecij fers. Naast de kaarten zijn frequentie- diagrammen opgenomen die aangeven welk deel van de bevolking door de betreffende doodsoorzaak wordt bei'n- vloed, en cirkeldiagrammen die het re- latieve aandeel van een specifieke doodsoorzaak aan de totale mortaliteit visualiseren. De kaarten zijn goed on- derling vergelijkbaar door het gebruik van percentielen. Voor een aantal landen zijn de gege- vens öf helemaal niet öf slechts voor een van de twee periodes beschikbaar. Voor Belgie niet voor 1990/91, voor Rusland, Estland, Litouwen, Georgie en Azerbeidzjan niet voor 1980/81; voor Israel, Turkije, Bosnie, Albanie en Macedonie voor geen van beide perio des. Het is jammer dat er geen voor- beeld wordt gegeven van interpretatie van de kaartbeelden. Er moet toch worden aangenomen dat niet elke lezer op voorhand beschikt over de kennis van de manier waarop zo'n beeld gei'n- terpreteerd kan worden. Het werk aan deze atlas vormt mede een eerste stap op weg naar een Euro pean Health and Environment Geo- graphical Information System (hegis), dat mogelijk permanent zal worden bijgehouden. Omdat het materiaal di- gitaal beschikbaar is heeft men er naast de gedrukte atlas nog een andere be- stemming aan kunnen geven: een se- lectie (met 5 verzamelcategorieen van sterfte-oorzaken in plaats van de 18 ca- tegorieen in de analoge atlas) is in de vorm van een Website http://www.eu- romort.rivm.nl/) eveneens te raadple- gen, met toegevoegde functionaliteit: men kan hier 00k kaarten naar keuze met elkaar vergelijken door ze naast el- kaar op het scherm op te roepen. In de papieren atlas staan steeds de beeiden van de twee periodes tegenover elkaar; op de Website kan men dus 00k de pa tronen van verschillende doodsoorza- ken of van mannen en vrouwen met el kaar vergelijken. Bovendien kan men sneller gegevens over specifieke regio's terugvinden. Sterftecijfers voor speci fieke doodsoorzaken zijn echter niet op de Website beschikbaar - dat zou een nuttige functie aan de Website gegeven hebben naast de atlas. Samenvattend: goed geproduceerd en professioneel ge- visualiseerd, is hiermee een adequate mogelijkheid voor analyse door ge- zondheidsexperts beschikbaar. De Web site heeft nu een beetje de functie van een teaser, om reclame voor de atlas te maken. Aangezien uit de verkoop van de atlas waarschijnlijk toch slechts een miniem deel van de productiekosten teruggewonnen zal worden, had inte grale opname op het web van de cijfers en de kaarten ten behoeve van openleg- ging van deze cruciale informatie meer effect gehad. Maar de papieren atlas is zeker een product waar Nederland trots op mag zijn. F.J. Ormeling Oud vanuit de lucht Redactie Christien Slingenberg en Corrie Visscher Hoogeveen: Nederland Boek Producties/Slingenberg B.V. Fotos: klm Aerocarto. Teksten en selectie van de 22 z/w foto's: plaatselijke experts Formaat: 30 x 42 cm Druk: Drukkerij Bariet, Ruinen Prijs: f 24,95 Nederland Boek Producties, een on- derdeel van uitgeverij Slingenberg uit Hoogeveen, brengt een serie van col- lecties van oblique luchtfoto's uit de periode 1920-1970 uit van Nederlandse Steden. Men is daar in 1996 mee be gonnen, en op dit moment zijn er ten- minste 37 van dergelijke collecties ver sehenen. De prijs is zeer gunstig; mo gelijk komt dat mede door het beperk- te aantal verkooppunten: behalve bij de uitgever zijn de fotoboeken ver- krijgbaar bij de 60 filialen van de Boe- kenVoordeel-keten. Het gaat hier om over het algemeen scherpe obliques, afgedrukt op mooi glänzend papier. De selectie van het fotomateriaal, waarschijnlijk afkomstig uit het opdrachtenarchief van klm Aerocarto, volgt over het algemeen een vast patroon: een aantal beeiden van het stadscentrum, waar men vervol gens in een wijdere boog omheen gaat, en daarna nog enkele objecten uit de buitenwijken, c.q. het omgevende platteland. De bij de foto's afgedrukte commentaren zijn verschillend van lengte en kwaliteit. Bij Groningen zijn er bijvoorbeeld alleen uiterst summiere plaatsaanduidingen, bij Amsterdams Oostelijk Havengebied en 00k bij Delft en Zeist is er sprake van kundige commentaren, die echt inzicht geven in de toenmalige toestand en de veran- deringen. In een aantal gevallen probeert men 00k een bepaald proces te volgen: in het deel Groningen wordt het gebied 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1998 | | pagina 55