KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-2
Niveaus van bestandsbeschrijvingen
Wetenschappers maken onderscheid tussen verschallende
niveaus van beschrijvingen van digitale bestanden. Prof.
Y.C. Lee van Hong Kong University onderscheidt de vol-
gende niveaus: het data-catalogus niveau, het metadata ni-
veau en het data-woordenboek niveau [Lee, 1998]. De
meest algemene informatie over bestanden wordt aangetrof-
fen in een bepaald type gegevensverzameling dat we een
data-catalogus (data catalogue) noemen. Het wordt ge-
bruikt om de beschikbaarheid van het bestand, de titel van
de verzameling, de auteur en de plaats waar het kan worden
verworven te beschrijven. Dit is vergelijkbaar met de catalo-
gi van analoge producten die in kaartenverzamelingen wor
den gebruikt [Burnhill, 1991]
Het tweede niveau van databeschrijving wordt door de mees-
te aanbieders van data (ruimtelijke) metadata genoemd. Het
is een algemene beschrijving van de inhoud, bedekking, het
gebruikte georeferentiesysteem, enz. Het dient om het begrip
van de doelstelling, de inhoud en de fundamentele kenmer
ken van het bestand te benadrukken. Het wordt vooral ge
bruikt om de geschiktheid van de gegevens voor het beoogde
gebruik vast te stellen. Metadata vormen een formele be
schrijving van de bestanden, en stellen in Staat ze uit te wisse-
len en te laten gebruiken door anderen dan de oorspronkelij-
ke samenstellers. In een digitale omgeving, met name in een
Internet-omgeving, moeten metadata voldoende informatie
leveren om het zoeken, terugvinden en overbrengen van ge
gevens mogelijk te maken [Evangelatos Allam, 1991]. Bo-
vendien moeten ze de evaluatie van de toepasbaarheid van de
gegevens voor bepaalde toepassingen ondersteunen.
De meest gedetailleerde beschrijving van bestanden is het
data-woordenboek (data dictionary), gebruikt voor het ver-
zamelen en in stand houden van datasets. Het kan 00k ge
bruikt worden voor het ontwikkelen van correlatietabellen
voor de uitwisseling van gegevens en de integratie ervan
met gegevens uit andere bestanden. Een data-woordenboek
bevat een beschrijving van de eenheden en objecten in het
bestand, en tevens een lijst van de waarden van de attribu-
ten en hun overeenkomstige feature codes [Standards and
Specifications, 1996] (1).
Dit artikel rieht zieh op het tweede niveau van databeschrij
ving, namelijk het metadata niveau. Daarbij gaat het hier
vooral om de toepasbaarheid van de meest gebruikte meta-
data-standaarden voor de beschrijving van elektronische at
lassen.
Bestaande metadata-standaarden
In een aantal landen wordt op het ogenblik gewerkt aan de
ontwikkeling van metadata-standaarden. In de Verenigde
Staten heeft het fgdc (Federal Geospatial Data Commit-
tee) een standaard ontwikkeld voor documentatie van alle
federale bestanden, die nu bij maatregel van bestuur is vast-
gesteld [Clinton, 1994]Alle prive-bedrijven die in opdracht
van de regering werkzaamheden uitvoeren moeten zieh 00k
aan deze standaard houden. Als gevolg daarvan zijn de
meeste ruimtelijke-gegevensbestanden in de Verenigde Sta
ten nu gedocumenteerd met behulp van de FGDC-standaard
[fgdc, 1999]Deze standaard wordt 00k in veel andere lan
den, waaronder Canada, gebruikt.
Op een vergelijkbare manier is in Australie en Nieuw-Zee-
land een anzlic (Australia and New Zealand Land Infor
mation Committee) standaard aanvaard, in gebruik voor de
meeste bestanden in die regio [anzlic, 1999]. Er is 00k het
nodige werk verricht voor de vaststelling van internationale
standaarden, ten behoeve van de uitwisseling van digitale
gegevens. Deze taak wordt binnen de ISO (Internationale
Organisation for Standardisation) door de TC2I Commissie
(Technical Committee for Geographie Information and
Geomatics) behartigd. De commissie heeft de opdracht een
internationale standaard voor ruimtelijke gegevens te ont
wikkelen. Op dit moment worden deze werkzaamheden
vanuit Noorwegen geleid [iso TC211, 1999]
De Internationale Kartografische Vereniging (ica) draagt
00k bij tot de ontwikkeling van internationale standaarden.
De ica heeft een zeer actieve commissie op dit gebied
(Commission on Spatial Data Transfer Standards, zie [ica-
CSDTS, 1999]). In 1999 zal deze commissie met een nieuwe
data transfer standaard komen. De voorzitter van de com
missie, Hai Moellering, is tevens technisch adviseur en ica-
verbindingsman voor de iso tc 211 commissie.
In 1995 werd het Dublin Core Initiative genomen, om tot
een gemeenschappelijke inhoudelijke kern voor de beschrij
ving van Internet-bestanden te komen. De doelstellingen
van dit initiatief hielden tevens overeenstemming aangaan-
de de behoeften voor het catalogiseren van bestanden in via
Internet toegankelijke digitale bibliotheken in, en de ont
wikkeling van overeenstemming over een centrale set van
metadata-elementen noodzakelijk voor de beschrijving van
Internet-bestanden [Dublin Core Metadata Workshops,
1998].
De toepasbaarheid van de FGDC metadata
standaarden voor elektronische atlassen
Het hier beschreven onderzoek is gei'nitieerd door het 'Di
gital Mapping and Geographie Information Systems' pro-
ject van het paigh (Pan-American Institute of Geography
and History), een samenwerkingsverband van de landen in
de Nieuwe Wereld. Een component van dat project is het
uitwerken van Clearing house' technologie op basis van de
fgdc metadata-standaarden. Een andere component is de
ontwikkeling van elektronische atlassen.
Tijdens een van de werkvergaderingen van het PAiGH-pro-
ject werd een oefening gehouden in het completeren van de
metadata-gegevens voor de elektronische atlas van Colom-
bia. Het voor deze atlas uitgewerkte metadata-bestand liet
echter tekortkomingen van deze standaard bij toepassing op
elektronische atlassen zien. De hele functionaliteit van de
elektronische atlas kon slechts in een veld worden gedocu
menteerd, het veld 'key words'. Deze tekortkoming leidde
tot een onvolledige beschrijving van de atlasfunctionaliteit.
Dat brengt meteen implicaties voor de systematische be
schrijving en classificatie van elektronische atlassen met zieh
mee. Dus begonnen we te denken aan de ontwikkeling van
een ander gereedschap, speciaal ontwikkeld voor de docu
mentatie van atlasfunctionaliteit.
Een andere tekortkoming van de fgdc metadata-standaard
ligt in het feit dat in de meeste velden antwoorden op open
vragen moeten worden gegeven. Dat betekent dat de docu-
6