i M "Äff* 5 -u 7 C o* A KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I999-XXV-3 Door dit project viseert megrin het aanmaken van een homogene, gei'nte- greerde, vectoriele dataset voor gans het territorium van Europa, die ge schürt is voor toepassingen rond de spilschaal 1:250.000 (zie figuur 1). Het is immers alleen door het concreet aanmaken van gebiedsbedekkende da- tasets dat men zal kunnen aantonen dat alle problemen gesteld met betrek- king tot de integratie van de geogra- fische gegevens van de verschillende lidstaten geloofwaardig kunnen wor den opgelost. Van deze toepassing bestaat reeds een pilotproject dat geconsulteerd kan worden op Internet: http://www.me- grin.org/webpetit/default.htm (zie de fi- guren 2 en 3). En ik wil hier toch even kort een aantal parameters, waarvoor een standaardisa- tie moet worden bekomen, in herinne- ring brengen en kort commentarieren. Zo moet om de geografische werkelijkheid co- herent te kunnen beschrijven, deze informatie natuurlijk voor alle lan den in een gemeenschappelijk geode- tisch net verankerd zijn. Is dat niet Figuur 3. Fragment uit het PETIT-prototype be stand (©MEGRIN). het geval, dan zal men belangrijke afwijkingen kunnen vrezen van land tot land voor bepaalde toepassingen. Dit kan bijvoorbeeld gaan tot een verschil van meer dan 2 meter voor de altimetrie tussen Belgie en de buurlanden als gevolg van gedane keuze met betrekking tot de oor- sprong van de netwerken. 1 de geografische informatie beschreven worden in eenzelf- de projectiesysteem. Zo niet dan zal men verschillende vervormingen van het grondoppervlak bekomen van land tot land en bijvoorbeeld nadien problemen hebben met het vergelijken en interpreteren van gegevens met betrek king tot positionering van bepaalde fenomenen. men gelijkaardige normen hanteren voor het bepalen van de vereiste geometrische nauwkeurigheid bij de ruimtelij- ke voorstelling van de informatie. Zo niet dan zal men van land tot land en van toepassing tot toepassing bij het kwantificeren van fenomenen divergenties moeten vrezen. de inhoud, dat wil zeggen de voorgestelde objecten en hun attributen, eenvormig zijn over het ganse gebied. Zo niet dan zal het onmogelijk zijn om tot homogene oplos- singen te komen. men dezelfde normen hanteren qua actualisatie van de ge gevens. Zo niet dan zal er rwijfel ontstaan met betrekking tot de relatieve betrouwbaarheid van de informatie. voor gelijke objecten en attributen eenzelfde symbolise- ring bestaan, zodanig dat men eenduidig kan interprete ren. de numerieke informatie dezelfde interne structuur heb ben, waarmee we bedoelen dat de informatie om modern te zijn, natuurlijk intelligent moet zijn. De informatie moet daarom numeriek en van het vectortype zijn en liefst een zo 'gesofistikeerd' als mogelijke interne structuur PETIT Melraipe ZtfOfl aveiflä Ci&at Seal* seurcarp ss» ActKrt jj 8tf It-Up Ated 25 100 th-irth OffCXR j S®. Sau fa*# Orc+sJrts^ftan« MnftttimGSSSI Iztstd Wvwr.tinMT» UWtffkod »Mi Qtoft Q*Tut*«r LKk Ml T«*«r MtarOwarry foitifkwtlm Tratt; Ter Übt nwftmTll Uulanjjj i>on) Nt 9u*-«jp araaMiaftfijf.h M IIB ü-up **»26 r:: Area B.S»i>Jnh Mammm C'GDL SpOI B«rvnk>ffc Ur* MotOnCTp W*t«ry r«Mi -.■•&cwvsiry raier -i-tK-kt R» irt«^ MHh&rt a bÜ m \£- Daomnert Dane- 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1999 | | pagina 15