KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I999-XXV-4
Aantal
producten
I Volledig
ßijhoudingsregimes, percategorie
Gebied M Obje et El Ad hoc Onbekend
Figuur 4. Aantal producten per bijhoudingsregime.
de producten waarover geenqueteerd is zijn zelf met Gis
software geprodueeerd. Het is dan 00k niet verwonderlijk
dat levering in commerciele Gis-formaten het meest gang-
baar is, naast levering in de nationale uitwisselingsformaten
(figuur 5).
Wat betreft de levering van bestanden bestaat de mogelijk-
heid om in plaats van het gehele nieuwe bestand alleen de
aangebrachte wijzigingen (mutaties) te leveren. Dit wordt
vooral efficient naarmate de bijhoudingscyclus korter
wordt. Door het leveren van mutaties wordt voorkomen dat
de gebruiker de toegevoegde informatie, bijvoorbeeld attri-
buten, opnieuw aan het bestand hoeft te koppelen. Het le
veren van mutaties vereist wel speciale verwerkingsproces-
sen aan de kant van de gebruiker.
Het leveren van mutaties is nog geen gemeengoed. Bij een
cyclus van bijvoorbeeld vijf jaar is een dergelijke levering
niet noodzakelijk. In de nabije toekomst, wanneer bijhou-
dingscycli worden verkort en per legenda-eenheid gaan ver-
schillen, zal mutatielevering vaker toegepast gaan worden.
In de volgende paragrafen zullen de hierboven beschreven
ontwikkelingen worden gei'llustreerd aan de hand van de
ontwikkelingen in Nederland, Duitsland en Belgie, waarbij
de nadruk ligt op producten binnen het schaalbereik
1:10.000 - 1:25.000.
Nederland
De Fopografische Dienst Nederland produeeert de volgen
de vectorbestanden:
Topiovector
TOP50vector
TOP250vector
Alle bestanden zijn landsdekkend beschikbaar en worden
momenteel digitaal bijgehouden. Deze bestanden worden
INationaal CAD CIN
Figuur y. Meest
gebruikte uitleve-
ringsformaten.
gebruikt voor de nationale kaartseries en voor Gis-toepas-
singen bij andere organisaties.
Topiovector (figuur 6) wordt in een vierjarencyclus bijge
houden. Het betreft een volledige herziening: op basis van
luchtfotografie worden alle legenda-eenheden herzien. Ge-
actualiseerde bestanden worden volledig uitgeleverd.
Een snellere cyclus wordt momenteel onderzocht, waarbij
een herziening per legenda-eenheid het uitgangspunt is.
Dan kunnen bijvoorbeeld wegen en gebouwen in een twee-
jaarlijkse cyclus worden bijgehouden en de overige objecten
in een vierjarencyclus. Als bronnen voor een dergelijke cy
clus kunnen worden aangemerkt [van Asperen, 1998]:
GBKN-mutaties
grootschalige gegevens van gemeenten
luchtfoto's
hoge-resolutie satellietbeelden.
Daarnaast kan in het herzieningsproces de toepassing van
een veldcomputer in het terrein een verhoging van de effi-
cientie tot gevolg hebben.
Duitsland
In Duitsland is het Bundesamt für Kartographie und Geo
däsie verantwoordelijk voor de bijhouding van de bestan
den op schaal 1:25.000 en 1:1.000.000 (DLM250 respectieve-
lijk dlmiooo)Voor de bestanden op schaal 1:25.000 (atkis
DLM25) zijn de deelstaten verantwoordelijk. atkis is speci-
fiek ontwikkeld voor het gebruik in Gis-systemen. De hier
beschreven ontwikkelingen betreffen het Landesvermes
sungsamt van de deelstaat Nordrhein-Westfalen.
De opbouw van atkis DLM25 geschiedt in twee fasen. In
Nordrhein Westfalen is atkis DLM25/1 gereed (figuur 7). De
tweede fase betreft het inwinnen en vastleggen van minder
belangrijke objecten. Tegelijkertijd wordt DLM25/1 bijge
houden.
De cyclus voor DLM25 is vijf jaar. De meeste terreinwijzigin-
gen worden opgespoord en verwerkt met behulp van lucht
foto's. Geactualiseerde bestanden kunnen volledig of als
mutatiebestanden worden uitgeleverd.
Bij de gebruikers ontstond een toenemende vraag naar een
hogere actualiteit van bepaalde legenda-eenheden, in be-
paalde gevallen zelfs actueel tot op de dag van uitlevering,
resulterend in een continue bijhouding. Om deze hogere
actualiteit te kunnen realiseren, wordt samenwerking met
andere partijen, vooral die instanties die terreinwijzigingen
plannen en uitvoeren, onontbeerlijk geacht. Daarnaast wor
den nieuwe technieken onderzocht. Een auto, uitgerust met
een veldcomputer en GPS gaf veelbelovende resultaten wat
betreft het inwinnen en verwerken van nieuwe topografi-
sche gegevens [Tönnessen, 1998].
Belgie
Het Nationaal Geografisch Instituut van Belgie (ngi) on-
derhoudt soortgelijke producten als Nederland, respectieve-
lijk genaamd topio-v, TOP50-V en TOP250-V. topio-v (fi
guur 8) is in de opbouwfase, maar voor stedelijke gebieden
zijn al digitale herzieningen uitgevoerd. De ontwikkelingen
bij het ngi hebben vooral betrekking op het optimaliseren
van de levering van geactualiseerde bestanden aan gebrui
kers. Het leveren van volledige geactualiseerde bestanden le-
vert problemen op bij gebruikers, die het (verouderde) be
stand hebben verrijkt met nieuwe objecten en attributen.
Bij de verwerking van het nieuwe bestand zouden die ob
jecten en attributen van de ongewijzigde topografie behou-
den moeten blijven.
21