37
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-I
van Europa, de oorspronkelijke EU-lid-
staten. Additionele landen of gebieden
komen wel steeds meer beschikbaar,
doch voldoen vaak nog niet aan de Co-
rine-classificatie. Dit heeft tot gevolg
dat bij toevoeging van deze gebieden
het aantal klassen drastisch moet ver
minderen tot slechts 7. Figuur 2 laat
deze kaart zien. Verder draagt de Cori-
ne-kaart sporen van verschillen in satel-
lietopnamen (o.a. seizoensinvloeden) en
verschillen in interpretatie daarvan door
lidstaten. Voor Nederland is het lgn-
bestand (LandGebruik Nederland) ge-
bruikt en ingebracht door het Staring
Centrum in Wageningen.
De oorspronkelijke ruimtelijke resolu-
tie van 30 bij 30 meter van de Thema-
tic Mapper satellietbeelden is door
etc-lc teruggebracht tot 250 bij 250
meter. Op Europese schaal is een reso-
lutie van 30 meter inhoudelijk weinig
zinvol en technisch zeer moeilijk, al
was het alleen maar omdat dit tot gi
gantische bestanden zou leiden. Met
een resolutie van 250 meter kan wel
goed gewerkt worden.
Gebruik
Voor de Europese milieuverkenningen
die rivm momenteel uitvoert voor de
EU en eea in samenwerking met enkele
andere instituten, is de resolutie terug
gebracht tot 1 km. Deze kaart is ge-
bruikt om de omvang en versnippe-
ring van natuurlijke gebieden weer te
geven. Figuur 3 illustreert dit. Versnip
pering ('fragmentation') is afgeleid
door binnen de onderscheiden natuur
lijke gebieden voor elke gridcel vast te
stellen of de omringende gridcellen tot
dezelfde klasse behoren. Zo kon de
mate van ruimtelijke isolatie van die
gebieden in beeld worden gebracht.
Op haar beurt is de mate van versnip-
pering gebruikt om de algehele druk
op ecosystemen te onderzoeken, Sa
men met de groei van de economie en
van de bevolking, en de daarmee sa
menhangende klimaatsverandering en
milieuvervuiling.
Beschikbaarheid
Momenteel wordt binnen de eea en de
lidstaten onderzocht of de Corine-
kaart herziening en uitbreiding vergt.
Er lijkt zeker behoefte te bestaan, maar
vastgesteld moet worden of dit in vol-
doende mate de nodige (hoge) investe-
ringen rechtvaardigt. Inmiddels is op
mondiale schaal een landcover-kaart
beschikbaar gekomen, zoals afgeleid
van NOAA/AVHRR-satellietbeelden met 1
bij 1 kilometer resolutie. Deze discover
dataset is inmiddels beschikbaar, maar wordt nog geva-
lideerd en is nog niet goed bruikbaar voor regionale (of na
tionale) toepassingen. Zie 00k:
rivm http://www.rivm.nl/sect0r5llbgl
rivm http:llwiuvj.coredata.rivm.nl
etc-lc: http://www.mdc.kiruna.se
discover: http://edcwww. er. usgs.gov/landdaac
Het meta-informatiesysteem: aida
Het gebruik van, en de behoefte aan ruimtelijke gegevens
neemt bij het rivm snel toe, om tal van redenen: het 'ge-
vecht' om de ruimte, de milieuplanbureautaken, de op-
komst van Internet en de mogelijkheden van hard- en Soft
ware. Binnen het rivm wordt het steeds belangrijker om
collegas op de hoogte te houden van de aanwezigheid, kwa-
liteit en beschikbaarheid van gegevens.
Bij het ontwikkelen van een meta-informatiesysteem kan
niet voorbijgegaan worden aan twee termen die tegenwoor-
dig overal opduiken waar (ruimtelijke) gegevens beheerd
worden:
Clearing House: het ontsluiten en beschikbaar stellen van de
bestuurlijke meta-informatie en
Datawarehousing. het verzamelen, integreren/beheren en
beschikbaar stellen van gegevens uit een heterogene om-
geving.
Het doel van aida als meta-informatiesysteem bij het rivm
is om onderzoekers te informeren welke gegevens er binnen
het instituut beschikbaar zijn, zodat gegevens niet dubbel
aangeschaft worden. Daarnaast dienen doublures voorko-
men te worden: basisgegevens die in diverse lokale databa-
ses opgenomen worden. De toegang van aida is gericht op
de RiVM-er die op zoek gaat naar gegevens. RiVM-ers be-
schikken over verschillende Computers. Vandaar dat het
Clearing House aida volledig op Internet technologie is ge-
bouwd. Intern fungeert het Intranet, maar daarnaast zal een
selectie van de meta-informatie 00k via Internet geraad-
pleegd kunnen worden. In figuur 4 (p. 39) is het openings-
scherm van aida te zien.
De vulling en het beheer van aida
RiVM-ers melden zelf aan welke gegevens ze hebben. In veel
gevallen bestaat overigens een 'data-administrator, die dat
voor een groep onderzoekers doet. De Ai'DA-beheerder con-
troleert of alle verplichte beschrijvingen goed zijn ingevuld.
Deze beschrijvingen moeten in overeenstemming zijn met
de Europese standaarden [Van Beurden, 1998]. Na goed-
keuring van de beheerder wordt de meta-informatie vrij ge-
geven op Intranet en eventueel 00k op Internet.
Zelf zoeken in aida
In aida kan gezocht worden op een vrij zoekwoord of op
vaste zoekeriteria. Bij het zoeken op een vast zoekeriterium
kan een keuze gemaakt worden uit:
een invalshoek (bijvoorbeeld Thema - Afval),
jaar of periode,
eigenaar,
ruimtelijke indeling en/of
het betreffende RiVM-laboratorium.
In figuur 5 (p. 39) zijn (een deel van) de resultaten te zien
die gevonden zijn met het opgeven van het zoekwoord 'bo-
dem'. De gebruiker kan nu een gevonden resultaat aanklik-
ken om de meta-informatie in te zien. De volgende meta-