-er
IftXKC
iniLjyo)
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-3
clopaedie van Nederlands-Indie, deel v, 1927, komt zijn
naam niet voor. Ten onrechte, want 00k Von Rosenberg
kon terugzien op een lange Staat van gouvernementsdienst
tijdens welke hij zieh tot in de uithoeken van de archipel
wetenschappelijk verdienstelijk maakte. Hij heeft onder
meer talrijke topografische verkenningen verricht en kaar-
ten vervaardigd die door zijn tijdgenoten werden gebruikt
en geprezen. Het lijkt daarom verantwoord zijn loopbaan
in dit tijdschrift nader te belichten.
Herkomst en opleiding
Carl Benjamin Hermann Baron von Rosenberg werd als
zoon van een familie met een lange militaire traditie in 1817
in Darmstadt in Hessen geboren (figuur 1). Volgens de bio
grafische schets door Wijnmalen [1889] toonde hij zieh van
jongs af aan aangetrokken tot verre landen en vreemde Vol
keren. Bovendien openbaarde zieh gedurende zijn gymnasi-
um-opleiding een bijzondere belangstelling voor Zoologie,
met name voor Ornithologie, terwijl hij zieh tevens door te-
kenaanleg onderscheidde. Na het gymnasium volgde hij op
aandringen van zijn vader de cadettenschool in Darmstadt.
Op den duur werd hem de sfeer in de Hessische militaire
dienst te eng en in 1839 tekende hij bij het Nederlands-In-
dische leger voor een periode van zes jaar. Dat zouden vier
maal zes militaire jaren worden! Via het koloniale depot in
Harderwijk vertrok hij vervolgens naar Batavia, waar hij in
mei 1840 arriveerde.
Figuur 2.
Het eiland Nias,
ten westen van Su
matra gelegen; oor-
spronkelijke schaal
1:200.000. Samen-
gesteld door Von
Rosenberg in 1833-
1834 samen met be-
stuursambtenaar
J. T. van Nieuwen-
huizen.
Bron: Algemeen
Rijksarchief, Den
Haag.
Verblijf op Sumatra
Zijn dertigjarig verblijf in de archipel
valt in twee perioden uiteen. De eerste
zestien jaar verbleef hij op verschillen-
de standplaatsen op Sumatra. De
tweede periode voltrekt zieh, met uit-
zondering van een Europees verlof van
1866-1868, in de Molukken en rond
Nieuw-Guinea met standplaatsen ach-
tereenvolgens op Ceram, Ambon en
Ternate. In de Sumatra-periode ver-
keerde hij van 1840 tot 1845 in de Ba-
taklanden, körte tijd zelfs als assistent
van Junghuhn. Hij nam er deel aan
militaire expedities en verkenningen.
Onder meer was hij de eerste Europe-
aan die de Pakpak- of Dairilanden ten
westen van het Tobameer bezocht, het
gebied waar de latere Utrechtse hoog-
leraar Louis van Vuuren begin 19c
eeuw als militair gezaghebber werk-
zaam was en over schreef. Zelfs werd
doorgedrongen tot Singkel in Zuid-
Atjeh. In 1845 verhuisde hij naar het
militaire stafkwartier te Padang van
waaruit hij in de volgende jaren als to-
pografisch tekenaar deelnam aan ver
kenningen rond Padang en van de ei-
landenreeks ten westen van Sumatra:
de Mentawei-Eilanden, Engano, de
Banjak-Eilanden en het grote Nias, dat
samen met bestuursambtenaar J.T. van
Nieuwenhuizen werd gekarteerd met
gebruikmaking van gegevens van de
marine (figuur 2). Op deze tochten
werd andermaal Singkel in Zuid-Atjeh
bezocht dat eveneens topografisch
werd verkend (figuur 3).
Activiteiten in de Molukken
Zijn talenten werden steeds naar waar-
de geschat, hetgeen in gestage promo-
ties tot uiting kwam. In de rang van
adjudant-onderofficier werd hij in 1856
overgeplaatst naar het pas opgerichte
Topografisch Bureau in Batavia. Het
volgend jaar werd hij als topograaf
meegestuurd met een commissie naar
Nieuw-Guinea om een geschikte loca-
tie voor de vestiging van een bestuurs-
post te zoeken. De commissie verken-
de de zuidwestkust en drong vervol
gens via de westkust door tot de Hum-
boldtbaai aan de noordkust van het ei
land waar het latere Hollandia zou ver-
rijzen, thans Jayapura. Het zou overi-
gens nog ruim veertig jaar duren alvo-
rens de geplande bestuurspost daad-
werkelijk tot stand kwam.
Na de vereiste examens afgelegd te
hebben, ging Von Rosenberg na 24
f/rr/f ,,r /r,/r/i//i» /vZ,«./ rf/r/rr Z/>
/La
////r/t .////Z/e/t /y//»u/h
van lirl
Y"~
Jm—.p.
6