MEGRIN,
een Europees grensoverschrijdend initiatief voor het creeren
van geVntegreerde homogene geografische informatiesystemen
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-3
J. De Smet
gebruik en productie van geografische informatie, digitale topografische kartografie, auteursrecht TREFWOORDEN
use and production of geographical information, digital topographic cartography, Copyright keyword s
utilisation et production de l'information geographique, cartographie numerique et topographique,
MOTS-CLES
droit d'auteur
Ook aan Europa wordt kartografisch inhoud gegeven.
Wanneer we jaloers zijn dat er van de Verenigde Staten
een uniforme kartografische dataset bestaat, dan is het
goed te weten dat iets dergelijks ook van Europa in de
maak is. De bestanden zijn hier rijker en de problemen
voor integratie groot. Ze blijken echter niet van techni
sche maar veeleer van organisatorische/commerciele
aard.
Inleiding
De idee achter de creatie van megrin
leefde al lang in de schoot van cerco,
de Europese organisatie van 35 natio
nale kartografische instituten. De idee
moest nog alleen een naam en een
structuur krijgen. Dat gebeurde een
paar jaar geleden op initiatief van 19
instituten, die samen megrin, dat wil
zeggen een gie (Croupe d'Interet Eco-
nomique) naar Frans recht creeerden
met eigen pre-financiering overigens,
om via dit samenwerkingsverband Eu-
ropa-bedekkende geografische infor
matie te creeren.
Voor het ogenblik wordt er om prakti
sche redenen druk gewerkt aan de uit-
breiding van de MEGRiN-groep, opdat
deze voor het jaar 2000 tenminste alle
huidige leden van de Europese Unie
zal omvatten, alsmede alle landen
waarmee de Europese Unie besprekin-
gen voert voor toetreding.
Het is wel nuttig op te merken dat er
bij het creeren van de datasets op Eu
ropees niveau naar gestreefd wordt om
gans het territorium van Europa (met
uitzondering van Rusland) te bedek-
ken; dat wil zeggen ook de gebieden
van de landen die voorlopig nog geen
lid of kandidaatlid van de Europese
Unie zijn. Het is evenzeer nuttig hier
J. de Smet is Ad-
ministrator-Gene-
raal van het Na
tionaal Geogra-
fisch Instituut in
Brüssel en voorzit-
ter van MEGRIN,
Abdij ter Kameren
73, 1000 Brüssel.
even te vermelden welke de eigenlijke beweegredenen ge-
weest zijn van deze nationale kartografische instituten om
zieh met deze grensoverschrijdende problematiek zo indrin
gend in te laten.
Daarvoor moeten we in herinnering brengen dat tot nu toe
bij de Europese Unie weinig, en naar onze mening zelfs on-
voldoende aandacht werd besteed aan het gebruik van de
geografische informatie als beleidsinstrument. Daar waar in
feite alle landen in hun geschiedenis steeds gepoogd hebben
vanaf hun ontstaan een zo coherent mogelijke kartografie
van hun grondgebied te creeren, omdat dit, terecht trou-
wens, beschouwd werd als een essentieel instrument voor
het beleid, heeft die interesse vreemd genoeg tot nog toe
nooit echt bestaan op het niveau van het beleid van de Eu
ropese Unie.
Zo komt het dat wanneer door de Europese beleidsmensen
wordt vastgesteld dat voor het oplossen of voor het voor-
stellen van een bepaald Europees beleidsprobleem dan toch
een kartografische voorstelling onontbeerlijk was, er een ad
hoc-project gelanceerd wordt om deze speeifieke kartografie
tot stand te brengen. In concreto wil dat zeggen dat men
dus iedere keer opnieuw begint om alle nodige informatie
te verzamelen en te verwerken die nodig is om het concreet
gestelde probleem zo aanschouwelijk mogelijk 'in kaart te
brengen'.
We onderstrepen dat het bij deze projecten wel degelijk
gaat om alle informatie, dat wil zeggen zowel de basisinfor-
matie, met name de informatie die dient voor de beschrij-
ving van het algemeen fysisch uitzicht van het gebied, wat
men ook de topografische achtergrond noemt, en de daar-
aan toegevoegde thematische informatie die speeifiek is
voor het probleem dat moet worden opgelost. Kritisch be-
keken kan men dus zeggen dat men door een dergelijke be-
nadering niet alleen veel tijd verliest door telkens opnieuw
van nul te beginnen, maar dat men ook overdreven kosten
zal creeren door dergelijke ad hoc-producten telkens op
nieuw, meestal voor een eenmalig gebruik, te creeren.
Bovendien moeten voor deze projecten telkens weer nieuwe
offertes worden uitgeschreven waarbij officiele en prive-fir-
mas in competitie moeten gaan, wat aanleiding geeft tot
zeer grote moeilijkheden met betrekking tot het regelen van
onder andere het Copyright op de officiele nationale basis-
gegevens. Daarenboven steh deze aanpak ook juridische
11