KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-I
•ntersieHar
cfoute ot
motecufar
gas and dusl
self-g'avity, :»en rac»diy coilapse, teadmg to the
iormation of a central protostar and a
surrourd.ng oebuia, or di&k.
a round the newiy Pom Star
gradually fc«m mto lerresJnai
planet« (and the cores of gianl
planets), white residual gas
forms er.velcpos around the
g<ant planets
Figuur 2. Infographic van Nigel Holmes, die wel als goeroe van de infographics
wordt gezien (p. 34).
van diagrammen. Men heeft er in het
algemeen van afgezien een oordeel
over de getoonde diagrammen uit te
spreken, omdat ze vaak worden ge-
toond buiten de oorspronkelijke om-
geving die mede bepalend is voor de
kwaliteit.
De geschiedenis van het diagram be-
gint wat de samenstellers betreft in de
zeventiende en achttiende eeuw, toen
de verbeelding van kwantitatieve infor-
matie echt op gang kwam, samen met
de toenemende belangstelling voor sta
tistische gegevens van Staat en weten-
schap. Natuurlijk is het mogelijk dia
grammen uit de tijd daarvoor te vin-
den. Hier worden er 00k wel een aan-
tal van genoemd zoals het oudst be-
kende diagram (uit de tiende of elfde
eeuw) waarin de loop van de planeten
is uitgezet in de tijd (figuur 1).
De geschiedenis wordt verder behan-
deld aan de hand van enkele vroege
makers van diagrammen (o.a. W. Play
fair, L.A.J. Quetelet en O. Neurath) en
aan de hand van historische gebeurte-
nissen (o.a. opkomst van de nationale
Staat, de grote belangstelling voor hy-
giene, een aantal oorlogen en de toe
nemende zorg voor het milieu). Hier-
bij worden veel voorbeelden uit bin
nen- en buitenland getoond. Er wordt
uiteengezet hoe de ontwikkeling van
het diagram begon met een aantal pio-
niers en later veel meer binnen een be-
paalde methode of stijl begon te pas
sen. Hierbij is veel aandacht besteed
aan de vormgeving en 00k de manier
waarop de gegevens zijn verwerkt, bij-
voorbeeld om aan te geven hoe de le-
zer soms al dan niet bewust misleid
wordt. Dit gedeelte over de geschiede
nis wordt afgesloten met een uiteen-
zetting over de huidige infographics,
waarbij alle mogelijke grafische tech-
nieken worden gecombineerd om in-
formatie over te dragen (figuur 2).
Na de geschiedenis wordt ingegaan op
de achtergronden, van getallen naar
beeiden en van afbeeldingen naar bete-
kenissen. In de praktijk speien ver-
schillende aspecten een rol. Zoals de
diverse toepassingen en doelen van
diagrammen, de mogelijke middelen
en andere opties die de makers hebben
om cijfermatige informatie in beeld te
brengen. Er is een scala aan soorten.
Aan de andere kant komen het bekij-
ken en interpreteren van diagrammen
aan de orde: de specifieke kijkvaardig-
heid of grafische vaardigheid.
In het resterende deel komen de ma
kers aan het woord: elf makers van in
fographics geven in zeven interviews
hun mening over het medium. Voor
kartografen bekende en onbekende na-
men. Het zijn (in alfabetische volgor-
de) Nel van Bethlehem TrouwJoep
Bovendeaard NRC HandelsbladNigel
Holmes (voorheen Time Magazine
thans freelancer), Dries van Ingen
(Meulenhoff educatief), Jeroen Luizink
(anp) Paul Mijksenaar (Bureau Mijkse-
naar), Philo Ongering (nob Design),
Maarten Pedroli (cbs), Johan Russchen
Figuur 1. Het oudst bekende diagram, uit de tiende of elfde eeuw. De loop van de plane
ten is in de tijd uitgezet (p. 8).
49