KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT boeken werden de kaarten, geproduceerd volgens de be- schrijving, toegevoegd. Maar deze kaarten toonden de we- reld zoals deze in de Oudheid had bestaan. Een volgende stap, onafhankelijk van de vorige, werd circa 70 jaar later gezet in Italie. Kaartverzamelaars namen hier in toenemende mate hun toevlucht tot het in boekvorm in- binden van hun kaarten, om ze te beschermen. De bekend- ste inbinder van kaartbladen in die tijd (ca. 1550) was Lafre- ri in Rome. Hij versierde deze kaartboeken, van welke de inhoud helemaal afhing van de selectie die door zijn op- drachtgevers was gemaakt, met afbeeldingen van de mytho logische persoon Atlas die (als straf voor zijn opstand tegen de goden) het hemelgewelf moest dragen. Omdat het een goede metafoor zou zijn voor een boek dat kaarten bevatte die de wereld beschreven, veranderde Lafreri het hemelge welf in deze illustratie in een aardbol. De volgende ontwikkeling vond plaats in de Nederlanden. In 1570 gaf een boekhandelaar in Antwerpen met de naam Ortelius een boek uit met een vaste serie moderne kaarten die samen de hele wereld afbeeldden. Deze kaarten waren uit verschillende bronnen afkomstig, en hadden dus ver- schillende stijlen. Alleen hun formaten waren identiek. Na Ortelius kwamen twee kartografische reuzen, Mercator en Waghenaer, de eerste in Leuven, de tweede in Enkhuizen. Beiden stelden kaartboeken samen met vaste inhoud. Het verschil met Ortelius was dat ze de kaarten hiervoor zelf te- kenden, in een homogene stijl, op vergelijkbare schalen en met een gestandaardiseerde legenda. Bovendien besteedden ze beiden veel zorg aan het creeren van een duidelijk, helder kaartbeeld. Waghenaer produceerde een kaartboek met een serie kustkaarten van Europa, bedoeld voor stuurlieden. Mercator vervaardigde een kaartboek van het Europese con- tinent. Hij noemde zijn kaartboek naar dezelfde mythologi sche figuur die eerder de banden met willekeurige kaartcol- lecties in Italie had gesierd. En omdat zijn kaartboek, ge- noemd naar Atlas, een bestseller werd, werd 00k de naam atlas geleidelijk aan een synoniem voor (en uiteindelijk de naam voor) een kaartboek. Iets vergelijkbaars gebeurde met Waghenaer. Ook zijn product verkocht zo goed, dat nog een eeuw later in Engeland een kaartboek met zeekaarten een 'waggoner' werd genoemd. Maar deze naam is geleide lijk in het ongerede geraakt, en we spreken nu zowel van een zeeatlas als van een landatlas. Na de ontwikkeling aan het eind van de i6e eeuw verwees de term atlas naar een boek met kaarten, vervaardigd vol gens dezelfde standaarden en met dezelfde Symbolen, en zo mogelijk met kaarten op dezelfde schaal of in hetzelfde sys- teem van schalen. Dankzij de zorg voor de leesbaarheid van de kaarten en de standaardisatie maakte het nieuwe product de vergelijking van kaarten van verschillende gebieden mo gelijk. Door uit te gaan van de kaart van een bekend gebied konden de lezers op basis van kaartvergelijking zieh een voorstelling maken van een hen onbekend gebied. Traditionele atlassen zijn bewuste combinaties van, en ui- terst handige opslagmiddelen voor series van bestanden van ruimtelijke gegevens. Ook al bestaan ze uit combinaties van gei'soleerde beeiden (dat wil zeggen afbeeldingen die tot speeifieke gebieden, onderwerpen en perioden beperkt zijn), toch is het mogelijk, en zelfs de bedoeling, om deze beeiden in atlassen te vergelijken. Door dergelijke vergelij- kingen mogelijk te maken zijn atlassen een zeer geschikt ge- 1999-xxv-i reedschap voor exploratie. Deze vergelijkingen zijn moge lijk en relevant doordat de basisgegevens op een speciale manier bewerkt zijn, bijvoorbeeld door te verzekeren dat alle bestanden weergegeven op een bepaalde schaal ook in dezelfde mate zijn gegeneraliseerd. We zullen deze concep- ten hieronder verder toelichten. Atlasconcepten Om een beter idee te krijgen van atlassen en hun funeties zullen hieronder een aantal atlasconcepten worden besproken. Dat zijn: de atlas als opslagmedium, als visuali- satiemiddel, als vergelijkingsgereedschap, als bewuste com- binatie van kaarten, als isolatiemechanisme, als verzameling van wäre afbeeldingen, als exploratiemiddel en als interface met de onderliggende database. De atlas als een superieur opslagmedium Als opslagmedium voor ruimtelijke gegevens kent een atlas zijns gelijke niet. Men kan het makkelijk aan nieuwe situ- aties aanpassen. Tijdens de wetenschappelijke revolutie in de vorige eeuw, toen er een explosie plaatsvond van natuur- kundige en statistische gegevens, ontwikkelde men het con- cept van de nationale atlas. Tijdens de informatierevolutie waar we nu nog middenin zitten, is het concept van de elektronische atlas, ook wel atlasinformatiesysteem, ontwik- keld. Toch kan men in een papieren atlas slechts een beperkte hoeveelheid gegevens weergeven. Want de atlaskaarten moesten tenminste twee funeties uitoefenen: die van gege- vensopslag en van gegevenscommunicatie. Wanneer we het aantal universiteiten per provincie in de Filipijnen willen vergelijken op een kaart uit de nationale atlas van dat land (figuur 3) dan zou dat moeilijk zijn. Deze kaart heeft alleen een inventarisfunetie. Door de komst van de Computer zijn we nu in Staat beide funeties (opslag en communicatie) van elkaar te scheiden, omdat we nu alleen de informatielagen kunnen visualiseren of oproepen die nodig zijn om een be paalde vraag te beantwoorden. Alle andere informatielagen laten we uitstaan, en ze zullen het kaartbeeld op de monitor niet belasten. We zullen de namen slechts in beeld brengen wanneer we ze nodig hebben, en hetzelfde geldt voor de le genda en het graadnet. In de digitale omgeving van atlasin- formatiesystemen hebben we dus te maken met het concept van de kaarten op bestelling, dat wil zeggen kaarten die zijn aangepast aan de vraagstelling van de atlasgebruiker. Wan neer het mogelijk is om de informatie afgebeeld in de elek tronische atlas aan te passen, dan kan men het een visualisa- tiegereedschap noemen. De atlas als visualisatiegereedschap Een atlas is (vooral wanneer de inhoud op de monitor kan worden gewijzigd) een superieur visualisatiemiddel omdat het geografische informatie in zijn ruimtelijke perspectief kan plaatsen, en deze informatie bovendien kan communi- ceren. Op de basis van de communicatiedoelstellingen kan men atlassen indelen zoals weergegeven in kader 4. De atlas als een vergelijkingsgereedschap In computertaal noemen we een systeem dat bepaalde fune ties als het wäre automatisch uitvoert een machine. Wan neer een softwareprogramma ons in Staat steh om namen op de kaarten in een atlas te vinden, zouden we dit een zoekmachine ('search engine') kunnen noemen. En wan- 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1999 | | pagina 10