- Oproep - tentoonstelling ICA-congres Ottawa We beginnen nu, samen met u als onze lezers, aan de laatste jaargang van deze eeuw. U zult in de körnende jaar gang veel vertrouwds terugvinden, maar tegelijkertijd hopen we u ook de nodige bijdragen te brengen die op de volgende eeuw voorbereiden. Die vol- gende eeuw wordt voor ons allemaal een uitdaging, en met het artikel van iCA-president Michael Wood speien we op die uitdaging in. Zijn artikel gaat over Agenda 21, het programma dat men mondiaal probeert te realise- ren om nieuwe ontwikkelingen en groei niet ten koste van het milieu te laten gaan. En Wood geeft: aan, welke bijdrage kartografen, al of niet in ica- verband, daar in feite al aan leveren. Aan vertrouwde zaken vindt u twee ar- tikelen over (school)atlaskartografie, van Tjeerd Tichelaar en Ferjan Orme- ling. Tichelaar geeft aan hoe de atlas- inhoud mede bepaald wordt door een leerplan, en door de (didactische) ei sen die er verder aan gesteld worden. Ormeling laat zien welke begrippen en concepten er allemaal speien bij een atlas, hoe atlasstructuur wordt gereali- seerd en hoe in een bepaalde volgorde en nadruk van het kaartmateriaal de uitgangspunten van de redactie wor den gematerialiseerd. Beide artikelen zijn ooit als lezing op een seminar voor aardrijkskundeleraren in Indonesie ge bracht. Om de toekomst met vertrouwen te- gemoet te zien is het relevant te weten wat je wortels zijn, en waar de heden- daagse praktijk op berust. Daarin helpt Paul van den Brink ons: hij pro- moveerde afgelopen jaar op een Studie over de opkomst van de Nederlandse rivierkartografie in de i8e eeuw, en geeft daarvan in zijn bijdrage een sa- menvatting. Zijn aandacht voor de kaartgebruiksaspecten maakt dit proef- schrift extra waardevol. Verder in dit nummer het vijfde arti kel in de serie landsdekkende bestan den, ditmaal van het rivm, de instan- tie die het milieu in Nederland be- waakt, en daarvoor natuurlijk kaarten gebruikt en produceert. Het rivm heeft een voorbeeldfunctie vanwege de manier waarop de kartografische servi- ce-afdeling softwarepaketten aanpast en bestanden opbouwt ten behoeve van de onderzoekers, en bovendien richtlijnen ontwikkelt voor een kwali- tatief hoogwaardige presentatie van het kartografisch materiaal naar bui- ten. In dit artikel wordt aangegeven wat er voor intern gebruik aan bestan den over Nederland wordt opge- bouwd. Op de toekomst zelf wordt in dit eer- ste nummer vooral in de vaste rubrie- ken ingegaan: Olev Koop behandelt in zijn KartoNET-serie kaartservers en dis- cussielijsten. Tijdloos is de bijlage waarin Jacques Bertin het verschil aangeeft tussen kaar ten die men moet lezen en kaarten waarop men zö de boodschap ziet. We danken de vertaling zowel als de bijlage aan Rene van der Schans, die hiermee de kartografische gemeenschap een ui- terst relevante nieuwjaarswens aanbiedt, gesponsord door het Kadaster, de Meet- kundige Dienst en de Vereniging voor Geografische Informatie en Vastgoedin- formatie vgvt. We hopen dat het KT zelf even relevant voor u zal blijven. de redactie In augustus 1999 vindt in Ottawa het volgende ICA-congres plaats. De Internationale Kartografische Vereniging (ica) organiseert daarmee de belangrijkste kartografische bijeenkomst van de körnende twee jaar. Op dat congres wordt ook een tentoonstelling gehouden van de belangrijkste kaarten die de afgelopen twee jaar in de verschillende ICA-Iidstaten zijn vervaardigd.Tijdens deze tentoonstelling maakt men bekend welke van de ingezonden kaarten in hun categorie een eerste, tweede of derde prijs hebben gewonnen. Alleen al uit publiciteitsoogpunt is het belangrijk wanneer een bepaalde kaart tot de beste wordt uitgeroepen! Wanneer dat gebeurt door een vereniging met een Status als van de ica, dan betekent dat dat de betreffende kaart in een heel bijzondere categorie thuishoort. Bovendien is het van belang op die tentoonstelling te zien wat de stand van de kartografie in andere landen is, en er goede ideeen op te doen. Elke keer doen een zestigtal verschillende landen mee, en er hangen al gauw een 600 tot 1000 kaarten, naast het ingezonden elektronische materiaal dat op pc's in te zien is. Dit als inleiding op de oproep aan kaartproducenten in Nederland om deel te nemen aan deze tentoonstelling. Indien u materiaal heeft dat u gaarne zou laten exposeren in Ottawa, laat het dan weten aan ondergetekende. De nvk zorgt verder voor beschrijving en doorzending naar Canada van het materiaal. Het adres is Ormeling, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit Utrecht, Van voorgaande iCA-congressen is de tentoonstelling vaak een van de zaken die de deelnemers het langst zijn bijgebleven. We hopen dat dat ook dit jaar voor Ottawa zal gelden, en dat het Nederlandse aandeel daarin 'outstanding' zal zijn. 4 I «II IMIM■IHlllliTT VAN DE REDACTIE I999-XXV-I Postbus 801 15, 3508 TC Utrecht off.ormeling@geog.uu.nl). F.J. Ormeling

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1999 | | pagina 6