15
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-I
De atlas als synoptische
structuur
Een goed ontworpen kaart kan het ul-
tieme visualisatiegereedschap zijn voor
elke aardrijkskundeles dankzij wat wel
wordt genoemd zijn synoptische eigen -
schap: hij maakt het mogelijk alle rele
vante kenmerken van de belichte regio
in een keer te visualiseren. Zijn bijzon-
dere communicatieve potentieel ont-
leent de kaart aan de combinatie van
deze synoptische eigenschap met het
aan de kaart eigen vermögen om ruim-
telijke informatie in een oogopslag te
presenteren - met andere woorden, de
essentie van de boodschap die in de
kaart besloten ligt komt al over (wordt
'ontvangen') wanneer er slechts vluch-
tig naar wordt gekeken. Uiteraard steh
een dergelijke communicatieve kwali-
teit specifieke eisen aan het kartogra-
fisch ontwerp, en vooronderstelt deze
tevens de aanwezigheid van het in het
voorgaande genoemde geografische re-
ferentiekader (de basiskaart) aan de
kant van de beoogde ontvanger van de
boodschap: de kaartgebruiker (hier: de
aardrijkskundeleerling)
Als er op een enkele kaart al sprake is
van Synopsis, dan kan deze eigenschap
in het kartografische product atlas nog
eens versterkt worden. In de atlas is het
immers mogelijk meer thematische in
formatie te visualiseren, door verschil-
lende kaarten in een vergelijkbaar kar-
tografisch formaat bij elkaar te voegen
of door andersoortige grafische repre-
sentaties toe te voegen aan een enkele of
dubbele kaartpagina. Om dit hogere ni-
veau van Synopsis optimaal te bewerk
stelligen dient de atlas, zowel in regio
nale als in thematische zin, van een ge-
degen structuur te worden voorzien.
AUSTRALIE
1 60 000 000
©WN Atlas Productions
Figuur 1. Basis-
kaarten met mini-
maal benodigde in
formatie als onder-
grond voor thema
tische kaarten. Voor
Australie (links,
schaal 1:60.000.000)
volstaat de kustlijn,
voor Nederland
(rechts, schaal
1:4.000.000) zijn
00k de Landsgren
zen onontbeerlijk,
terwijl voor interne
referentie de grote
rivieren kunnen
volstaan. Wat dit
laatste betreft kun
nen in beide geval-
len 00k de provin-
ciegrenzen worden
weergegeven.
Wat betreft de regionale structuur, houdt de kaartsectie van
de atlas idealiter dezelfde volgorde aan als het aardrijkskun-
de curriculum - mits dit niet van elke geografische logica is
gespeend. Zo ligt het bijvoorbeeld voor de hand de atlas te
doen beginnen met relatief grootschalige kaarten van het ei
gen land (sectie 1), gevolgd door kaarten van de buurlanden
op een kleinere schaal (sectie 2) en van andere delen van het
eigen werelddeel op nog kleinere schaal (sectie 3), om te be-
sluiten met een serie kaarten van de gehele aarde op de
kleinste schaal (sectie 4).
De regionale structuur moet aan de gebruiker - leraar zowel
als leerling - worden duidelijk gemaakt door middel van
een kaartindex, bij voorkeur in het begin van het boek nabij
de inhoudsopgave, bijvoorbeeld op de schutbladen. Er kan
gebruik worden gemaakt van kleurstrips of -markeringen
längs de randen van de pagina's om de indexfunctie te on-
dersteunen. In dit geval kunnen dezelfde kleuren 00k wor
den toegepast om de verschillende secties van elkaar te on-
derscheiden in de inhoudsopgave.
Om de gebruiker snel vertrouwd te kunnen maken met de
inwendige structuur van de atlas, dient de volgorde van
kaartstijlen binnen de regionale secties 00k een vast patroon
te volgen, bijvoorbeeld staatkundige (chorografische) over-
zichtskaart - natuurkundige (hypsometrische) overzichts-
kaart - thematische kaarten. Als de kaartvolgorde voorspel-
baar is, zal 00k een onervaren gebruiker al snel in Staat zijn
intui'tief binnen de atlas te zoeken, en zal daarmee de drem-
>WN Atlas Productions
Noord
West
Noord
West
1960-1969
NEDERLAND - MIGRATIE
Noord
Noord
West
West
Figuur 2. Temporele kaartsequentie van het binnenlands migratiesaldo in Nederland (1 mm pijlbreedte 20.000 personen). Zo gauw
het geografische referentiekader gevormd is - de grafische vormen van de basiskaart worden herkend en geassocieerd met ruimtelijke lo-
caties - krijgt thematische inhoud geografische betekenis. Een solide referentiekader Staat het de kartograaf toe zijn creativiteit te botvie-
ren en de grenzen van de wiskundige projectie te overschrijden, teneinde tot een betere overdracht van geografische informatie te komen.