L
W\
i
nr* v
Luik-
---<»-*/ *9 ;sis£-
M?»1» t --i 7
'9 V
■t V
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-I
pel om het boekwerk open te slaan wanneer zieh een geo-
grafische informatiebehoefte voordoet aanmerkelijk worden
verlaagd.
Wat de thematische struetuur betreft moeten kaarten, ten-
einde Synopsis op pagina-niveau te bereiken, worden ge-
groepeerd tot enkele of dubbele pagina's over een of een
aantal verwante themas, die kunnen worden samengevat
onder een enkele paginatitel. Een zinvolle groepering van
thema's kan het gebruiksnut van de atlas binnen de aard-
rijkskundeles aanzienlijk vergroten. Daarbij bezit de thema-
volgorde idealiter enige interne logica, of tenminste consis-
tentie. Wanneer gekozen wordt voor een causale volgorde
(bijvoorbeeld: klimaat - vegetatie - grondgebruik) kan er
een verhaal, een les worden vervat in het paginaconcept.
Dit kan de leraar tot leidraad dienen bij zijn behandeling
van een thema: de atlas profileert zieh dan nog nadrukkelij-
ker als didactisch hulpmiddel.
Papieren atlas versus elektronische atlas
De laatste jaren heeft de voortschrijdende ontwikkeling van
de Computertechnologie, in het bijzonder de ontwikkeling
van kleinere, snellere en goedkopere microprocessoren en
data-opslagmedia (cd-rom), geleid tot het verschijnen van
elektronische tegenhangers van de traditionele papieren at
las. Aanvankelijk gaf dit aanleiding tot verhitte discussies
binnen de kartografische wereld over de toekomst van de
papieren atlas. Toen aanwijzingen dat de laatstgenoemde
een plotselinge dood zou sterven niettemin achterwege ble-
ven, luwde het debat over de vraag of de atlas in zijn tradi
tionele vorm wel een gewenst en verkoopbaar produet zou
blijven, en kreeg de discussie de meer constructieve vorm
S'
Oostende
l
Gent
"Antwerpen
BELGIE EN LUXEMBURG
NEERSLAG
1 4 000 000
Gemiddelde jaarlijkse neerslag
I I minder dan 800 mm
800- 1000 mm
1 1000- 1200 mm
1200 mm of meer
Bastogne»
i. N Luxemburg^
-
236
J'ackfeet
1 m~J
/74S erSSSH-*26 >%h'^a
37 /Sto*%p*-1s. i"51 49 4
39
1 Nav:
27
i^Pueb/o
134h
v
t' 21
I 12
I 22 I 20 S 6 Ad 1b,i
1/1—To ^he'°k«0
8 j 16 13
64 18
VERENIGDE STATEN
INDIANENRESERVATEN
1 65 000 000
V5
-r^X AA 6
i on i\ o
-u»C
35
Indianenreservaat
Sioux Indianenstam
61 Aantal indianen per Staat in 1990 (x1000)
Alaska75 (incl. Eskimo's)
Hawaii: 5
Figuur 3. Neerslag
in Belgie en
Luxemburg (boven,
schaal 1:4.000.000)
en indianenreserva-
ten in de Verenigde
Staten (onder,
sebaal
1:63.000.000). Zelfs
zonder dat de le-
genda wordt gele-
zen komt de pri-
maire 'boodschap'
van beide kaartjes
al bij een vluchtige
blik over.
van een objectieve vergelijking van de
plussen en minnen van beide produc-
ten. Een aantal wezenlijke verschillen
wordt hier opgesomd.
De papieren atlas brengt zijn informa-
tie over door middel van spectrale re-
flectie. De intensiteit van het gereflec-
teerde licht, waarvan de bron zieh ach
ter de reeeptor (degene die naar de
kaart kijkt) bevindt, komt overeen met
de lichtintensiteit waar het menselijke
00g van nature aan gewend is. De
elektronische atlas brengt informatie
over door middel van de emissie van
licht, waarvan de bron in het vlak van
de kaart ligt - dus vöör de reeeptor.
Om leesbaar te blijven, mag niet meer
dan een kwart van de oppervlakte van
een overeenkomstige papieren kaart te-
gelijkertijd op een computerscherm
worden afgebeeld. De oorzaak van
deze beperking ligt voornamelijk in de
schermresolutie en beeldomvang van
de algemeen verkrijgbare monitoren.
De elektronische kaart biedt minder
mogelijkheden tot combinatie van Ver
schiliende themas in een kaart door
middel van subtiele kleur- en lijndikte-
verschillen. De informatiedichtheid op
papier kan veel groter zijn dan op het
scherm.
De effecten van kleuren zijn op het
scherm veel minder voorspelbaar dan
op papier. Monitoren verschillen in
kwaliteit, en bovendien zijn gebruikers
in Staat om het aantal weergegeven
kleuren en de lichtintensiteit zelf te
bei'nvloeden. In een elektronische at-
laskaart moet het aantal gebruikte
kleuren daarom beperkt worden, en
moet 00k terughoudend worden om-
gegaan met grafische variabelen als in
tensiteit en verzadiging. Natuurlijk
moet de papieren-atlasmaker zieh re-
aliseren dat 00k hij geen controle heeft
over de lichtbron die onontbeerlijk is
voor het gebruik van zijn produet in
het klaslokaal - kunstlicht varieert im
mers in kleur en intensiteit - maar hier
gaat het om verschillen van een andere
orde.
De elektronische atlas kan de gebrui-
ker op een niet mis te verstane wijze
door de informatie die hij bevat heen-
leiden - iets wat bij een papieren atlas,
ondanks alle pogingen tot strueture-
ring, onzeker blijft. De samensteller
van de elektronische atlas kan didacti-
sche 'routes' in zijn produet inbouwen,
of in elk geval de mogelijke volgorden
van schermen die de gebruiker kan op-
16